ECLI:NL:RBOBR:2018:264

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 januari 2018
Publicatiedatum
18 januari 2018
Zaaknummer
01/865118-17
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van een grote hoeveelheid vuurwapens en munitie met voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 19 januari 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 27 september 2017 te Asten een grote hoeveelheid vuurwapens en munitie in zijn bezit had. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van wapens van de categorie II en III, evenals munitie van de categorie III. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens de zitting op 5 januari 2018 werd de tenlastelegging gewijzigd en werd de verdachte geconfronteerd met de beschuldigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op het terrein van een hondenclub bezig was om vuurwapens in zijn auto te laden, wat leidde tot zijn aanhouding door de politie.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte inderdaad in het bezit was van een aanzienlijke hoeveelheid vuurwapens, waaronder kogelgeweren, pistolen en een brisantgranaat. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van deze wapens een verhoogd risico op illegaal gebruik met zich meebracht. De verdachte heeft gedurende een lange periode, naar eigen zeggen tien jaar, deze wapens in zijn bezit gehad zonder zich ervan te ontdoen, wat de ernst van de situatie vergrootte.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het ondergaan van diagnostiek en behandeling. De rechtbank heeft ook beslist tot onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen wapens en munitie, en verbeurdverklaring van andere in beslag genomen goederen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee leden betrokken waren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/865118-17
Datum uitspraak: 19 januari 2018
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[Verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1968] ,
ingeschreven te [Woonplaats] [adres 1] ,
thans gedetineerd te: Vught PPC.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 januari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 6 december 2017.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 5 januari 2018 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 september 2017 te Asten, althans in het arrondissement Oost Brabant, voorhanden heeft gehad één of meer wapens van de categorie II en/of III en/of munitie van de categorie III, te weten

1. een enkelloops kogelgeweer, merk Browning, kaliber .22 short, (categorie II) en/of

2. een enkelloops kogelgeweer, merk Browning / FN herstal, model Bar, kaliber .300 Winchester Magnum (categorie III) en/of

3. een enkelloops kogelgeweer voorzien van geluidsdemper, merk FN Herstal, kaliber .22, Long Rifle (categorie II) en/of

4. een enkelloops kogelgeweer, merk Marlin, model 30 AS, kaliber 30/30 Winchester (categorie III) en/of

5. een enkelloops grendelgeweer, merk Weihrauch, model HW 60J, kaliber .22 Magnum (categorie III) en/of

6. een enkelloops kogelgeweer, merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .22 Short, Long of Long Rifle (categorie III) en/of

7. een pistool, merk Manurhin, model PPK, kaliber 7.65mm Short, (categorie III) en/of 8. een pistool, merk FN herstal, model 1906, kaliber 6.35 mm (categorie III) en/of

9. een pistool, merk Bayard, model Pieper, kaliber 7.65 mm (categorie III) en/of

10. een pistool, merk FN Herstal, model 1910/22, kaliber 7.65 mm (categorie III) en/of

11. een pistool, merk Mauser-Werke A.G., model HSc, kaliber 7.65 mm (categorie III) en/of

12. een pistool, merk Manurhin, model PPK, kaliber 7.65 mm (categorie III) en/of

13. een revolver, merk Smith & Wesson, model 624, kaliber .44 S&W Special (categorie III) en/of

14. een revolver, merk Smith & Wesson, model 64-3, kaliber .38 Special (categorie III) en/of 15. een revolver, merk Dan Wesson Arms, model .357 Magnum CTG (categorie III) en/of

16. een revolver, merk Ruger, model Super Blackhawk, kaliber .44 Magnum (categorie III) en/of

17. een revolver, merk Zastava, model M83/92, kaliber .357 Magnum (categorie III) en/of

18. een revolver, merk HS, model Ranger, kaliber .22 Long Rifle (categorie III) en/of

19. een (zijlaad)revolver, merk onbekend, kaliber .36 (categorie III) en/of

20. een gas-/alarmpistool, merk Walther, model PP, kaliber 9mm P.A.K. (categorie III) en/of

21. een gas-/alarmpistool, merk Rohm, model RG 88, kaliber 9mm P.A.K. (categorie III) en/of

22. een gas-/alarmpistool, merk Walther, model PPK, kaliber 8mm K (categorie III) en/of

23. een gas-/alarmpistool, merk Reck, model Perfecta Mod. FBI 8000, kaliber 8mm K (categorie III) en/of

24. een gas-/alarmpistool, merk Rohm, model RG89, kaliber 9mm Knal (categorie III) en/of

25. een met kogelpatronen geladen patroonmagazijn, merk Walther (categorie III) en/of

26. een met kogelpatronen geladen patroonmagazijn, merk Mec-Gar (categorie III) en/of 27. twee busjes CS-gas (categorie II) en/of

28. een (mortier)granaat en/of een brisantgranaat en/of diverse restanten (hand)granaatontstekers (categorie II) en/of 29. een hoeveelheid/hoeveelheden munitie (totaal ongeveer 5616 stuks), te weten randvuur kogelpatronen en/of centraalvuur kogelpatronen en/of CS-gaspatronen en/of randvuur hagelpatronen en/of centraalvuur hagelpatronen en/of centraalvuur signaalpatronen en/of knalpatronen (categorie III);

De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Inleiding.
Verdachte bevond zich op 27 september 2017 op het terrein van de hondenclub gelegen aan de [adres 2] te Asten en was doende om (vuur)wapens in zijn personenauto te laden. Die (vuur)wapens waren afkomstig uit een gebouw (‘de kantine’) en uit een hok (‘de bunker’) die zich bevonden op het terrein van die hondenclub. Het betrof een grote hoeveelheid (hand)(vuur)wapens en munitie.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het ten laste gelegde is wettig en overtuigend te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde onder punt 28 wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Met name kan niet worden bewezen dat de granaat en granaatontstekers zijn aan te merken als vuurwapens in de zin van categorie II. Ten aanzien van het overige refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Omwille van de leesbaarheid van dit vonnis zijn de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen niet op deze plaats opgenomen, maar in bijlage A bij dit vonnis, welke bijlage als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van de brisantgranaat (punt 28).
Over de gevonden brisantgranaat is nader gerelateerd in een proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2017. Samengevat vermeldt het proces-verbaal dat op 27 september 2017 in ‘het hokje/de bunker’ op het terrein van de hondenclub gelegen aan de [adres 2] te Asten - onder meer - een brisantgranaat werd aangetroffen. De brisantgranaat werd voor nader onderzoek opgestuurd naar de EOD (Explosieven Opruimingsdienst Defensie). De EOD heeft de brisantgranaat vernietigd door deze tot ontploffing te brengen, alvorens deze te categoriseren. Wel heeft de EOD te kennen gegeven dat de brisantgranaat verschoten was door een vliegtuig of een wapen maar dat de brisantgranaat nog niet ontploft was, derhalve was de brisantgranaat nog gewapend.
De rechtbank stelt op basis van voornoemd proces-verbaal vast dat het gevonden voorwerp inderdaad een brisantgranaat was. Een brisantgranaat is een voorwerp dat – naar algemene bekendheid – is bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 27 september 2017 te Asten een brisantgranaat, zijnde een voorwerp als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie II onder 7 van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de aangehechte bewijsmiddelenlijst in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 27 september 2017 te Asten, voorhanden heeft gehad wapens van de categorie II en III en munitie van de categorie III, te weten

1. een enkelloops kogelgeweer, merk Browning, kaliber .22 short, (categorie II) en

2. een enkelloops kogelgeweer, merk Browning / FN Herstal, model Bar, kaliber .300

Winchester Magnum (categorie III) en

3. een enkelloops kogelgeweer voorzien van geluidsdemper, merk FN Herstal, kaliber .22,

Long Rifle (categorie II) en

4. een enkelloops kogelgeweer, merk Marlin, model 30 AS, kaliber 30/30 Winchester

(categorie III) en

5. een enkelloops grendelgeweer, merk Weihrauch, model HW 60J, kaliber .22 Magnum

(categorie III) en

6. een enkelloops kogelgeweer, merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .22 Short, Long of Long

Rifle (categorie III) en

7. een pistool, merk Manurhin, model PPK, kaliber 7.65mm Short, (categorie III) en

8. een pistool, merk FN Herstal, model 1906, kaliber 6.35 mm (categorie III) en

9. een pistool, merk Bayard, model Pieper, kaliber 7.65 mm (categorie III) en

10. een pistool, merk FN Herstal, model 1910/22, kaliber 7.65 mm (categorie III) en

11. een pistool, merk Mauser-Werke A.G., model HSc, kaliber 7.65 mm (categorie III) en

12. een pistool, merk Manurhin, model PPK, kaliber 7.65 mm (categorie III) en

13. een revolver, merk Smith & Wesson, model 624, kaliber .44 S&W Special (categorie

III) en

14. een revolver, merk Smith & Wesson, model 64-3, kaliber .38 Special (categorie III) en

15. een revolver, merk Dan Wesson Arms, model .357 Magnum CTG (categorie III) en

16. een revolver, merk Ruger, model Super Blackhawk, kaliber .44 Magnum (categorie III)

en

17. een revolver, merk Zastava, model M83/92, kaliber .357 Magnum (categorie III) en

18. een revolver, merk HS, model Ranger, kaliber .22 Long Rifle (categorie III) en

19. een (zijlaad)revolver, merk onbekend, kaliber .36 (categorie III) en

20. een gas-/alarmpistool, merk Walther, model PP, kaliber 9mm P.A.K. (categorie III) en

21. een gas-/alarmpistool, merk Rohm, model RG 88, kaliber 9mm P.A.K. (categorie III) en

22. een gas-/alarmpistool, merk Walther, model PPK, kaliber 8mm K (categorie III) en

23. een gas-/alarmpistool, merk Reck, model Perfecta Mod. FBI 8000, kaliber 8mm K

(categorie III) en

24. een gas-/alarmpistool, merk Rohm, model RG89, kaliber 9mm Knal (categorie III) en

25. een met kogelpatronen geladen patroonmagazijn, merk Walther (categorie III) en

26. een met kogelpatronen geladen patroonmagazijn, merk Mec-Gar (categorie III) en

27. twee busjes CS-gas (categorie II) en

28. een brisantgranaat (categorie II) en 29. een hoeveelheid munitie (ruim 5000 stuks), te weten randvuur kogelpatronen en

centraalvuur kogelpatronen en CS-gaspatronen en randvuur hagelpatronen en
centraalvuur hagelpatronen en centraalvuur signaalpatronen en knalpatronen
(categorie III).
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en maatregel.
De eis van de officier van justitie.
  • gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het reclasseringsrapport d.d. 18 december 2017;
  • onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen wapens en munitie;
  • verbeurdverklaring van het tactisch vest en niet-wapentuig.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe bepleit oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, (eventueel) gecombineerd met een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, desnoods met een langere proeftijd.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van na te noemen straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte op 27 september 2017 te Asten een zeer grote hoeveelheid vuurwapens, munitie en een brisantgranaat voorhanden heeft gehad. Onderzoek heeft uitgewezen dat de brisantgranaat die verdachte voorhanden heeft gehad weliswaar nog niet was ontploft, maar wel op scherp stond en vroeg of laat tot ontploffing had kunnen komen. De aangetroffen munitie kon grotendeels worden verschoten met de aangetroffen vuurwapens.
De (vuur)wapens en munitie werden bewaard in/op een kast in de kantine van de hondenclub en in een hokje op het terrein van die hondenclub. Die kantine en dat terrein waren vrij toegankelijk voor de leden van die hondenclub, alsook voor belangstellenden. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens verhoogt het risico op illegaal gebruik en illegale verspreiding van vuurwapens en daarmee op levensbedreigende geweldsdelicten. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.
In het nadeel van de verdachte weegt voorts mee dat hij deze ‘collectie’ vuurwapens en munitie naar eigen zeggen reeds geruime tijd tot zijn beschikking had, te weten zeker tien jaar, en dat hij op geen enkel moment gedurende die periode, hoewel hij daartoe ampele gelegenheid heeft gehad, ervoor heeft gekozen om zich van die collectie te ontdoen. Eerst nadat hij kennis kreeg van het feit dat de politie naar hem op zoek was in verband met een onderzoek naar uitkeringsfraude en het hem aldus ‘te heet onder de voeten werd’, heeft hij een poging ondernomen om de vuurwapens en de munitie kwijt te raken. Hij verzamelde de vuurwapens en de collectie in zijn auto op het terrein van de hondenclub om deze ergens te dumpen, maar strandde in zijn poging omdat de politie hem op het terrein van de hondenclub betrapte bij het inladen.
De rechtbank heeft ter terechtzitting ten slotte niet de volle overtuiging gekregen dat de verdachte de ernst van het feit en de gevaarzetting ervan inziet.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten ten aanzien van het bezit van vuurwapens, geweren en munitie. Deze oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Voor het bezit van een pistool, revolver of geweer is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden het uitgangspunt.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op deze oriëntatiepunten, de grote hoeveelheid vuurwapens en munitie die verdachte in zijn bezit had en de gevaarzetting van de collectie door de aanwezigheid van ook een scherpe brisantgranaat mede in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die een vrijheidsbeneming meebrengt van aanzienlijke duur.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden, meer bepaald de psychische gesteldheid van verdachte, reden om de ondergrens van de op te leggen gevangenisstraf op te zoeken, maar is tevens van oordeel dat een geringere straf dan deze geen recht doet aan de ernst van het feit.
De rechtbank zal de gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het dictum worden gekoppeld.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de voorwerpen vermeld op de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst voorwerpen betreft die – in onderling verband en samenhang bezien - vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36b, 36c, 57
Wet wapens en munitie art. 2, 26, 55.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het strafbare feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegden
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het strafbare feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf en maatregel.
Gevangenisstrafvoor de duur van
3 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
1 jaarvoorwaardelijk met een proeftijd van
2jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen
van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid van
het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden
gegeven door de reclassering;
- zich (uiterlijk) binnen 48 uur na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland,
locatie Helmond (Smalstraat 2 te Helmond) op het telefoonnummer 088 - 804 15 04 zal
melden. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering (die loopt tot
maximaal het einde van de proeftijd) zo frequent en zo lang de reclassering dat nodig acht;
- gedurende de proeftijd mee zal werken aan diagnostiek en zich (indien dit uit de
diagnostiek komt) ambulant laat behandelen door GGZ Helmond/bemoeizorg of een
soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele
proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de
huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het
innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
waarbij de Reclassering Nederland, Regio Zuid, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te
's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen goederen, te weten: alle goederen vermeld op de aangehechte beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.P.J. Scheele, voorzitter,
mr. E.C.P.M. Valckx en mr. P.T. Heblij, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken op 19 januari 2018.