ECLI:NL:RBOBR:2018:2388
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.H. Dworakowski - Kelders
- M.L.W.M. Viering
- J.H.G van den Broek
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na bestuurlijke lus in Bibobzaak met motiveringsgebrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. B. Vermeirssen, en de burgemeester van de gemeente Eindhoven, vertegenwoordigd door mr. B. Timmermans en mr. I. van der Zijden. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een horecabedrijf door de burgemeester. Eiseres had eerder een bakkerij op dezelfde locatie en vroeg om uitbreiding van haar activiteiten. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester in zijn besluiten onvoldoende had gemotiveerd waarom de belangen van eiseres niet opwogen tegen het algemeen belang, en dat er sprake was van een motiveringsgebrek. De rechtbank had eerder in een tussenuitspraak de burgemeester de gelegenheid gegeven om dit gebrek te herstellen, maar de aanvullende motivering was niet voldoende. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de burgemeester op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het betaalde griffierecht en de proceskosten aan eiseres moesten worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging door bestuursorganen, vooral in het kader van de Wet Bibob, en de noodzaak om motiveringsgebreken tijdig te herstellen.