Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 13 juni 2017 te Bergeijk, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bestelauto), daarmede rijdende over de weg, Hoekerbeemden, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, niet zoveel mogelijk rechts te houden, immers geheel of ten dele heeft gereden op de weghelft, bestemd voor hem, verdachte, tegemoetkomend verkeer, (mede) waardoor een aanrijding of botsing is ontstaan tussen die door hem, verdachte, bestuurde bestelauto en een hem, verdachte, tegemoetkomende fietser, waardoor een ander (te weten die fietser, genaamd [slachtoffer] ) werd gedood;
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straffen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
onder 1 primair ten laste gelegde feit bewezenzoals hiervoor is omschreven.
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood
taakstrafvoor de duur van
150 urensubsidiair 75 dagen hechtenis
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen(bromfietsen daaronder begrepen) voor de duur van
12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren