ECLI:NL:RBOBR:2018:1997
Rechtbank Oost-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling laten aanvraag vergunning op grond van de Wet natuurbescherming na zorgvuldigheid in bezwaarfase
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Exell Equestrian B.V. en het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van eiseres om een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) buiten behandeling was gelaten. Dit gebeurde na een besluit van 22 mei 2017, waarin verweerder aangaf dat een AERIUS-berekening moest worden aangeleverd. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 28 november 2017, waarin het bezwaar deels gegrond en deels ongegrond werd verklaard, maar het primaire besluit werd gehandhaafd.
De rechtbank concludeerde dat verweerder in de bezwaarfase niet zorgvuldig had gehandeld. Voordat het bestreden besluit werd genomen, was op 1 september 2017 een nieuwe versie van AERIUS in gebruik genomen, die relevante leefgebieden al meebracht. De rechtbank oordeelde dat verweerder eiseres de kans had moeten geven om een aanvullende AERIUS-berekening met de nieuwe versie uit te voeren. Dit was niet gebeurd, waardoor het bestreden besluit niet zorgvuldig was voorbereid.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen twee weken na ontvangst van een aanvullende AERIUS-berekening van eiseres met gebruik van de versie AERIUS 2016L een nieuw besluit te nemen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiseres.