ECLI:NL:RBOBR:2018:1968
Rechtbank Oost-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en kentekenfraude in parkeergarage
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant op 15 februari 2018, staat de vordering van Q-Park Operations Netherlands I B.V. centraal. Q-Park stelt dat de gedaagde, [naam], op 23 februari 2016 zonder te betalen uit hun parkeergarage heeft gereden met zijn auto, een zwarte Volkswagen Polo. Dit zou onrechtmatig handelen zijn, wat Q-Park met videobeelden van het voorval probeert te onderbouwen. De gedaagde ontkent echter dat hij op dat moment in de parkeergarage was en beweert slachtoffer te zijn van kentekenfraude. Tijdens de comparitie op 15 januari 2018 zijn beide partijen gehoord en heeft de rechter besloten om de auto van de gedaagde te inspecteren, die geparkeerd stond in de parkeergarage van de rechtbank. De rechter heeft foto’s van de auto gemaakt en deze vergeleken met de beelden van de auto op de videobeelden. De rechter concludeert dat er significante verschillen zijn tussen de auto op de videobeelden en de auto van de gedaagde, wat de stelling van Q-Park ondermijnt. Uiteindelijk wijst de rechter de vordering van Q-Park af en veroordeelt hen in de proceskosten van de gedaagde, die zijn kosten op € 30,- heeft begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs in civiele zaken en de rol van de rechter in het vaststellen van feiten.