ECLI:NL:RBOBR:2018:1837

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 april 2018
Publicatiedatum
17 april 2018
Zaaknummer
6442561
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling loon en kosten door opdrachtnemer na opzegging van overeenkomst door opdrachtgever

In deze zaak vordert Lekdetectie, vertegenwoordigd door Schoorsteenveegbedrijf en Dakbedekking B.V., betaling van een bedrag van € 229,86 van [gedaagde], die de overeenkomst voor het uitvoeren van een lekdetectie heeft opgezegd. De overeenkomst werd aangegaan na een telefonische afspraak op 28 februari 2017, waarbij [gedaagde] een spoedopdracht gaf voor een lekdetectie op 1 maart 2017. Op de afgesproken datum arriveerden de monteurs van Lekdetectie, maar [gedaagde] weigerde hen toegang tot haar woning. Lekdetectie stelt dat zij recht heeft op betaling voor de werkzaamheden die zij heeft verricht, inclusief de kosten die zij heeft gemaakt in verband met de opdracht. De kantonrechter oordeelt dat de opzegging door [gedaagde] moet worden gekwalificeerd als een opzegging in de zin van artikel 7:408 BW, en dat Lekdetectie recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon, inclusief de gemaakte kosten. De kantonrechter wijst de vordering van Lekdetectie toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 6442561
Rolnummer : 17-8153
Uitspraak : 19 april 2018
in de zaak van
[naam] Schoorsteenveegbedrijf en Dakbedekking B.V. h.o.d.n. Lekdetectie.nl,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: Active Collecting Control & Services B.V.
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.H.W. van Ewijk.
Partijen zullen “Lekdectectie” en “ [gedaagde] ” worden genoemd.

1.Procedure

1.1
Lekdetectie heeft deze zaak aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 oktober 2017.
[gedaagde] heeft een conclusie van antwoord genomen.
1.2
Bij tussenvonnis van 1 februari 2018 heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling, comparitie van partijen, bepaald. Deze heeft plaatsgevonden op 26 maart 2018.
1.3
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Feiten

2.1
Op 28 februari 2017 heeft [gedaagde] telefonisch contact opgenomen met Lekdetectie. Aanleiding daarvoor was een op die dag geconstateerde ernstige lekkage in haar woning. In dat gesprek zijn [gedaagde] en namens Lekdetectie mevrouw [naam medewerkster Lekdetectie] overeengekomen dat Lekdetectie in de tweede helft van de middag van 1 maart 2017 een lekdetectie zou uitvoeren in de woning van [gedaagde] tegen een bedrag van € 475,00 waaronder begrepen het spoedtarief van € 100,00 (alles exclusief btw).
2.2
Tussen partijen is afgesproken dat Lekdetectie bij vertrek van haar monteurs van het voorgaande adres waar zij werkzaamheden hadden te verrichten, telefonisch aan [gedaagde] zou laten weten op welk tijdstip de monteurs naar verwachting bij de woning van [gedaagde] zouden arriveren.
2.3
Op 1 maart 2017 hebben twee monteurs van Lekdetectie zich omstreeks 16.15 uur bij de woning van [gedaagde] gemeld.
2.4
[gedaagde] heeft na intern beraad met haar echtgenoot en na telefonisch contact te hebben gehad met mevrouw [naam medewerkster Lekdetectie] van Lekdetectie de monteurs niet toegelaten tot haar woning en aangegeven geen gebruik meer te willen maken van de diensten van Lekdetectie.

3.Vordering en verweer

3.1
Lekdectectie vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen haar een bedrag te betalen van € 229,86 te vermeerderen met rente en kosten.
3.2
Aan deze vordering heeft Lekdetectie het volgende ten grondslag gelegd. Lekdetectie maakt aanspraak op betaling door [gedaagde] van een bedrag van € 181,50 nu twee van haar monteurs zich conform afspraak op het adres van [gedaagde] hebben gemeld, maar onverrichter zake moesten vertrekken omdat [gedaagde] hen de toegang tot haar woning weigerde. Ondanks ingebrekestelling, herhaalde aanmaning en het inschakelen van een incassogemachtigde heeft [gedaagde] dit bedrag niet voldaan. Zij verkeert in verzuim. Lekdetectie heeft buitengerechtelijke incassokosten moeten maken.
3.3
[gedaagde] voert uitgebreid (juridisch) verweer.
3.4
Op hetgeen partijen verder ter toelichting op hun vordering en hun verweer hebben gesteld zal de kantonrechter voor zoveel nodig onder de beoordeling ingaan.

4.Beoordeling

4.1
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. Hierin kan [gedaagde] tegen de achtergrond van de vastgestelde feiten niet worden gevolgd. Dat geldt eveneens voor de stelling dat sprake is van een overeenkomst onder opschortende voorwaarde die niet in vervulling is gegaan.
4.2
Tijdens de comparitie is duidelijk geworden dat [gedaagde] vooraf gebeld wilde worden om ervoor te zorgen dat haar echtgenoot de monteurs van Lekdetectie kon ontvangen en begeleiden. [gedaagde] was, hoewel ter plaatse aanwezig, daartoe volgens eigen zeggen niet in de gelegenheid vanwege haar eigen werkzaamheden. Lekdetectie heeft erkend dat is afgesproken dat zij [gedaagde] zou bellen over het tijdstip waarop de monteurs zouden arriveren. Zij stelt dit enkel bij wijze van extra service te hebben gedaan en dat de afspraak om de lekdetectie op het overeengekomen tijdstip uit te voeren hoe dan ook stond. Lekdetectie heeft gesteld dat [gedaagde] twee telefonische oproepen van haar monteurs niet heeft beantwoord. [gedaagde] heeft dat gemotiveerd betwist en erop gewezen dat de monteurs tegenover haar hebben verklaard dat zij niet wisten dat zij haar vooraf moesten bellen.
4.3
Wat hier verder ook van zij, het antwoord op de vraag of er op 1 maart 2017 wel of niet is gebeld, is naar het oordeel van de kantonrechter niet van doorslaggevend belang voor de verdere beoordeling. Het telefoontje vooraf diende er immers toe om de echtgenoot van [gedaagde] in de gelegenheid te stellen naar huis te komen om de detectie verder te begeleiden. [gedaagde] heeft na aankomst van Lekdetectie en nadat zij zich ervan had vergewist dat de monteurs van het door haar ingeschakelde bedrijf Lekdetectie kwamen, haar echtgenoot laten weten dat de monteurs waren gearriveerd. Niet valt in te zien waarom de monteurs daarna de lekdetectie waarvoor zij waren gekomen niet hadden kunnen uitvoeren, zeker nu [gedaagde] zelf met spoed een lekdetectie wenste. [gedaagde] had in dat geval wel kunnen verlangen dat de monteurs daarmee zouden wachten totdat de echtgenoot van [gedaagde] was verschenen, nu niet is komen vast te staan dat Lekdetectie daadwerkelijk vooraf heeft gebeld en [gedaagde] daardoor in de gelegenheid was tijdig haar echtgenoot in te schakelen.
4.4
De mededeling van [gedaagde] geen gebruik meer te willen maken van de diensten van Lekdetectie, moet worden gekwalificeerd als een opzegging door de opdrachtgever in de zin van artikel 7:408 lid 1 en 3 BW. Voor zover Lekdetectie vanwege deze opzegging het bedrag van € 181,50 bij wijze van schadevergoeding vordert – de tekst onder de kop ‘weerlegging’ in de dagvaarding geeft daartoe enige aanleiding – slaagt het verweer van [gedaagde] . Als particuliere opdrachtgever is [gedaagde] niet schadeplichtig ter zake van haar opzegging, wat er ook zij van de beweegredenen die zij daarvoor had.
4.5
Uit de dagvaarding – en ook uit de voorafgaand aan het geding tussen partijen gevoerde correspondentie – en het verhandelde ter zitting blijkt dat het Lekdetectie niet zozeer gaat om een schadevergoeding, maar dat zij betaald wenst te worden voor de door haar in ieder geval verrichte inspanningen, namelijk het (met de nodige spoed) op het adres van [gedaagde] laten verschijnen van twee monteurs in de tweede helft van de middag van 1 maart 2017, en de kosten vergoed wil krijgen die zij in verband met de opdracht heeft gemaakt, zie onder andere randnummer 1.5.
4.6
Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van een situatie bedoeld in artikel 7:411 lid 1 BW. Dit artikellid bepaalt:

Indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend is verstreken, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, heeft de opdrachtnemer recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Bij de bepaling hiervan wordt onder meer rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd.”
4.7
Een redelijke wetsuitleg van het begrip ‘werkzaamheden’ in de zin van artikel 7:411 lid 1 BW brengt in dit geval – waarbij de opdracht zag op het met spoed verrichten van een lekdetectie bij de opdrachtgever thuis, tegen een
all-in-prijs – met zich dat het begrip werkzaamheden ruim moet worden genomen en (dus) niet alleen ziet op het enkele verrichten van de lekdetectie, zoals [gedaagde] stelt. Tot de opgedragen ‘werkzaamheden’ behoren ook de voorafgaande en met de opdracht samenhangende werkzaamheden aan de zijde van Lekdetectie, zoals het inplannen van de afspraak, het instrueren van de monteurs en het (doen) verschijnen van de monteurs ter plekke. Dat Lekdetectie deze werkzaamheden ook daadwerkelijk heeft verricht, volgt al uit het enkele verschijnen van haar monteurs op het afgesproken tijdstip en adres.
4.8
De kantonrechter zal bij de bepaling van het in redelijkheid aan Lekdetectie toe te kennen loon in de zin van artikel 7:411 BW aansluiting zoeken bij hetgeen Lekdetectie zelf aanvaardbaar vindt, namelijk € 181,50 inclusief btw. Daarbij overweegt de kantonrechter dat Lekdetectie conform afspraak met spoed is verschenen en dat partijen daarvoor een extra tarief van € 100,00 exclusief btw zijn overeengekomen. Het daarna nog resterende gedeelte van de vordering à € 50,00 exclusief btw acht de kantonrechter ook redelijk, gelet op de gemaakte voorrijkosten en de voorbereidende werkzaamheden. Zij neemt daarbij in aanmerking dat de hoogte van de laatstgenoemde kosten in het algemeen niet afhankelijk zijn van de omstandigheid of sprake is van een spoedopdracht.
4.9
Het beroep van [gedaagde] op eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW is niet aan de orde nu geen schadevergoeding wordt toegewezen.
4.1
Het voorgaande betekent dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is, inclusief de daarover verschuldigde wettelijke rente, waartegen geen zelfstandig verweer is gevoerd.
4.11
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten zal worden toegewezen, nu uit de overgelegde stukken is gebleken dat er een aanmaning is verstuurd als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW en het gevorderde bedrag van € 40,00 in overeenstemming is met de in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten bepaalde tarieven.
4.12
Als in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de kosten van de procedure worden veroordeeld.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde] aan Lekdetectie te betalen een bedrag van € 229,86, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 181,50 vanaf 26 oktober 2017 tot de dag van voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot vandaag aan de kant van Lekdetectie begroot op:
- € 83,51 aan kosten dagvaarding;
- € 117,00 aan griffierecht;
- € 30,- als bijdrage in de kosten gemachtigde;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H. Kobussen en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 april 2018.