ECLI:NL:RBOBR:2018:1803

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
16 april 2018
Zaaknummer
6785780
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handlichting voor minderjarige ondernemer in verband met bedrijfsovername

In deze beschikking heeft de kantonrechter J.H. Wiggers op 17 april 2018 uitspraak gedaan in de zaak van Boy Gijsbertus Petrus Anton Meulenbroek, die verzocht om handlichting op basis van artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek. Boy Meulenbroek, wonende te ’s-Hertogenbosch, heeft op 3 april 2018 een verzoekschrift ingediend om hem handlichting te verlenen, zodat hij zelfstandig een bedrijf kan uitoefenen. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 april 2018, waarbij Boy Meulenbroek, zijn gemachtigde A.J.F.W. Vermeer, en zijn vader R.G. Meulenbroek aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Boy Meulenbroek de vereiste leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en dat zijn ouders instemden met het verzoek. De rechter heeft beoordeeld dat Boy Meulenbroek goed voorbereid is op de overname van het autobedrijf van zijn vader, dat hij zich bewust is van de risico's en dat de gevraagde handlichting verantwoord is. De beschikking houdt in dat Boy Meulenbroek handlichting wordt verleend voor het zelfstandig uitoefenen van een bedrijf in de handel en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.

Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat de publicatieplicht van de handlichting in de Staatscourant niet meer noodzakelijk is, gezien de effectiviteit van publicatie op de website van de Rechtspraak. De beschikking zal in plaats daarvan op www.rechtspraak.nl worden gepubliceerd, en Boy Meulenbroek dient de handlichting ook bekend te maken in het Brabants Dagblad. De beschikking is gegeven door mr. J.H. Wiggers en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 april 2018.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
zaak/rolnr.: 6785780 / EJ VERZ 18-160
datum uitspraak: 17 april 2018
Beschikking in de zaak van
Boy Gijsbertus Petrus Anton Meulenbroek,
Wonende te ’s-Hertogenbosch,
verzoeker, hierna te noemen Boy Meulenbroek
gemachtigde: A.J.F.W. Vermeer.

1.De procedure

Boy Meulenbroek heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 april 2018, verzocht hem handlichting te verlenen.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 april 2018 in aanwezigheid van zijn gemachtigde en zijn vader R.G. Meulenbroek.

2.De beoordeling

2.1
Handlichting, waarbij aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend, kan, wanneer de minderjarige de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, op zijn verzoek door de kantonrechter worden verleend (artikel 1:235 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). Ingevolge het tweede lid van artikel 1:235 BW wordt de handlichting niet verleend tegen de wil van de ouders voor zover deze het gezag over de minderjarige uitoefenen. Bij de beoordeling van het verzoek moet de kantonrechter zich laten leiden door het belang van de minderjarige en beoordelen of de gevraagde handlichting verantwoord kan worden geacht.
2.2
In het onderhavige geval heeft Boy Meulenbroek het verzoek ingediend om de bevoegdheden te verwerven van een meerderjarige in verband met zijn voornemen om zelfstandig een bedrijf (handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s) te gaan uitoefenen. Boy Meulenbroek wenst de onderneming van zijn vader over te nemen, die zich daaruit in verband met zijn pensionering wil terugtrekken, en die onder de naam Boy Meulenbroek Autobedrijf voort te zetten. Boy Meulenbroek wenst rechtshandelingen te kunnen doen, die nodig zijn om het bedrijf uit te oefenen, zoals het kunnen in- en verkopen van auto’s.
2.3
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Boy Meulenbroek de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en dat zijn ouders met het verzoek hebben ingestemd. De kantonrechter heeft ter zitting tevens vast kunnen stellen dat Boy Meulenbroek zijn voornemen tot het overnemen van het bedrijf van zijn vader goed heeft voorbereid en dat hij zich bewust is van de risico's die hij daarbij loopt. De beslissing is derhalve weloverwogen en daarmee toewijsbaar voor de hiervoor genoemde handelingen.
2.4
Met betrekking tot de publicatieplicht van de te verlenen handlichting wordt als volgt overwogen.
Op grond van artikel 1:237 lid 1 BW dient de beschikking waarbij handlichting is verleend, bekend te worden gemaakt in de
Staatscouranten in twee in de beschikking aan te wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever daarbij is geweest dat op die manier zo veel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Door de komst van het – voor een ieder toegankelijke – internet, is deze wijze van publicatie naar het oordeel van de kantonrechter min of meer achterhaald. Niet alleen bestaat er namelijk sinds een aantal jaren geen papieren versie meer van de
Staatscouranten is deze enkel nog via het internet te raadplegen, ook beschikt de Rechtspraak thans over een eigen website (www.rechtspraak.nl) waar de rechterlijke instanties hun uitspraken op kunnen publiceren. Publicatie van de handlichting op www. rechtspraak.nl is naar het oordeel van de kantonrechter even effectief als publicatie op de website van de
Staatscourant. Voorts brengt publicatie op www.rechtspraak.nl (door de griffier), anders dan bij publicatie in de (digitale)
Staatscourant, geen kosten met zich mee. Op grond van een en ander zal de kantonrechter dan ook bepalen dat publicatie in de
Staatscourantachterwege kan blijven en dat de (door de griffier te initiëren) publicatie op www.rechtspraak.nl daarvoor in de plaats komt. Voorts heeft publicatie van de handlichting op het internet naar het oordeel van de kantonrechter in de praktijk een veel ruimer bereik dan de wetgever bij de totstandkoming van de wet voor ogen had. Er is dan ook geen redelijk belang bij gediend om naast publicatie op het internet de handlichting ook nog eens in twee dagbladen bekend te maken, met alle kosten van dien. Daarom zal verder één dagblad (het Brabants Dagblad) worden aangewezen, waarin Boy Meulenbroek voor zijn rekening de hem verleende handlichting bekend dient te maken.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1
verleent Boy Meulenbroek, geboren te ’s-Hertogenbosch op 3 mei 2001, en wonende te ’s-Hertogenbosch, handlichting tot het zelfstandig uitoefenen van een bedrijf (handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s), alsmede tot het verrichten van alle rechtshandelingen in het kader van de uitoefening van dat bedrijf;
3.2
bepaalt dat publicatie van deze handlichting in de
Staatscourantachterwege kan blijven en dat, in plaats daarvan, de onderhavige beschikking (door de griffier) zal worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl;
3.3
bepaalt dat deze handlichting door en voor rekening van Boy Meulenbroek bekend dient te worden gemaakt in het
Brabants Dagblad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.