In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 3 april 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning die was verleend voor het kappen van bomen in het plangebied De Bulders in Heeze. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze en Leende, had op 11 januari 2018 een omgevingsvergunning verleend voor het uitvoeren van werkzaamheden, waaronder het kappen van drie monumentale bomen. Verzoekers, die een gebruiksrecht hebben op een perceel in het gebied, vreesden dat de aanleg van een randweg hun toegang tot hun perceel zou belemmeren en dat de kap van de bomen in strijd zou zijn met de voorwaardelijke verplichtingen in het bestemmingsplan.
Tijdens de zitting op 20 maart 2018 is gebleken dat de verzoekers een rechtstreeks betrokken belang hebben bij de kap van de bomen, omdat zij zicht hebben op deze bomen vanaf hun perceel. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de kap van de bomen niet in overeenstemming is met de voorwaardelijke verplichtingen van het bestemmingsplan, dat vereist dat bestaande bomen zoveel mogelijk behouden moeten blijven. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen toestemming is verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan en heeft daarom het bestreden besluit geschorst voor de bomen die in het besluit zijn genoemd.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het betaalde griffierecht van € 170,00 aan de verzoekers moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.