ECLI:NL:RBOBR:2018:1320

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
5515379 / 16-12494
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor luchtpassagiers bij annulering of vertraging van een vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben eisers, aangeduid als [W.] c.s., een vordering ingesteld tegen Ryanair Ltd. De zaak betreft een vlucht die op 27 december 2014 van Eindhoven naar Lissabon zou vertrekken, maar niet heeft plaatsgevonden vanwege zware sneeuwval. De eisers hadden hun tickets geannuleerd en vorderden compensatie op grond van EU-Verordening 261/2004, die compensatie regelt voor luchtpassagiers bij annulering of vertraging van vluchten.

De eisers stelden dat zij uren in het vliegtuig hebben gewacht en dat de vlucht uiteindelijk is geannuleerd omdat het personeel de maximale werktijd had bereikt. Ze claimden recht te hebben op een financiële compensatie van € 400,00 per persoon, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Ryanair verweerde zich door te stellen dat de vlucht niet geannuleerd was, maar dat er sprake was van een langdurige vertraging door de sluiting van de luchthaven vanwege extreme weersomstandigheden, wat volgens hen een buitengewone omstandigheid was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de sluiting van de luchthaven tussen 08.48 uur en 12.25 uur als een buitengewone omstandigheid moet worden beschouwd, die buiten de invloedssfeer van Ryanair lag. De rechter oordeelde dat de annulering of vertraging van de vlucht het gevolg was van deze omstandigheden en dat Ryanair daarom niet verplicht was om compensatie te betalen. De vordering van [W.] c.s. werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Het vonnis is uitgesproken op 22 maart 2018 door mr. G.J. Roeterdink, kantonrechter te Eindhoven, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zaaknummer: 5515379 \ CV EXPL 16-12494
Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: 5515379 \ CV EXPL 16-12494
Vonnis van 22 maart 2018
in de zaak van:

1.[W.],

wonende te [plaats],
2. [V.],
wonende te [plaats],
eisers,
gemachtigde: S. van Dijk van D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V..
tegen:
de rechtspersoon naar Iers recht
Ryanair Ltd,
gevestigd te Dublin, Swords Co (Ireland),
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers.
Partijen worden hierna genoemd "[W.] c.s." en "Ryanair".

1.Het verloop van het geding

Dit blijkt uit het volgende:
a. de dagvaarding met producties;
b. het certificaat van betekening als bedoeld in artikel 10 van Verordening EU nr. 1393/2007 (Europese Betekeningsverordening), d.d. 30 december 2016;
c. de conclusie van antwoord met producties;
d. de conclusie van repliek;
e. de brief d.d. 9 mei 2017, waarbij de gemachtigde van [W.] c.s. alsnog de twee bij de conclusie van repliek behorende producties heeft overgelegd;
f. de conclusie van dupliek met producties.
Tot slot is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

Tussen partijen staat, voor zover voor de beoordeling van belang, het volgende vast:
[W.] c.s. hadden een vlucht geboekt voor 27 december 2014 met vlucht FR3091 van Eindhoven Airport, Nederland naar Lissabon, Portugal.
De vlucht van [W.] c.s. zou om 12.00 uur Nederlandse tijd vertrekken. De vlucht heeft die dag echter niet plaatsgevonden.
[W.] c.s. hebben hun tickets geannuleerd en in verband daarmee heeft Ryanair op 31 december 2014 een bedrag van € 452,84 aan hen overgemaakt.

3.Het geschil

3.1.
[W.] c.s. stellen het volgende.
Zij werden toegelaten tot het vliegtuig, maar hebben vervolgens uren in het vliegtuig moeten wachten. Er was weliswaar sprake van sneeuwval, maar andere vliegtuigen zijn wel vertrokken.
De vlucht van [W.] c.s. werd uiteindelijk geannuleerd, omdat het personeel aan het maximum te werken aantal uren was gekomen. Er is geen alternatieve vlucht aangeboden en personeel van Ryanair heeft niet meegedeeld dat de vlucht alsnog de volgende dag uitgevoerd zou worden.
Op grond van artikel 5 en 7 van EU-Verordening 261/2004 inzake compensatie voor luchtpassagiers bij annulering of vertraging van de vlucht (hierna: "de verordening") hebben [W.] c.s. recht op een financiële compensatie wegens annulering van de vlucht; de annulering is pas medegedeeld na de vertrektijd van het toestel. Zij hebben dan ook aanspraak op een bedrag van € 400,00 per persoon, in totaal dus € 800,00.
Wegens het verzuim van Ryanair hebben zij ook aanspraak op de wettelijke rente vanaf 26 februari 2015. [W.] c.s. hebben hun vordering uit handen gegeven; de daarmee gemoeide kosten kunnen als vermogensschade worden aangemerkt. Volgens het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten bedraagt deze schade € 120,00.
3.2.
Op voormelde gronden vorderen [W.] c.s. veroordeling van Ryanair bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van € 800,00 wegens hoofdsom, te vermeerderen met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten, een en ander zoals nader in de dagvaarding omschreven.
3.3.
Ryanair voert het volgende verweer.
Op 27 december 2014 was sprake van zeer zware sneeuwval op luchthaven Eindhoven. Als gevolg daarvan waren op last van de luchtverkeersleiding de start- en landingsbaan gesloten van 08.48 uur tot 12.25 uur (lokale tijd). De vlucht van [W.] c.s. had om 12.00 uur moeten vertrekken.
Als gevolg van de sluiting van de luchthaven is congestie (een opeenhoping van vertraagde vluchten) ontstaan. Nadat om 12.25 uur de start- en landingsbaan weer in gebruik waren genomen, moesten nieuwe vertrektijden voor (vertraagde) vluchten worden bepaald. Ook voor de onderhavige vlucht moest een nieuw "vertrekslot" worden aangevraagd.
Pas vanaf 15.05 uur kon de eerste Ryanair-vlucht weer worden uitgevoerd. Door de opgelopen vertraging kon de onderhavige vlucht echter de volgende dag pas worden uitgevoerd. De vlucht van [W.] c.s. is dus niet geannuleerd, maar heeft een vertraging opgelopen tot de volgende dag.
[W.] c.s. hebben de uitvoering van de vlucht niet willen afwachten en ervoor gekozen hun tickets te annuleren en om een teruggave van de ticketprijs verzocht. Naar aanleiding van dit verzoek is op 31 december 2014 het betreffende bedrag aan [W.] c.s. teruggestort op de creditcard waarmee de betaling van de tickets is gedaan. Doordat zij de tickets hebben geannuleerd en de overeenkomst hebben ontbonden, kunnen [W.] c.s. geen aanspraak meer maken op financiële compensatie.
Subsidiair is sprake van buitengewone omstandigheden waardoor de gevorderde compensatie niet is verschuldigd. Ryanair heeft geen invloed kunnen uitoefenen op (de gevolgen van) de extreme weersomstandigheden waardoor de luchthaven tijdelijk was gesloten.
Ryanair is niet gehouden de financiële compensatie aan [W.] c.s. te voldoen.
Ook de nevenvorderingen ten aanzien van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten dienen te worden afgewezen.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
De kantonrechter zal aan de hand van de Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken EG/1215/2012 (hierna EEX-Vo) dienen te bepalen of hij als Nederlandse rechter bevoegd is.
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat hij op grond van artikel 7 lid 1 sub b tweede streepje EEX-Vo bevoegd is als Nederlandse rechter van de vordering kennis te nemen. Zie voorts LJN: BJ2979, Hof van Justitie van de EG/EU, 09-07-2009, C-204/08 (Rehder-arrest), waarin is bepaald dat in het geval van luchtvervoer van personen van een lidstaat naar een andere lidstaat op grond van een overeenkomst die is gesloten met één enkele luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot compensatie gebaseerd op die vervoerovereenkomst en Verordening EG (261/2004), naar keuze van eiser het gerecht is in het rechtsgebied waarvan zich de plaats van vertrek of de plaats van aankomst van het vliegtuig bevindt, zoals deze plaatsen in die overeenkomst zijn overeengekomen.
4.3.
De kantonrechter te Eindhoven is de relatief bevoegde rechter nu de overeengekomen plaats van vertrek Eindhoven was.
Vertraging of annulering van de vlucht?
4.4.
Volgens [W.] c.s. is de vlucht geannuleerd wegens werktijdoverschrijding van de bemanning.
Volgens Ryanair is sprake van een langdurige vertraging van de vlucht en niet van een annulering, nu de oorspronkelijke vlucht alsnog de volgende dag is uitgevoerd. [W.] c.s. hebben zelf ervoor gekozen hun vlucht te annuleren, aldus Ryanair.
4.5.
In het midden kan blijven of sprake is van een annulering van de vlucht, zoals [W.] c.s. stellen, of van vertraging (tot de volgende dag) zoals door Ryanair is gesteld. [W.] c.s. hebben niet weersproken dat de start- en landingsbaan van 08.48 uur tot 12.25 uur gesloten zijn geweest in verband met zware sneeuwval en dat als gevolg daarvan congestie (een opeenhoping van vertraagde vluchten) is ontstaan. Evenmin is door [W.] c.s. weersproken dat pas om 15.05 uur een eerste vlucht van Ryanair kon vertrekken.
Gelet op de oorspronkelijke vertrektijd van onderhavige vlucht van 12.00 uur, is voldoende aannemelijk dat na de openstelling van de luchthaven om 12.25 uur reguliere vluchten (met een vertrektijd later dan 12.25 uur) en/of de vluchten die eerder die dag (tussen 08.48 uur en 12.00 uur) hadden moeten vertrekken, van de luchtverkeersleiding voorrang hebben gekregen boven de onderhavige vlucht. De conclusie kan daarom niet anders zijn dan dat de annulering (volgens [W.] c.s.) of vertraging (volgens Ryanair) van onderhavige vlucht het rechtstreekse gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid, namelijk de sluiting van de luchthaven tussen genoemde tijdstippen vanwege hevige sneeuwval. Die omstandigheid ligt geheel buiten de invloedssfeer van Ryanair. Dat het maximum aantal werkuren van de bemanning op enig moment was verstreken en dat er vanaf 12.25 uur weer vliegtuigen vertrokken, doet aan de aanwezigheid van genoemde buitengewone omstandigheid niet af.
4.6.
Omdat het subsidiaire verweer van Ryanair gegrond is, wordt de vordering afgewezen.
4.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [W.] c.s. in de proceskosten worden veroordeeld. De nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten worden toegewezen zoals hierna vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [W.] c.s. in de kosten van het geding, voor zover aan de zijde van Ryanair gevallen en tot vandaag vastgesteld op € 200,00 wegens gemachtigden-salaris (niet met btw belast), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen nadat [W.] c.s. schriftelijk tot betaling van deze kosten is aangemaand;
veroordeelt [W.] c.s. in de kosten die na dit vonnis ontstaan, begroot op € 50,00 als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast), en te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [W.] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van de betekening van het vonnis;
verklaart dit vonnis wat betreft voormelde veroordelingen tot betaling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Roeterdink, kantonrechter te Eindhoven, en in het openbaar uitgesproken op donderdag 22 maart 2018.