Uitspraak
[medeverdachte 1]’, in feit 2 (A) het woord ‘
mephedrone’, in feiten 2 (B) en 4 het woord ‘
cocaine’ en in feit 3 de woorden ‘
chemicalien’ en ‘
levereanciers’ vermeld in plaats van respectievelijk ‘
[medeverdachte 1]’, ‘
mefedron’, ‘
cocaïne’, ‘
chemicaliën’ en ‘
leveranciers’. De rechtbank herstelt deze schrijffouten en leest telkens het laatste in plaats van het eerste. Voor zover overigens in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
- Bij de start van het onderzoek Dokus waren er geen feiten of omstandigheden waaruit een redelijk vermoeden van enig strafbaar feit voortvloeit. Het onderzoek Explorer is feitelijk een voortzetting van het onderzoek Dokus en opgestart om deze onrechtmatigheid te verhullen.
- De stukken van het onderzoek Dokus zijn niet aan de verdediging ter beschikking gesteld. Deze zijn echter van belang voor de toetsing van het redelijk vermoeden van schuld bij de inzet van bob-middelen in Explorer. De resultaten van het onderzoek Dokus zijn direct van belang voor de beoordeling van de huidige tenlastelegging. Door het niet voegen van de stukken uit onderzoek Dokus is er geen sprake van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM en is in strijd gehandeld met artikel 30 Sv en het Besluit processtukken.
- De juridische basis voor de cameraopstelling in onderzoek Dokus is onduidelijk gebleven: was dit op basis van de Politiewet 2012 of op basis van artikel 126g Sv? Subsidiair is aangevoerd dat de camera-inzet disproportioneel was.
- De inzet van bob-middelen uit Titel V vond plaats zonder dat er sprake was van een vermoeden van schuld. De rechter-commissaris was onvolledig geïnformeerd en had in redelijkheid niet tot de beslissing kunnen komen tot afgifte van machtigingen voor de inzet van bob-bevoegdheden. Daarbij was tevens sprake van schending van artikel 8 EVRM (recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer).
- Er is sprake van misbruik van bevoegdheden, de politie had in juni 2015 kunnen en moeten ingrijpen en is desondanks ook na juni 2015 nog doorgegaan met het opsporingsonderzoek.
- In een aantal OVC-gesprekken wordt door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] expliciet gesproken over MDMA, diverse grondstoffen en benodigdheden voor het produceren van synthetische drugs en de manier waarop dat kan. Ook de berekeningen met betrekking tot het percentage MDMA in pillen worden uitdrukkelijk door hen besproken.
- [verdachte] heeft verklaard dat hij handelde in onder meer MDMA-pillen en dat er stukjes M in de kapstok zaten en dat hij daarmee MDMA bedoelde. Met snoepjes bedoelt [verdachte] pilletjes, MDMA. [verdachte] heeft verder verklaard dat [medeverdachte 1] A-olie kocht en dat dat speedolie was die nog moest worden opgeklopt.
- De in Etten-Leur en in Peer aangetroffen laboratoria waren ingericht voor het produceren van BMK en amfetamine.
- Bij de doorzoekingen op 4 april 2016 zijn in het pand aan de [adres 2] in Best en in de woningen van [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] stoffen aangetroffen waarin onder meer de aanwezigheid van MDMA en mefedron is aangetoond en in de zuigmonsters van de auto’s van [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn sporen van onder meer MDMA, amfetamine en cocaïne aangetoond.
1.993203-14
1.993389-16
- een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht;
- opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
- verbeurdverklaring van het in beslag genomen voorwerp vermeld onder nummer 29 op de als bijlage aan zijn schriftelijke vordering gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen;
- onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen vermeld onder nummers 3, 6, 8, 26 en 30 tot en met 43 op genoemde lijst;
- teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen voorwerpen vermeld onder nummers 7, 10 tot en met 23 en 80 tot en met 91 op genoemde lijst.
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en(B)
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;ten aanzien van 01/993203-14, feit 3:
medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door zich en een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;ten aanzien van 01/993389-16, feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;ten aanzien van 01/993389-16, feit 3:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
straf:
8 jaar;
bijkomende straf:
maatregel:
teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen voorwerpen vermeld onder nummers 7, 10 tot en met 23 en 80 tot en met 91 op de als bijlage aan de schriftelijke vordering van de officier van justitie gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen (bijlage 1).