ECLI:NL:RBOBR:2018:1193
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake planschadevergoeding en bestemmingsplanwijziging
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 16 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een verzoek om planschadevergoeding. Eiser, erfgenaam van wijlen [naam], heeft een verzoek ingediend om vergoeding van planschade naar aanleiding van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Helmond' op 2 augustus 2011. Dit bestemmingsplan heeft de bestemming van de percelen van eiser gewijzigd naar 'Natuur', wat volgens eiser heeft geleid tot schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, het verzoek om planschade op 5 oktober 2016 heeft afgewezen en dit besluit in het bestreden besluit van 1 augustus 2017 heeft gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 februari 2018 is eiser verschenen, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht, waaronder de rol van Thorbecke B.V., die advies heeft uitgebracht over de aanvraag van eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om planschade rechtmatig was, omdat de planologische wijziging voor de percelen van eiser per saldo juist tot een planologisch voordeel heeft geleid. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de overige schadeoorzaken die eiser aanvoerde niet onder de reikwijdte van de Wet ruimtelijke ordening vallen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.