4.16.De getuigen hebben over [eiser] verklaard:
De heer [naam getuige 5] , die met zijn auto achter [eiser] op de Eindhovenseweg reed en toevallig ook een bekende was van [eiser] :
“(…) Bij de kruising gelegen bij restaurant de Gouverneur (links is Brabantialaan) stond het verkeerslicht op rood. Ik zag daar als eerste een motorrijder staan. Ik ben toen achter de motorrijder gestopt. Ik zei tegen mijn vriendin: zijn spiegels zijn van zijn stuur gevallen want ze hangen onder zijn stuur met de beugels. (…) Op het moment dat ik de opmerking maak over de spiegels kijk ik ook in de spiegel van de motor. Ik zie dat de bestuurder van de motorrijder gelijktijdig in de spiegel kijkt. Ik zie dat hij mij aankijkt en lacht. Op dat moment worden de lichten groen en de motorrijder trekt met redelijke snelheid op. Ik kan dat niet schatten. (…) Ik zag dat de motor optrok en naar zijn tweede versnelling schakelt. Ik ben ook opgetrokken en heb hem gevolgd. Ik zag dat hij ter hoogte van de ijssalon op de Eindhovenseweg (rechterzijde) niet meer gas bij gaf. De verkeerslichten bij de oversteekplaats voor voetgangers bij het winkelcentrum in Aalst stonden op groen. Ik reed op dat moment in de 3e versnelling. Ik denk dat ik reed met een snelheid van 50 kilometer. Terwijl ik ter hoogte van de oversteek ben is de motorrijder al bij de volgende verkeerslichten. Dat wil zeggen bij de kruising met de Koningin Wilhelminalaan te Waalre. Ik zie dat de verkeerslichten van groen naar oranje gaan. Dit is het moment dat de motorrijder de verkeerslichten nadert. Vervolgens zie ik van rechts uit de Koningin Julianalaan een brandweerauto naderen. Ik kan niet zeggen of de brandweerauto optische en geluidssignalen gebruikte. Ik denk op dat moment: dat gaat niet goed.(…)”
Mevrouw [naam getuige 6] , die naast [naam getuige 5] in de auto zat:
“Wij kwamen aanrijden en de verkeerslichten stonden op rood. Wij reden op de rechter rijbaan en ik zag daar een motorrijder en een auto voor de verkeerslichten stil staan. Wij zijn naar de linkse rijbaan gegaan. Wij stonden op dat moment vooraan langs de motor. (…) Wat ons opviel was dat zijn spiegels aan de onderkant van zijn stuur hingen. Dat heeft [naam getuige 5] (rb: [naam getuige 5] ) nog tegen mij gezegd. (…) De lichten gaan op groen en de motor trekt op. Voor mij niet opvallend hard, iets harder dan normaal. Wij rijden aan en komen achter de motorrijder te rijden. Bij de volgende kruising bij de Brabantialaan kan ik me niet herinneren of wij door konden rijden of moesten stoppen. Ik denk dat we daar wel hebben moeten stoppen of bijna stil stonden want ik kan me herinneren dat dan de motor wel met hogere snelheid flink optrok. Ik zei tegen [naam getuige 5] nog: dat is asociaal, dan bedoelde ik de snelheid. Ook zag ik dat hij meteen een grote afstand schepte tussen ons voertuig en hem. Wij hebben een gewone snelheid aangehouden. [naam getuige 5] weet dat ik boos wordt als hij te hard rijd. Op het moment dat wij de voetgangersoversteekplaats passeerde zag ik dat de motor al bij de volgende kruising was. Meteen zag ik van rechts uit de straat (…) een brandweerauto komen. Ik heb niet gezien of gehoord dat de brandweerauto optische en geluidssignalen voerde. Ik zag dat motorrijder door oranje licht ging. Meteen dat ik dit dacht zag ik dat de lichten op rood gaan. Het was een fractie van een seconde dat de motorrijder door oranje licht ging.(…)”
Mevrouw [naam getuige 2] , fietste over de Julianalaan en werd kort voor de kruising door de brandweerauto ingehaald:
“(…) Ik zag dat over de Eindhovenseweg, komende vanuit de richting Eindhoven en rijdende in de richting van Valkenswaard een motor kwam gereden. Ik vond dat ook deze behoorlijk hard reed.(…)”
De heer [naam getuige 3] , stond in zijn auto op de Julianalaan voor het verkeerslicht voorgesorteerd om linksaf te slaan en werd door de brandweerauto rechts gepasseerd:
“(…) Ik zag dat er een motorrijder aan kwam rijden, links van mij, vanuit de Eindhovenseweg, dus vanuit de richting snelweg. Ik zag dat de motorrijder voor mijn gevoel behoorlijk hard reed. Ik schat harder dan 50 km/uur.(…)”
Mevrouw [naam getuige 4] , fietste over de Eindhovenseweg in de richting van de kruising waar het ongeval plaatsvond:
“(…) Ik hoorde al geruime tijd sirenes maar had geen idee waar deze vandaan kwamen. Op enig moment werd ik ingehaald door een motor, welke reed in dezelfde richting als ik. Ik zag dat deze motor reed richting de kruising Eindhovenseweg / Koningin Julianalaan / Koningin Wilhelminalaan. Ik zag dat deze motor behoorlijk hard reed. Ik dacht in een split second dat gaat fout, omdat ik zag dat de motor de kruising naderde en ik hoorde de sirenes. Ik zag dat het verkeerslicht voor de motor oranje of zelfs rood licht uitstraalde op het moment dat deze de kruising opreed. Ik zag dat van rechts een brandweerauto kwam gereden, ook met behoorlijke snelheid maar niet zo hard als de motor. (…)”
Mevrouw [naam getuige 7] , eigenaresse van restaurant De Meiboom, Eindhovenseweg 29, die op het terras bezig was met de menukaarten:
“(…) Ik zag en hoorde een motor heel hard voorbij komen rijden. Ik zag de motor in een flits voorbij komen “vliegen” en ik hoorde alleen “vroem”, zo hard reed de motor. Ik schatte dat de motor ongeveer tussen de 130 en 180 kilometer per uur reed. Ik zag namelijk alleen een flits en toen was de motor alweer voorbij en ik hoorde alleen maar het geluid van de motor toen hij voorbij reed. (…) Ik hoorde ook een sirene en omdat er een brand was op de heide dacht ik dat het een brandweerauto zou zijn. Bij de kruising gelegen na het restaurant hoorde ik een klap en zag ik vuur.(…)”
De heer [naam getuige 8] , die met de fiets de Eindhovenseweg wilde oversteken bij de oversteekplaats bij de Goudbergstraat:
“(…) Ik zag vanuit de positie waar ik stond dat bij het verkeerslicht Eindhovenseweg / Brabantialaan een motor stond te wachten voor dit verkeerslicht. Ik zag dat het verkeer begon te rijden. De motor accelereerde en trok de motor even kort op het achterwiel. Ik hoorde aan het geluid van de motor dat deze bleef accelereren. (…) Ik vond de snelheid van deze motor onverantwoord en hoger liggen dan de snelheid van het verkeer dat daar normaal voorbij komt rijden. Ik schat de snelheid ongeveer 80 kilometer per uur. Ik zag dat voornoemde motor verder reed richting Valkenswaard, ik heb de motor niet nagekeken en ik weet dus niet of dat deze zijn snelheid nog verder heeft verhoogd.(…)”
De heer [naam bestuurder brandweerauto] , de bestuurder van de brandweerauto:
“(…) Toen ik ongeveer bij de stopstreep van de verkeerslichten was toen zag ik vanuit de richting van Eindhoven geen verkeer aan komen rijden. Ik zag wel een aantal voertuigen naast de Eindhovenseweg geparkeerd staan. Om precies te zijn stonden deze als je vanuit Eindhoven komt aan de rechterkant op een afstand van ongeveer 100 meter van mij af. Ik zag dus in totaal geen verkeer aan komen rijden. Ook vanuit de richting Valkenswaard zag ik geen verkeer aan komen rijden. Ik was dus tot de conclusie gekomen dat ik veilig de voornoemde kruising kon oversteken. Ik ben de kruising stapvoets opgereden in de richting van de Wilhelminalaan. (…) Ik was, (…) de kruising grotendeels opgereden. Ik zag op dat moment links in mijn ooghoek een motor aan komen rijden. (…) Ik zag de motor tien meter voordat deze bij de stopstreep was. Ik bedoel hiermee de stopstreep die voor hem bedoeld is. (…) Op het moment dat ik de motor voor het eerst zag was ik de kruising al ver opgereden. Ik zie dat de motor te hard rijd, ik zie dit omdat hij niet vertraagde. Ik denk dat de motorrijder mij niet gezien heeft.(…)”