Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Ten aanzien van deze posten 3 en 5 overweegt de rechtbank dat van dit gedeelte van de vordering niet eenvoudig is vast te stellen of en in hoeverre deze kosten zijn gemaakt in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit en of deze schade rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit is toegebracht. Bovendien blijkt uit de bijgevoegde stukken van de gevolgde behandeling bij [naam behandelaar] dat de behandeling “basis generalistische GGZ” betreft en dat het slachtoffer naar deze behandelaar is doorverwezen door de huisarts. Het ligt dan ook voor de hand dat (een deel van) de kosten van deze behandeling in aanmerking komen voor vergoeding door een zorgverzekeraar. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering (in zoverre) zou een uitgebreide nadere toelichting en bespreking vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van (dit deel van) de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.