Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Belastingdienst/ Toeslagen, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
R.G. van der Korput, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 november 2017.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 november 2017 een tussenuitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had verzocht om een persoonlijke betalingsregeling in verband met terugvorderingen van huurtoeslag en zorgtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst het verzoek van eiser om een betalingsregeling op 6 januari 2017 had toegewezen, waarbij een aflossingsbedrag van € 235 per maand was vastgesteld. Echter, in het bestreden besluit van 23 februari 2017 heeft de Belastingdienst het bezwaar van eiser gedeeltelijk ongegrond verklaard en de betaaldatum van de eerste termijn vastgesteld op 31 maart 2017.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij niet in staat is het bedrag van € 235 per maand te betalen en dat hij eerder een voorstel van € 135 had gedaan. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de Belastingdienst onvoldoende rekening heeft gehouden met de werkelijke inkomenssituatie van eiser en dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen twee maanden na verzending van het proces-verbaal van deze tussenuitspraak.
De rechtbank heeft tevens bepaald dat eiser binnen twee weken na verzending van het proces-verbaal alle relevante informatie met betrekking tot zijn inkomen en dat van zijn partner aan verweerder moet verstrekken. De rechtbank heeft het bestreden besluit en het primaire besluit geschorst met terugwerkende kracht tot de uitspraak op het beroep, zodat eiser niet kan worden tegengeworpen dat hij in de tussentijd niet heeft voldaan aan de betalingsregeling. Eiser krijgt vier weken de tijd om te reageren op de herstelpoging van verweerder.