Eiseres voert allereerst aan dat verweerder zich niet, op basis van de door het DB uitgebrachte adviezen van 28 juli 2015 en 12 januari 2016, op het standpunt heeft kunnen stellen dat het vergunde grondverzet in het projectgebied niet leidt tot een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie op eiseres' percelen. De door de rechtbank in haar einduitspraak van 30 december 2014 geconstateerde onvolkomenheden zijn volgens eiseres daarom niet gerepareerd.
Het advies van 28 juli 2015 biedt volgens eiseres geen enkel inzicht in de gehanteerde onderzoeksmethode. De summiere onderbouwing van het standpunt doet ernstig vermoeden dat van een gevalideerde methode geen sprake is. Los hiervan blijkt uit het advies niet of rekening is gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval, zoals weergegeven in de uitspraak van de rechtbank van 30 december 2014.
Uit het advies van 12 januari 2016 kan worden afgeleid dat het DB heeft nagelaten om de expertise van een deskundige in te roepen. De uitgangspositie van de percelen van eiseres is, evenals in het geval waarop de einduitspraak van de rechtbank betrekking heeft, niet in kaart gebracht. Verweerder heeft de gevolgen van de verhoging van het streefpeil van de stuw in de Soeloop niet nader onderzocht. Een latere verhoging van het streefpeil zou dan ook de waterhuishoudkundige situatie van eiseres' percelen kunnen aantasten.
Verder heeft het DB bij de totstandkoming van het advies gebruik gemaakt van een ééndimensionaal model, waarin slechts één aspect, de invloed van neerslag en verdamping, is meegenomen. Eiseres heeft ter zitting gegevens overgelegd, waaruit volgens haar kan worden afgeleid dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) nabij haar percelen een stijgende lijn vertonen.
Volgens eiseres heeft verweerder, door de adviezen op te volgen ondanks dat daaraan gebreken kleven, gehandeld in strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in onderlinge samenhang met artikel 33.2.4. van de planregels van het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied" (hierna: het bestemmingsplan). Eiseres geeft de rechtbank daarom in overweging om een deskundige te benoemen om de nadelige gevolgen van het grondverzet voor haar perceel in beeld te laten brengen.