Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 maart 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 25 september 2017.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak gaat het om de opzegging van een distributieovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen Hairstore B.V. en Macadamia Beauty B.V. De rechtbank Oost-Brabant heeft op 15 november 2017 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. Hairstore, de eiseres, vorderde een schadevergoeding van Macadamia, omdat zij de overeenkomst op een onredelijke manier had opgezegd. De opzegging vond plaats op 1 november 2016, terwijl Hairstore bezwaar maakte tegen deze opzegging en stelde dat deze onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de opzegging van de distributieovereenkomst in beginsel mogelijk was, maar dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in deze situatie een opzegtermijn van zes maanden vereisten. De rechtbank overwoog dat de aard van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrachten dat een langere opzegtermijn noodzakelijk was, gezien de duur van de relatie en de investeringen die Hairstore had gedaan. De rechtbank stelde vast dat Macadamia niet voldoende zwaarwegende redenen had om de overeenkomst met een korte opzegtermijn van drie maanden op te zeggen. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling van de schadevergoeding die Hairstore zou hebben geleden door de korte opzegtermijn.