Op 6 november 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Kantoren Parkweg Maastricht II en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. De zaak betreft de omgevingsvergunning voor de vestiging van een tijdelijk asielzoekerscentrum (AZC) voor 250 asielzoekers in een bestaand pand in Maastricht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunninghoudster een omgevingsvergunning heeft verkregen voor een periode van vijf jaar, waarbij de milieugevolgen van het project als beperkt zijn aangemerkt. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een beperkte wijziging van gebruik zonder significante milieugevolgen, waardoor het project niet als een stedelijk ontwikkelingsproject kan worden aangemerkt volgens het Besluit Milieueffectrapportage.
Eisers, waaronder de eigenaar van een nabijgelegen kantoorpand, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, met argumenten over verkeersveiligheid, geluidsoverlast en de verzwaring van een erfdienstbaarheid. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres 1 en eiser 2 deels gegrond verklaard, maar de beroepen tegen het herstelbesluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft aanvullende voorschriften aan het primaire besluit verbonden, waaronder een fietsverbod op de toegangsweg en het niet in werking stellen van de airconditioningunits. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunninghouder voldoende maatregelen heeft getroffen om overlast en onveiligheid te beperken, en dat de noodzaak voor de vestiging van het AZC is aangetoond.
De rechtbank heeft de proceskosten van eiseres 1 en eiser 2 toegewezen en het door hen betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.