ECLI:NL:RBOBR:2017:5749
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 november 2017 uitspraak gedaan in een zelfstandige verzoekschriftprocedure voor schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en een register-accountant, heeft schadevergoeding aangevraagd naar aanleiding van besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker schade heeft geleden door het voeren van procedures en heeft de verzoeken om schadevergoeding beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat voor toekenning van schadevergoeding aansluiting moet worden gezocht bij het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht. Dit houdt in dat de gestelde schade verband moet houden met een onrechtmatig besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat alleen schadeposten die in een zodanig verband staan met het besluit dat zij het bestuursorgaan als gevolg van dat besluit kunnen worden toegerekend, voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank heeft ook benadrukt dat zij zich moet beperken tot de beoordeling van de aansprakelijkheid voor de schade in de omvang en aard die de verzoeker heeft gesteld.
In deze zaak heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen onrechtmatige besluiten zijn die aanleiding geven tot schadevergoeding, behalve het besluit van 14 maart 2016, dat eerder door de rechtbank is vernietigd. De rechtbank heeft de verzoeken om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen andere besluiten zijn die zijn vernietigd, herroepen of ingetrokken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.