Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
Hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2016 tot en met 4 juli 2016, te Eindhoven en/of Son en Breugel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad (een) aanzienlijke hoeveelhe(i)d(en) (totaal 125 liter) amfetamineolie, althans (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2016 tot en met 4 juli 2016, te Eindhoven en/of Son en Breugel en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een auto (merk Peugeot, type Boxer, met [kenteken] ) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad,
en/of
De formele voorvragen.
Bewijsoverwegingen.
omdat het anders rook’. Verdachte wil de naam van de opdrachtgevers niet noemen, omdat hij vreest voor represailles. Hij heeft de stoffen naar eigen zeggen voorts niet bij hem thuis opgeslagen, omdat hij zijn vrouw en kinderen er niet mee wilde belasten.
De bewezenverklaring.
in de periode van 3 juli 2016 tot en met 4 juli 2016, te Eindhoven en/of Son en Breugel, opzettelijk heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad een aanzienlijke hoeveelheid (totaal 125 liter) van een materiaal bevattende amfetamine;
in de periode van 3 juli 2016 tot en met 4 juli 2016, te Eindhoven en/of Son en Breugel om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, immers heeft verdachte opzettelijk daartoe
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De eis van de officier van justitie.
- gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen munitie;
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto merk Peugeot Boxer [kenteken] .