Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Je staat op de dodenlijst. Ik schiet je kapot [bijnaam] . Je gaat eraan”. De bijnaam van aangever was [bijnaam] . Verdachte stond buiten het kerkhof op de [adres 2] op een afstand van ongeveer 30 à 35 meter van aangever. Aangever zag dat verdachte een vuurwapen in zijn rechterhand had en het op hem richtte. Aangever hoorde een schot en zag een vuurpluim uit het wapen van verdachte komen. [2]
Gij staat ook op de dodenlijst”. Zij zag aangever naar verdachte lopen en hoorde een harde knal. Toen zij in de richting van verdachte keek, zag zij dat die een pistool in zijn hand had. [3]
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Je staat op de dodenlijst, ik schiet je kapot, je gaat eraan”. Aangever zag dat verdachte een wapen in zijn rechterhand had en hoorde een schot. Vervolgens zag aangever dat er een vuurpluim uit het wapen van verdachte kwam.