Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 17 juli 2017 te Eindhoven, althans te Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een stuk hout, althans met een (hard) voorwerp, meerdere malen, althans een maal (met kracht) tegen/in de richting van het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 17 juli 2017 te Eindhoven [slachtoffer 2] heeft bedreigd met brandstichting, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik steek je camper in de fik", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 17 juli 2017 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de voordeur van [adres 2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 2] , althans aan een ander dan aan verdachte, toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
op 17 juli 2017 te Eindhoven, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een stuk hout, meerdere malen met kracht in de richting van het hoofd en het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 17 juli 2017 te Eindhoven [slachtoffer 2] heeft bedreigd met brandstichting, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik steek je camper in de fik";
op 17 juli 2017 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de voordeur van [adres 2] toebehorende aan een ander dan aan verdachte, heeft vernield.