Uitspraak
[de vrouw]
[de man] ,
mr. C.M. van Aarle-van Beers,
- het verzoekschrift van de vrouw, ingediend ter griffie op 23 januari 2017;
- de correspondentie, met name:
- een faxbrief van mr. Baetens van 12 februari 2017;
- een brief, met bijlagen van mr. Baetens van 10 maart 2017;
- een brief van mr. Van Aarle-van Beers van 9 mei 2017.
- een brief, met bijlagen, van mr. Baetens van 24 mei 2017;
- een faxbrief, met bijlagen, van mr. Baetens van 25 mei 2017.
De beslissing
- na aanvaarding van de benoeming de verplichting bestaat de opdracht onpartijdig en naar beste weten te volbrengen;
- bij het onderzoek partijen door de deskundige in de gelegenheid moeten worden gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit het schriftelijk bericht moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan;
- van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken in het schriftelijk bericht melding moet worden gemaakt;
- indien tijdens het onderzoek voormeld voorschot ontoereikend blijkt te zijn, de deskundige direct bij constatering daarvan het onderzoek (voor zover redelijkerwijs mogelijk) dient te schorsen en via de griffier een aanvullend voorschot dient te vragen en dat pas na schriftelijk bericht van de griffier aan de deskundige dat het aanvullend voorschot is ontvangen de deskundige het onderzoek dient te hervatten;
pro formazitting van deze rechtbank van
22 oktober 2017;