Op 11 oktober 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van doodslag. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd, werd ervan beschuldigd op 6 oktober 2016 in Cuijk een ander opzettelijk van het leven te hebben beroofd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een mes meerdere keren in de borst, buik en been van het slachtoffer heeft gestoken, wat leidde tot diens overlijden. De rechtbank heeft het beroep op noodweer en noodweerexces verworpen, omdat de verdachte niet aannemelijk kon maken dat hij zich moest verdedigen tegen een aanval van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachte raad, waardoor de verdachte werd vrijgesproken van moord, maar wel werd veroordeeld voor doodslag. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 11 jaar op, met aftrek van het voorarrest, en een schadevergoeding aan de nabestaanden van het slachtoffer. De uitspraak is gedaan na een uitgebreid onderzoek ter terechtzitting, waarbij meerdere getuigen zijn gehoord en bewijsstukken zijn gepresenteerd.