ECLI:NL:RBOBR:2017:4512
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voorbereidingshandelingen met betrekking tot de productie van amfetamine
Op 25 augustus 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte op 24 mei 2017 in Eindhoven, samen met anderen, 600 kilogram APAA voorhanden had, wat een grondstof is voor de productie van amfetamine. De verdachte werd op 11 augustus 2017 ter terechtzitting gehoord, waar hij verklaarde dat hij door een onbekende persoon was benaderd om een aantal vaten te vervoeren in ruil voor een geldbedrag. Ondanks zijn vermoedens dat de vaten niet in orde waren, heeft hij de opdracht uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de risico's en dat hij willens en wetens de kans heeft aanvaard dat de stoffen die hij vervoerde, gebruikt zouden worden voor de productie van drugs. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de eerdere veroordeling van de verdachte en zijn jeugdige leeftijd. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en verplichtingen tot behandeling.