Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 augustus 2017 in de zaak tussen
1.a
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel, verweerder,
[belanghebbende], te [woonplaats] , (vergunninghouder).
Procesverloop
Overwegingen
eigenbestemmingsvlak Wonen, kan niet worden gezegd dat op grond van deze bepaling geen ontheffing voor een minicamping kan worden verleend op agrarische gronden, gelegen naast gronden die zijn bestemd tot "Wonen", die bij de bewoner van het perceel in gebruik zijn. Er is, anders dan eisers aangeven, geen sprake van het doen gelden van de ontheffingsregels van artikel 3.4.1 als ontheffingsregels voor burgerwoningen. Wel is er sprake van een relatie tussen beide regelingen. Ook artikel 20.6.2, aanhef en onder a, van de planregels geeft er blijk van dat bij gronden met de bestemming "Wonen" een minicamping kan worden gerealiseerd op gronden met een agrarische bestemming. Verweerder heeft daarom met juistheid overwogen dat een minicamping zich gelijktijdig op de woonbestemming en de agrarische bestemming mag bevinden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op het bezwaar te beslissen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten, vastgesteld op € 990,00;
- bepaalt dat verweerder eisers het door hen betaalde griffierecht van € 168,00 moet vergoeden.