ECLI:NL:RBOBR:2017:4460

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2017
Publicatiedatum
21 augustus 2017
Zaaknummer
01/845249-17
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting via internet met gebruik van valse namen op marktplaats

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 21 augustus 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende twee maanden schuldig heeft gemaakt aan oplichting via de internetsite Marktplaats. De verdachte heeft zich voorgedaan als bonafide verkoper en heeft gebruik gemaakt van valse namen om verschillende personen te misleiden. Gedurende de periode van 29 oktober 2016 tot en met 28 december 2016 heeft hij in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, geldbedragen van meerdere slachtoffers weten te verkrijgen door hen te laten geloven dat zij goederen zouden ontvangen na betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende manieren contact heeft onderhouden met de slachtoffers, waaronder via WhatsApp en telefoon, en hen heeft misleid door valse informatie te verstrekken over de goederen en de levering ervan.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om de schade van de gedupeerden te vergoeden. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van materiële schadevergoeding aan verschillende slachtoffers, variërend van €50 tot €152,95. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten en het feit dat hij de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten zwaar laten wegen in de strafbepaling, maar heeft ook het berouw van de verdachte meegewogen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845249-17
Datum uitspraak: 21 augustus 2017
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak
gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 augustus 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht
.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 juli 2017.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 7 augustus 2017 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 oktober 2016
tot en met 28 december 2016 te Geldrop en / of Helmond, in elk geval in
Nederland
(telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de
navolgende geldbedragen
1: [naam 1] , tot de afgifte van 112,71 euro, althans enig geldbedrag en/of
2: [naam 2] , tot de afgifte van 131,95 euro en/of
3: [naam 3] , tot de afgifte van 90 euro en/of
4: [naam 4] , tot de afgifte van 125 euro, althans enig geldbedrag en/of
5: [naam 5] , tot de afgifte van 152,95 euro, althans enig geldbedrag en/of
6: [naam 6] , tot de afgifte van 51,95 euro, althans enig geldbedrag en/of
7: [naam 7] , tot de afgifte van 85 euro, althans enig geldbedrag en/of
8: [naam 8] , tot de afgifte van 106,95 euro, althans enig geldbedrag en/of
9: [naam 9] , tot de afgifte van 50 euro, althans enig geldbedrag
door gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten
- [valse naam 1] en / of [valse naam 1] en / of
-[valse naam 2] en / of [valse naam 2] en / of [valse naam 2] en / of
- [valse naam 3] en / of
- [valse naam] en / of
- [valse naam 4] en / of [valse naam 4] en / of
-andere hierop gelijkende namen
- (vervolgens) met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op
de website www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een telefoon,
althans enig goed en / of goederen worden aangeboden en / of
- (vervolgens) met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op
de website www.marktplaats.nl te reageren op advertenties waarin
auto-onderdelen en / of motor-onderdelen, althans onderdelen van voertuigen en
/ of een telefoon, althans enig goed en / of goederen werden gezocht en / of
- met een of meer van voornoemde personen telefonisch en / of via whats'app
een of meermalen contact te onderhouden en / of overleg te voeren en / of
informatie te verschaffen over de wijze van en / of het tijdstip van levering
en / of ontvangst van voornoemde goederen en / of
- daarbij foto's mee te sturen van de voornoemde goederen en / of
gedetailleerde informatie te geven over voornoemde goederen en / of te zeggen
dat hij voornoemde goederen in zijn bezit had en /of
- toe te zeggen dat een track-en-trace code zou worden toegestuurd en / of toe
te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden
toegezonden en / of geleverd en / of
- daarbij een bankrekeningnummer door te geven, waarop de te betalen
aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en/of
gestort en over welke rekening hij/zij, verdachte, de beschikking had en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als

bonafide/betrouwbare verkoper van voornoemde goederen en/of

- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij,
verdachte, de door de kopers gezochte goederen na betaling daadwerkelijk zou
toezenden/leveren;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte erkent het hem tenlastegelegde.
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal, nu verdachte de feiten heeft erkend en gelet op het bepaalde in artikel 359,
derde lid van het Wetboek van Strafvordering, volstaan met een opsomming van de bewijs- middelen uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, met registratienummer PL2100-2017090161 z, afgesloten d.d. 1 mei 2017, aantal doorgenummerde pagina’s: 153. Dit dossier bevat een verzameling wettig opgemaakte processen-verbaal die in deze zaak in het kader van het opsporingsonderzoek zijn opgemaakt, alsmede (eventueel) andere bescheiden.
- aangifte [naam 1] (pag. 57-59);
- rekeningafschrift Rabobank [naam 10] EO (pag. 60)
- foto’s onderdelen (pag. 62-67)
- WhatsApp berichten (pag. 68-75)
- aangifte [naam 11] (pag. 76-78)
- rekeningafschrift Rabobank [naam 11] (pag. 79)
- WhatsApp berichten (pag. 80-85)
- aangifte [naam 12] (pag. 86-88)
- rekeningafschrift Rabobank [naam 12] EO (pag. 91)
- aangifte [naam 4] (pag. 92-94)
- rekeningafschrift INGbank mw [naam 13] (pag. 95)
- aangifte [naam 5] (pag. 97-99)
- rekeningafschrift Rabobank [naam 5] (pag. 100)
- WhatsApp berichten (pag. 101-102)
- aangifte [naam 14] (pag. 103-105)
- rekeningafschrift INGbank Hr [naam 14] (pag. 106)
- WhatsApp berichten (pag. 107-117)
- aangifte [naam 15] (pag. 118-120)
- rekeningafschrift Rabobank [naam 15] (pag. 121)
- WhatsApp berichten (pag. 122-125)
- aangifte [naam 8] (pag. 126-128)
- rekeningafschrift ABN-AMRO [naam 8] (pag. 129)
- advertentie Marktplaats (pag. 130)
- WhatsApp berichten (pag. 131-135)
- aangifte [naam 16] (pag. 136-137)
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 augustus 2017.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven genoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
in de periode van 29 oktober 2016 tot en met 28 december 2016 in Nederland,
telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een samenweefsel van verdichtsels,
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van de navolgende geldbedragen
1: [naam 1] , tot de afgifte van 112,71 euro en
2: [naam 2] , tot de afgifte van 131,95 euro en
3: [naam 3] , tot de afgifte van 90 euro en
4: [naam 4] , tot de afgifte van 120 euro en
5: [naam 5] , tot de afgifte van 152,95 euro en
6: [naam 6] , tot de afgifte van 51,95 euro en
7: [naam 7] , tot de afgifte van 85 euro en
8: [naam 8] , tot de afgifte van 106,95 euro en
9: [naam 9] , tot de afgifte van 50 euro,
door gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten
[valse naam 1] en/of [valse naam 1] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 3] en/of [valse naam] en/of [valse naam 4] en/of [valse naam 4] en/of andere hierop gelijkende namen
- met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een telefoon wordt aangeboden en/of
- met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl te reageren op advertenties waarin auto-onderdelen en/of motor-onderdelen en/of een telefoon, werden gezocht en/of
- met voornoemde personen telefonisch en/of via whats'app een of meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of ontvangst van voornoemde goederen en/of
- daarbij foto's mee te sturen van de voornoemde goederen en/of gedetailleerde informatie te geven over voornoemde goederen en/of te zeggen dat hij voornoemde goederen in zijn bezit heeft en/of
- toe te zeggen dat een track-en-trace code zou worden toegestuurd en/of toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of
- daarbij een bankrekeningnummer door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide verkoper van voornoemde goederen en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de door de kopers gezochte goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman verzoekt matiging van de gevangenisstraf.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende twee maanden schuldig gemaakt aan oplichting van een groot aantal personen. Op de internetsite www.marktplaats.nl heeft de verdachte actief gezocht naar personen die goederen wilden kopen, hij benaderde hen en deed zich voor als bonafide verkoper, waarbij hij zich van een valse naam bediende. Ook plaatste verdachte zelf op de website www.marktplaats.nl advertenties waarin hij goederen te koop aanbood. In goed vertrouwen hebben de aangevers de bedragen overgemaakt, in de veronderstelling dat de goederen zouden worden opgestuurd. De verdachte liet hen in die waan, maar wist dat hij de goederen nooit zou leveren. Verdachte heeft misbruik gemaakt van het door die personen in hem gestelde vertrouwen met als kennelijk doel eigen financieel gewin. Bovendien heeft verdachte door zijn handelswijze het vertrouwen in de handel via internet in het algemeen schade toegebracht, temeer omdat de website Marktplaats bij uitstek het medium is waar veel mensen in goed vertrouwen goederen kopen en verkopen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft de rechtbank bij de beslissing over een passende afdoening in het bijzonder
rekening gehouden met de omstandigheid dat uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in
2014 en 2016 voor meerdere oplichtingen is veroordeeld tot een (deels voorwaardelijke)
gevangenisstraf, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige
strafbare feiten te plegen. Bovendien heeft verdachte de bewezenverklaarde feiten gepleegd
gedurende de proeftijd van een eerdere veroordeling voor oplichting.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat verdachte er blijk van heeft gegeven dat hij de ernst van het door hem aan zijn slachtoffers aangedane leed inziet en oprecht berouw heeft getoond.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte van 9 maanden voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.

De vordering van de benadeelde partij [naam 1] .

Door de benadeelde partij [naam 1] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 112,71 en immateriële schade van € 130,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering voor materiele schade volledig toe te wijzen en voor immateriële schade toe te wijzen tot een bedrag van € 100,00, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde materiele schade kan worden toegewezen en de gevorderde immateriële schade zonder nadere onderbouwing niet toewijsbaar is en moet worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank acht de vordering terzake materiele schade toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 112,71, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Gesteld noch gebleken is dat hiervan in het onderhavige geval sprake is. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in dit geval hooguit sprake is van enig psychisch onbehagen of een zich gekwetst voelen, hetgeen onvoldoende grond vormt voor het aannemen van een verplichting tot het betalen van immateriële schadevergoeding. Nu de benadeelde partij op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek niet in aanmerking komt voor deze vergoeding zal de vordering tot immateriële schadevergoeding worden afgewezen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 2] .

Door de benadeelde partij [naam 2] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 131,95 en immateriële schade van € 250,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering voor materiele schade volledig toe te wijzen en voor immateriële schade toe te wijzen tot een bedrag van € 100,00, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde materiele schade kan worden toegewezen en de gevorderde immateriële schade zonder nadere onderbouwing niet toewijsbaar is en moet worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank acht de vordering terzake materiele schade toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 131,95, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Gesteld noch gebleken is dat hiervan in het onderhavige geval sprake is. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in dit geval hooguit sprake is van enig psychisch onbehagen of een zich gekwetst voelen, hetgeen onvoldoende grond vormt voor het aannemen van een verplichting tot het betalen van immateriële schadevergoeding. Nu de benadeelde partij op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek niet in aanmerking komt voor deze vergoeding zal de vordering tot immateriële schadevergoeding worden afgewezen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 3] .

Door de benadeelde partij [naam 3] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 90,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 4]

Door de benadeelde partij [naam 4] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 270,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen tot een bedrag van
€ 120,00, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Voor het overige dient de vordering te worden afgewezen.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 120,00 en dat de gevorderde schade ad € 150,00 moet worden afgewezen, omdat deze schade geen rechtstreeks verband houdt met het ten aanzien van verdachte bewezen verklaarde feit.
De rechtbank acht de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 120,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening. Nu niet kan worden vastgesteld dat de gevorderde schade ad € 150,00 rechtstreeks verband houdt met het ten aanzien van verdachte bewezen verklaarde feit zal de rechtbank deze vordering afwijzen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 5] .

Door de benadeelde partij [naam 5] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 152,95 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 6] .

Door de benadeelde partij [naam 6] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 51,95 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 7] .

Door de benadeelde partij [naam 7] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 85,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 8] .

Door de benadeelde partij [naam 8] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 106,95 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [naam 9] .

Door de benadeelde partij [naam 9] is een voegingsformulier ingediend met een vordering voor materiële schade van € 50,00 ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde en bewezenverklaarde strafbare feit.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering volledig toe te wijzen, met daarbij de schadevergoedingsmaatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de gevorderde schade kan worden toegewezen.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal telkens voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedings-maatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank telkens bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

oplichting, meermalen gepleegd

verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straf en maatregelen.
Gevangenisstrafvoor de duur van 18 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 112,71 subsidiair 2 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] van een bedrag van EUR 112,71 (zegge: honderdtwaalf euro en eenenzeventig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (8 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 1] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] , van een bedrag van EUR 112,71 (zegge: honderdtwaalf euro en eenenzeventig cent), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (8 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Wijst de vordering voor het overige af.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 131,95 subsidiair 2 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 2] van een bedrag van EUR 131,95 (zegge: honderd eenendertig euro en vijfennegentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (15 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 2] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] , van een bedrag van EUR 131,95 (zegge: honderd eenendertig euro en vijfennegentig cent), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (15 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Wijst de vordering voor het overige af.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 90,00 subsidiair 1 dag hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 3] van een bedrag van EUR 90,00 (zegge: negentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (21 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 3] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 3] , van een bedrag van EUR 90,00 (zegge: negentig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (21 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 120,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 4] van een bedrag van EUR 120,00 (zegge: honderdtwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding (post 1).
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (14 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 4]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 4] , van een bedrag van EUR 120,00 (zegge: honderdtwintig euro), te weten materiële schadevergoeding (post 1).
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (14 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Wijst de vordering voor het overige af.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 152,95 subsidiair 3 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 5] van een bedrag van EUR 152,95 (zegge: honderd tweeënvijftig euro en vijfennegentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (16 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 5] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 5] , van een bedrag van EUR 152,95 (zegge: honderd tweeënvijftig euro en vijfennegentig cent), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (16 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 51,95 subsidiair 1 dag hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 6] van een bedrag van EUR 51,95 (zegge: eenenvijftig euro en vijfennegentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (14 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 6] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 6] , van een bedrag van EUR 51,95 (zegge: eenenvijftig euro en vijfennegentig cent), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (14 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 85,00 subsidiair 1 dag hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 7] van een bedrag van EUR 85,00 (zegge: vijfentachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (26 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 7] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 7] , van een bedrag van EUR 85,00 (zegge: vijfentachtig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (26 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 106,95 subsidiair 2 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 8] van een bedrag van EUR 106,95 (zegge: honderdzes euro en vijfennegentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (3 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 8] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 8] van een bedrag van EUR 106,95 (zegge: honderdzes euro en vijfennegentig cent), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (3 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 50,00 subsidiair 1 dag hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 9] van een bedrag van EUR 50,00 (zegge: vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (23 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 9] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [naam 9] , van een bedrag van EUR 50,00 (zegge: vijftig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (23 november 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.A. van Gameren, voorzitter,
mr. H.M. Hettinga en mr. B. Poelert, leden,
in tegenwoordigheid van L.M.E. de Roo, griffier,
en is uitgesproken op 21 augustus 2017.
Mr. H.A. van Gameren en mr. B. Poelert zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.