Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 23 december 2016 in de gemeente Ommel, gemeente Asten,
althans in het arrondissement Oost-Brabant, opzettelijk brand heeft gesticht, hebbende hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur (in een weeghok in/nabij een varkensstal) een bonnenmap en/of een kartonnen doos en/of een houtenschap in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor een weeghok en/of een varkensstal en/of ongeveer 20.000, althans een grote hoeveelheid, varkens te duchten was;
hij op of omstreeks 23 december 2016 in de gemeente Ommel, gemeente Asten,,
althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, opzettelijk brand heeft gesticht, hebbende hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur in een (personen)auto en/of autobus in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor voornoemde auto en/of een varkensstal en/of ongeveer 20.000, athans een grote hoeveelheid varkens te duchten was;
hij op of omstreeks 23 december 2016 te Asten opzettelijk en wederrechtelijk
een goed, te weten een (electrische aandrijving van een) hekwerk en/of (toegangs)poort, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 1] Hotel en/of [slachtoffer 2] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 7 augustus 2017;
- Bijlagen bij het proces-verbaal van relaas van de politie Oost-Brabant, genummerd PL2100-2016281486, doorgenummerd 1 tot en met 25.
“Ik was met het vuur het kwaad aan het verdelgen. Ik stond in dat weeghok, hoewel ik op dat moment niet wist dat dit een weeghok was. ik kan me herinneren dat ik iets had aangestoken, maar wat dat precies was weet ik niet meer.”
“ik kan me iets herinneren van dat ik iets met vuurwerk had aangestoken in de bus.”
De bewezenverklaring.
op 23 december 2016 in Ommel, gemeente Asten, opzettelijk brand heeft gesticht, hebbende hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur in een weeghok nabij een varkensstal een bonnenmap en/of een kartonnen doos en/of een houten-schap in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een varkensstal enongeveer 20.000 varkens te duchten was;
op 23 december 2016 te Asten opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een elektrische aandrijving van een toegangspoort, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 1] Hotel heeft vernield.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
culpa in causa: verdachte heeft er zelf de hand in gehad dat hij in een psychose terecht is gekomen. Deze is immers ontstaan door het drugsgebruik van de verdachte. Het ontstaan van de psychose onder invloed waarvan verdachte heeft gehandeld kan verdachte daarom worden verweten.
culpa in causaprincipe niet op betrokkene van toepassing te doen zijn, omdat betrokkene vanuit zijn kwetsbare persoonlijkheid en zijn daarbij gepaard gaande erg beperkte adaptieve vaardigheden geen andere keuzemogelijkheden in het reguleren van stress heeft, dan drugsgebruik. Verder merken zij hierover op dat verdachte, gezien zijn ondergane opname in het verleden op de intensive care afdeling van het ziekenhuis, had kunnen weten dat de combinatie van speed en alcohol niet samengaat. Opgemerkt zij hierbij dat hij toen niet psychotisch ontregeld was geraakt.
Oplegging van straffen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
Taakstrafvoor de duur van
120 urensubsidiair 60 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
Gevangenisstrafvoor de duur van
3 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich uiterlijk na het onherroepelijk zijn van dit vonnis zal melden bij de reclassering van Novadic-Kentron aan de dr. Poletlaan 74-76 te Eindhoven en zich daarna gedurende een door die reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering;
- zich ambulant laat behandelen bij Novadic-Kentron, Forensische verslavingszorg, of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering. Veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- zich verplicht laat opnemen tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken, als de reclassering dit noodzakelijk acht. Veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van deze opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.