ECLI:NL:RBOBR:2017:413
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel na overtreding proeftijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 januari 2017 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel. De veroordeelde, geboren in 1995 en thans gedetineerd in P.I. HvB Grave, had tijdens de proeftijd een nieuw strafbaar feit gepleegd. De rechtbank baseerde haar beslissing op een eerder vonnis van 16 februari 2015, waarin de ISD-maatregel was opgelegd voor de duur van twee jaar met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie had de vordering tot tenuitvoerlegging ingediend, omdat de veroordeelde zich niet aan de algemene voorwaarde had gehouden om geen strafbare feiten te plegen.
Tijdens de zitting op 16 januari 2017 werd de vordering behandeld. De verdediging voerde aan dat de vordering ten onrechte ter openbare terechtzitting was behandeld in plaats van in openbare raadkamer, zoals voorgeschreven door de wet. De rechtbank oordeelde echter dat de veroordeelde niet in zijn belangen was geschaad, aangezien de zittingsvoorschriften voor een behandeling in raadkamer beperkter zijn dan die voor een onderzoek ter terechtzitting. De rechtbank concludeerde dat de vordering aan alle wettelijke eisen voldeed en dat er geen omstandigheden waren die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg stonden.
De rechtbank heeft in haar oordeel ook de eerdere kans die aan de veroordeelde was gegeven om zich aan de voorwaarden te houden, meegewogen. Ondanks deze kans en de begeleiding door de reclassering, heeft de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden gehouden. De rechtbank oordeelde dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk was voor de beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van overlast. Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg stonden, waren niet aanwezig. De rechtbank gelastte daarom de tenuitvoerlegging van de maatregel voor de duur van twee jaar.