ECLI:NL:RBOBR:2017:4032
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van overtreding van artikel 6 en artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 na tegenstrijdige getuigenverklaringen
Op 28 juli 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het veroorzaken van een verkeersongeval door roekeloos rijgedrag. De zaak was aanhangig gemaakt na een incident op 8 juli 2015 te Boxtel, waarbij de verdachte met haar auto een overstekende fietser aanreed. De officier van justitie vorderde een veroordeling, stellende dat de verdachte door rood licht was gereden en onvoldoende aandacht had voor het verkeer. Tijdens de zitting op 14 juli 2017 zijn getuigen gehoord, maar hun verklaringen waren tegenstrijdig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen objectief bewijs was dat de verdachte door rood licht was gereden. De getuigenverklaringen boden onvoldoende basis om te concluderen dat de verdachte schuldig was aan de tenlastelegging. De rechtbank heeft ook overwogen of de verdachte, indien het verkeerslicht groen was, een andere verkeersfout kon worden verweten, maar vond hiervoor geen aanwijzingen in het dossier. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging.