ECLI:NL:RBOBR:2017:3973

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2017
Publicatiedatum
26 juli 2017
Zaaknummer
C/01/320242 / EX RK 17-62
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met geschil tussen erfgenamen

Op 21 april 2017 hebben verzoekers, in hun hoedanigheid van erfgenamen, een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank tot benoeming van een vereffenaar op basis van artikel 4:203 BW. De zaak is behandeld op 27 juni 2017, waar verzoeksters en hun advocaat aanwezig waren, terwijl de verweerster niet persoonlijk verscheen. De rechtbank heeft op 26 juli 2017 uitspraak gedaan.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de heer [erflater] is overleden op [datum overlijden] en heeft geen testament achtergelaten. Alle erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Er zijn verschillende vermogensbestanddelen en schulden, waaronder een vordering van de erflater op de verweerster, die nog niet is voldaan. Dit heeft geleid tot een slechte verstandhouding tussen de verzoekers en de verweerster.

De verweerster heeft verweer gevoerd tegen de benoeming van een vereffenaar, stellende dat de nalatenschap bijna is afgewikkeld en dat de benoeming onnodige kosten met zich meebrengt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de slechte verstandhouding tussen partijen de afwikkeling van de nalatenschap belemmert en dat benoeming van een vereffenaar in het belang van alle erfgenamen is.

De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van de heer mr. J.Th.M. Diks als vereffenaar toegewezen. De kosten van de procedure en de vereffenaar zullen, indien er voldoende baten zijn, ten laste van de nalatenschap komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de rechtbank heeft de griffier opgedragen de benoeming in het boedelregister in te schrijven en te publiceren op rechtspraak.nl.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/320242 / EX RK 17-62
Beschikking van 26 juli 2017
in de zaak van

1.[verzoekster 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[verzoekster 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[verzoeker 3],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
advocaat mr. H.J.M. Smelt te Helmond,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
advocaat mr. A.B. Noordhof te Eindhoven.

1.De procedure

1.1.
Op 21 april 2017 heeft de rechtbank een verzoekschrift van verzoekers, in
hun hoedanigheid van erfgenamen, ontvangen strekkende tot de benoeming van een vereffenaar ex artikel 4:203 BW.
1.2.
De zaak is behandeld ter zitting van 27 juni 2017, alwaar verzoekster sub 1 en 2 vergezeld van hun advocaat, zijn verschenen. Tevens is de advocaat van verweerster, mevrouw mr. Noordhof, verschenen. Verweerster is niet in persoon verschenen.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De feiten en het verzoek

2.1.
Op [datum overlijden] is te [plaats] overleden de heer [erflater] (hierna te noemen: erflater), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , laatst wonende te [plaats] .
2.2.
Uit het Centraal Testamentenregister is gebleken dat erflater niet heeft beschikt over een testament.
2.3.
Alle erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard.
2.4.
Tot de nalatenschap behoren een aantal vermogensbestanddelen, een aantal schulden, een banksaldo en een vordering van erflater op verweerster. Daarnaast is er sprake van een openstaande factuur van de advocaat die namens erflater een procedure heeft gevoerd tegen verweerster. In deze procedure die is opgestart door de bewindvoering van erflater, met zaaknummer CC/01/295795 / HA ZA 15-482, is verweerster tezamen met haar echtgenoot de heer [naam echtgenoot verweerster] bij vonnis van 6 april 2016 van de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van € 92.086,67 (exlusief wettelijke rente) aan erflater. Verweerster en haar echtgenoot zijn bij voornoemd vonnis tevens veroordeeld in de beslag- en proceskosten.
2.5.
Vanwege voornoemde vordering die verweerster en haar echtgenoot nog aan de nalatenschap dienen te voldoen, is er tussen verzoekers en verweerster een slechte verstandhouding ontstaan. Verweerster en haar echtgenoot hebben overigens al wel een bedrag afgelost op deze vordering.
2.6.
Verzoekers hebben een voorstel gedaan tot afwikkeling van de nalatenschap maar verweerster heeft daar niet inhoudelijk op gereageerd.
2.7.
Gelet op het voorgaande en gelet op het feit dat de afwikkeling van de onderhavige nalatenschap in een impasse verkeert vanwege de onderlinge slechte verstandhouding, verzoeken verzoekers de rechtbank over te gaan tot benoeming van een vereffenaar teneinde de nalatenschap van erflater tot een goed einde te brengen.

3.Het verweer

3.1.
Mr. Noordhof heeft namens verweerster verweer gevoerd en ter zitting van 27 juni 2017 de rechtbank medegedeeld dat zij niet akkoord gaat met het verzoek tot benoeming van een vereffenaar. Verweerster is van mening dat de nalatenschap bijna is afgewikkeld en er nog maar enkele handelingen nodig zijn om tot een definitieve afwikkeling te kunnen komen. Daarnaast brengt het benoemen van een vereffenaar onnodige kosten met zich mee waarvan verweerster aangeeft niet bij machte te zijn deze kosten te kunnen betalen.
3.2.
Verweerster is veroordeeld tot terugbetaling van een vordering die erflater op haar heeft, maar zij beschikt op dit moment niet over voldoende middelen om haar schuld aan de nalatenschap af te lossen.
3.3.
Mr. Noordhof heeft ter zitting verklaard dat zij wel de noodzaak tot vereffening van de nalatenschap inziet en heeft aangegeven dat verweerster mee wil werken, zodat een benoeming van een vereffenaar achterwege kan blijven. Mr. Noordhof heeft voorts nog te kennen gegeven akkoord te gaan met hetgeen partijen onderling in een brief van 11 januari 2016 op papier hebben gezet inzake de verdeling van de nalatenschap zodat de inhoud van voornoemde brief door een eventueel door de rechtbank benoemde vereffenaar als uitgangspunt genomen kan worden ter verdere afwikkeling van de nalatenschap.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek strekt tot het benoemen van een vereffenaar van de nalatenschap van erflater. De in art. 4:206 BW genoemde personen, voor zover bekend, zijn gehoord althans behoorlijk opgeroepen om ter zitting te verschijnen van 27 juni 2017.
4.2.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting leidt de rechtbank af dat er sprake is van een slechte verstandhouding tussen verzoekers en verweerster, waarbij de vordering van de boedel op verweerster een belangrijke rol speelt. De slechte verstandhouding heeft tot gevolg dat de afwikkeling van de nalatenschap wordt belemmerd.
4.3.
De rechtbank is mitsdien van oordeel dat een verzoek tot benoeming van een vereffenaar toegewezen kan worden nu het in het belang van alle erfgenamen is. Partijen zijn het met elkaar eens dat de brief van 11 januari 2016 (die zich overigens niet bij de stukken bevindt) als uitgangspunt van de vereffening van de nalatenschap dient te worden genomen, zodat de kosten van de vereffening beperkt kunnen blijven. De rechtbank merkt hierbij overigens op dat dit uitgangspunt geen belemmering mag vormen voor de vereffenaar om zijn taak als vereffenaar naar behoren te vervullen en de vereffenaar voor zover nodig af kan wijken van hetgeen partijen zijn overeengekomen.
4.4.
De door verzoeker voorgestelde vereffenaar, de heer mr. J.Th. Diks, heeft zich schriftelijk (en telefonisch aan de griffier) bereid verklaard een benoeming als zodanig te aanvaarden.
4.5.
Gelet op het bovenstaande zal het verzoek tot benoeming van een vereffenaar worden toegewezen.
4.6.
De kosten van deze procedure en de kosten van de vereffenaar zullen, indien er voldoende baten aanwezig zijn, ten laste van de boedel komen.

5.De beslissing

De rechtbank
- wijst het verzoek toe en benoemt:
mr. J.Th.M. Diks,
verbonden aan advocatenkantoor Advocaten Familie- & Erfrecht,
gevestigd te 5644 RJ Eindhoven, aan de Aalsterweg 224,
tot vereffenaar van de nalatenschap van:
[erflater],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
overleden op [datum overlijden] te [plaats] ,
laatstelijk wonende te [plaats] ,
  • draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven en deze benoeming te publiceren op rechtspraak.nl,
  • draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
- bepaalt dat de kosten van deze procedure, alsmede die van de vereffenaar ten laste van de nalatenschap komen;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.K.B. van Daalen en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2017.