Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[naam verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
dashcam-beelden van een medeweggebruiker [4] ;
De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte wist dat een ongeval had plaatsgevonden en dat er sprake is geweest van het opzettelijk verlaten van de plaats van het ongeval.
De rechtbank is gelet op dit alles van oordeel dat beide onder 2 cumulatief ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen, namelijk dat verdachte de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat bij het ongeval aan een ander letsel was toegebracht en daardoor een ander in hulpeloze toestand werd achtergelaten.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
[slachtoffer 2] had een gebroken pols, aan haar hoofd een bult en een snijwond en een verzwikte enkel. Dat de slachtoffers door de aanrijding niet dodelijk gewond zijn geraakt is niet aan verdachte te danken. De slachtoffers hebben door het voorval weken niet kunnen werken. Uit de door de slachtoffers ingediende schriftelijke slachtofferverklaringen is gebleken dat het incident diepe indruk heeft gemaakt en dat het voorval nog dagelijks angstgevoelens bij hen oproept.
Vordering tot ontzegging van de rijbevoegdheid
.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2
voor de duur van 3 (drie) jaren