Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] .
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:schuldheling.Ten aanzien van feit 2:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 4:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 5 primair:schuldheling.Ten aanzien van feit 6:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 7 primair:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 8:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 9:Handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en hetfeit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
Gevangenisstraf voor de duur van 40 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen, te weten:
Teruggavevan het in beslag genomen goed aan de rechthebbende [benadeelde 16] , te weten: