ECLI:NL:RBOBR:2017:3907

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 juli 2017
Publicatiedatum
19 juli 2017
Zaaknummer
01/880396-16
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor meerdere diefstallen en voorhanden hebben van vuurwapen en munitie

Op 20 juli 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere diefstallen en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in een periode van vier maanden verschillende voertuigen en goederen heeft gestolen, waaronder een quad, bedrijfsauto's en aanhangers. De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal in vereniging en schuldheling. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de subsidiaire tenlastelegging van schuldheling van de quad, en aan de diefstal van meerdere voertuigen. De verdachte is vrijgesproken van enkele feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 40 maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is er een onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen, waaronder een pistool en munitie, en zijn er verbeurdverklaringen gedaan voor andere in beslag genomen voertuigen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het feit waarop de vordering betrekking had, is vrijgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/880396-16
Datum uitspraak: 20 juli 2017
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
wonende te [adresgegevens 1] ,
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 juli 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 14 februari 2017.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 6 juli 2017 gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 30 augustus 2016 te Heesch, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods aan de [adresgegevens 2] heeft weggenomen een (zwarte) quad, merk Can-am, type BRP Outlander 500XT en/of muntgeld en/of flessen sterke drank en/of trays frisdrank en/of pakken koffie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen quad en/of geld en/of drank en/of koffie onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking op/van een of meer rolluiken/roldeuren en/of binnendeuren van die loods;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 augustus 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze,, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed, te weten een (zwarte) quad, merk Can-am, type BRP outlander 500XT heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. hij op of omstreeks 27 september 2016 te Boxtel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een terrein aan de [adresgegevens 10] aldaar,heeft weggenomen een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 1] ) en/of een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 2] ) en/of een personenauto (merk Jaguar, [kentekennummer 3] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
3. hij op of omstreeks 03 oktober 2016 te Nijkerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf het bedrijfsterrein aan de [adresgegevens 3] weg te nemen een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 4] ), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders
en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen bedrijfsauto onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking,
een zijruit van die bedrijfsauto heeft vernield en/of portiersloten heeft geforceerd (door inboren) en/of de kap van de stuurkolom heeft verwijderd en/of het contactslot heeft getracht te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. hij op of omstreeks 03 oktober 2016 te Nijkerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen - een personenauto (merk BMW, [kentekennummer 5] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en/of
- een trailer met een boot en/of een verlichtingsbalk voor een trailer en/of een of meer buitenboordmotoren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,en/of
- een aanhanger met reclamezuil, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
5. hij op of omstreeks 07 oktober 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(een) goed(eren), te weten een personenauto (merk Jeep type Cherokee, [kentekennummer 6] ) en/of een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 7] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
A.
hij op of omstreeks 20 september 2016 te Oijen, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (bedrijfsvoertuig, merk Jeep Cherokee, [kentekennummer 6] ) en/of een aanhangwagen ( [kentekennummer 8] ) en/of een shovel (merk Wacker Neuson), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
en/of
B.
hij op of omstreeks 15 september 2016 te Sint Anthonis, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 7] ) en/of een quad, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
6. hij op of omstreeks 22 oktober 2016 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein aan [adresgegevens 4] , heeft weggenomen een bedrijfsauto (merk Iveco, [kentekennummer 9] ) en/of een aanhanger en/of twee knikmopsen en/of een zitmaaier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
7. hij op of omstreeks 27 oktober 2016 te Middelrode, gemeente Sint-Michielsgestel, en/of Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- vanaf een terrein aan de [adresgegevens 11] te Middelrode, gemeente Sint-Michielsgestel, zeven, in elk geval een aantal, rijplaten, en/of
- vanaf een terrein aan de [adresgegevens 12] te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, een rijplaat, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 14] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 oktober 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
goederen, te weten acht, in elk geval een aantal, rijplaten heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die goederen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof;
8. hij op of omstreeks 13 november 2016 te Boxtel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein aan [adresgegevens 5] , heeft weggenomen een bedrijfsauto (oprijwagen, merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 10] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 15] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
9. hij op of omstreeks 13 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, merk Sauer & Sohn, kaliber 7.65 mm, en/of munitie van categorie III, te weten 25 patronen, kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
10. hij op of omstreeks 27 juni 2016 te Schoonrewoerd, gemeente Leerdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur bij de woning [adresgegevens 6] , heeft weggenomen een kettingzaag en/of lijnlaser(s) en/of boormachine(s) en/of een boorhamer en/of een multitool en/of een hogedrukreiniger (merk Kärcher) en/of een zitmaaier en/of een maaidek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 16] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze,, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed, te weten een hogedrukreiniger (merk Kärcher) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht feit 1 subsidiair, de schuldheling van de zwarte quad, wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert zich daarbij op de aangifte en de processen-verbaal van bevindingen betreffende de melding van een gestolen quad en het aantreffen van de gestolen quad in de loods van verdachte.
De officier van justitie acht feit 2, de diefstal in vereniging van drie voertuigen, wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte, het proces-verbaal van verhoor van de beveiligingsmedewerker, de processen-verbaal betreffende de histo-gegevens van de telefoon van verdachte en de tapgesprekken.
De officier van justitie acht de feiten 3 en 4 eveneens wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangiftes, de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] en de processen-verbaal van bevindingen betreffende de camerabeelden, het aantreffen van de gestolen goederen in Rosmalen, de histo-gegevens, de tapgesprekken kort na het gebeuren en de stemherkenning van verdachte.
De officier van justitie acht feit 5 primair, de schuldheling van de Mercedes-Benz bedrijfsauto en de personenauto Jeep Cherokee, wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangiftes en het proces-verbaal van bevindingen betreffende het aantreffen van de voertuigen in en in de nabijheid van de loods van verdachte.
Ook feit 6, de diefstal van een bedrijfsauto, een aanhanger, twee knikmopsen en een zitmaaier acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte en de processen-verbaal van bevindingen betreffende de camerabeelden, de histo-gegevens en de tapgesprekken rond het tijdstip van de diefstal.
De officier van justitie acht feit 7, de diefstal van acht rijplaten wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert zich daarbij op de aangifte, de getuigenverklaring en het proces-verbaal van bevindingen betreffende het aantreffen van de rijplaten.
Feit 9, het voorhanden hebben van een wapen en munitie, acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen. Hij baseert zich daarbij op het proces-verbaal van bevindingen betreffende het aantreffen van het wapen en de munitie in een caravan in de loods van verdachte, het rapport van het TMFI dat het zeer waarschijnlijk is dat het DNA op het wapen afkomstig is van verdachte en het proces-verbaal betreffende het onderzoek van het wapen.
De officier van justitie acht feit 10 primair, de diefstal van de hogedrukreiniger, niet wettig en overtuigend bewezen. Wel acht hij feit 10 subsidiair, de heling ervan, wettig en overtuigend bewezen en hij baseert zich daarbij op de aangifte en het proces-verbaal van bevindingen betreffende het aantreffen van de hogedrukreiniger in de loods van verdachte.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman is van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 1 primair vanwege de tijdspanne en het ontbreken van een link tussen verdachte en de diefstal. Ten aanzien van feit 1 subsidiair, de schuldheling, refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman refereert zich ten aanzien van feit 2 aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman betwijfelt of feit 3, de poging diefstal van een voertuig, bewezen kan worden. Behalve dat de goederen van feit 4 die in Rosmalen zijn aangetroffen, zijn weggenomen rondom hetzelfde tijdstip en in dezelfde buurt als het voertuig van feit 3, is er geen bewijs. Ten aanzien van feit 4 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman is van mening dat de onder feit 5 tenlastegelegde heling van de Jeep niet kan worden bewezen aangezien er geen relatie is te leggen tussen verdachte en de Jeep. Ten aanzien van de heling van de bedrijfsauto van het merk Mercedes refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Ook ten aanzien van de feiten 6 en 7 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman is van mening dat verdachte van feit 9, het voorhanden hebben van het wapen en munitie, dient te worden vrijgesproken. Het DNA bevat een mengprofiel hetgeen onvoldoende is voor hard technisch bewijs.
De raadsman is van mening dat verdachte van feit 10 dient te worden vrijgesproken aangezien noch de diefstal, noch de heling van de hogedrukreiniger kan worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
feit 1
In de nacht van 29 op 30 augustus 2016 is er ingebroken in de loods bij de woning van [benadeelde 1] aan de [adresgegevens 2] te Heesch. Er is onder andere een zwarte quad weggenomen van het merk Can-Am, type BRP Outlander 500 XT met [kentekennummer 11] . [2]
Op 31 augustus 2016 komt er een melding binnen bij de politie over een verdachte situatie bij het [woonwagencentrum] te [gemeente] . De melder had een quad in een garagebox zien staan die de dag ervoor gestolen zou zijn. [3] Bij onderzoek in de schuur van de woning van [verdachte] aan [adresgegevens 7] te [gemeente] wordt een quad zonder kenteken aangetroffen. Onderzoek in het politiesysteem om de identiteit van de quad vast te stellen wijst uit dat de quad is weggenomen bij een diefstal uit een bedrijf/kantoor en dat het kenteken van de quad is [kentekennummer 11] . [4]
Verdachte verklaart dat een man van Nigeriaanse afkomst de quad zonder kenteken bij hem heeft gestald. [5]
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair tenlastegelegde schuldheling. Wat er ook zij van de verklaring van verdachte over het stallen van de quad door een Nigeriaan, door toe te staan dat op zijn terrein voor korte tijd een quad zonder kentekenplaten wordt geplaatst door een hem tot dan toe onbekende man die bereid was daarvoor een bedrag van EUR 200,-- te betalen, had verdachte redelijkerwijs kunnen vermoeden dat die quad van diefstal afkomstig was en heeft hij zich daarmee schuldig gemaakt aan schuldheling.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder 1 primair tenlastegelegde de diefstal van de quad aangezien zij met de officier van justitie en de raadsman van oordeel is dat er geen bewijs is dat verdachte de quad heeft weggenomen.
feit 2
Op 27 september 2016 zijn op het terrein gelegen aan de [adresgegevens 10] te Boxtel twee bedrijfsauto’s van het merk Mercedes-Benz met respectievelijk het [kentekennummer 1] en [kentekennummer 2] en een personenauto van het merk Jaguar met [kentekennummer 3] , weggenomen van [benadeelde 2] . De auto’s stonden achter een hek met een afgesloten poort en de sleutels zaten op het contact van de auto’s. Na de diefstal was de poort nog steeds afgesloten. [6]
[beveiliger] ziet op 27 september 2016 om 23.45 uur op het industrieterrein Ladonk te Boxtel twee witte bestelbussen rijden, met hoge snelheid en zonder verlichting. De voertuigen kwamen vanaf de [adresgegevens 10] te Boxtel. Er reed een derde voertuig, een Jaguar, die lichtsignalen gaf aan de twee witte busjes. In beide busjes zat steeds één persoon. Op de A2 minderde één van de busjes vaart en ging op de vluchtstrook rijden. De andere twee voertuigen gingen ook op de vluchtstrook rijden. De bestuurders van de busjes stapten alle twee in de Jaguar en gingen er met hoge snelheid vandoor richting Den Bosch. [7]
Tijdens de diefstallen van de drie voertuigen straalt de telefoon van [verdachte] aan op een paal aan de Van Salmstraat te Boxtel, in de nabije omgeving van de [adresgegevens 10] te Boxtel. Er wordt een gesprek gevoerd tussen [verdachte] en [medeverdachte] . De inhoud van het gesprek stemt overeen met de waarneming van de beveiliger dat een witte bestelbus stopt op de vluchtstrook en dat de bestuurder van die bestelbus instapt in de Jaguar. [8]
De rechtbank is net als de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat gelet op het voorgaande de diefstal van de twee bedrijfsauto’s en de personenauto van [benadeelde 2] op 27 september 2016 wettig en overtuigend bewezen is.
feit 3
De rechtbank acht de poging diefstal van de Mercedes bedrijfsauto niet wettig en overtuigend bewezen en zal de verdachte hiervan vrijspreken. Naast de aangifte en de histo-gegevens van die nacht waaruit volgt dat de telefoon van verdachte aanstraalde op de masten gelegen op de route van Nijkerk en Rosmalen, is er geen ander bewijsmiddel dat wijst in de richting van verdachte, hetgeen onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen van dit feit.
feit 4
In de nacht van 2 op 3 oktober 2016 worden op het [bedrijventerrein] in Nijkerk een BMW met [kentekennummer 5] van [benadeelde 4] , eigenaar van [benadeelde 5] [9] , een trailer met een boot, een verlichtingsbalk van een trailer en een buitenboordmotor van [benadeelde 6] , [benadeelde 7] en [benadeelde 8] [10] en een aanhanger met reclamezuil van [benadeelde 9] [11] weggenomen.
Later in die nacht wordt in de [adresgegevens 13] te Rosmalen een bestelbus met een boot op een trailer geplaatst. Het kenteken van de bestelbus is [kentekennummer 12] . Ook komt er een BMW de straat ingereden waar een man uitstapt. De mannen uit de bestelbus en de BMW rijden vervolgens samen in de BMW weg. De man die uit de BMW stapte wordt herkend als de vriend van de [buurvrouw] . [12] [13]
De vriend van de [buurvrouw] is de [verdachte] . [14]
Op het [bedrijventerrein] te Nijkerk hangen beveiligingscamera’s. Op de camerabeelden is te zien dat op 3 oktober 2016 een witte bestelbus met opdruk het bedrijventerrein oprijdt. Ook is op de beelden te zien dat drie personen vanaf het terrein van [benadeelde 9] de weg oversteken en richting [adresgegevens 3] lopen. [15] Op de beelden is te zien dat de witte bestelbus dezelfde uiterlijke kenmerken heeft als de witte bestelbus met kenteken [kentekennummer 12] welke op 3 oktober 2016 in Rosmalen in beslag is genomen. Te zien is dat aan de witte bestelbus een trailer met een boot was gekoppeld. Achter de witte bestelbus reed een personenauto. [16]
De op 3 oktober 2016 in Rosmalen in beslag genomen bestelbus is onderzocht. In de bestelbus zijn goederen aangetroffen, zoals een buitenboordmotor toebehorende aan [benadeelde 8] en een grijze aanhanger en een reclamebord toebehorende aan [benadeelde 17] . [17]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de diefstal van een BMW personenauto, een trailer met boot, een verlichtingsbalk voor een trailer, een buitenboordmotor en een aanhanger met reclamezuil zoals onder 4 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen is.
feit 5
Op 14 september 2016 is in Heeswijk-Dinther de Mercedes-Benz bedrijfsauto met [kentekennummer 7] van [benadeelde 11] gestolen. [18]
Op 7 oktober 2016 doet de politie onderzoek in de loods aan de [adresgegevens 8] in Heeswijk-Dinther. Zij nemen daar een aantal voertuigen in beslag waaronder een bedrijfsauto Mercedes-Benz met [kentekennummer 13] . Het oorspronkelijke kenteken voor dit voertuig is [kentekennummer 7] . [19]
De verdachte heeft verklaard dat hij de loods aan de [adresgegevens 8] te Heeswijk-Dinther voor een jaar heeft gehuurd. Voorts heeft hij verklaard dat hij de in de loods in beslag genomen Mercedes-Benz bedrijfsauto met het [kentekennummer 13] via Marktplaats heeft gekocht van een onbekende zonder te controleren of de auto in orde is. [20]
De rechtbank is van oordeel dat de onder 5 primair tenlastegelegde schuldheling van de Mercedes-Benz bedrijfsauto wettig en overtuigend bewezen is. Anders dan de officier van justitie acht zij de opzetheling van de Jeep Cherokee niet bewezen. Verdachte verklaart dat hij niet wist van de aanwezigheid van de Jeep in de loods en er is geen bewijs van een relatie tussen verdachte en de Jeep zodat hij van de heling van de Jeep zal worden vrijgesproken.
feit 6
Op 22 oktober 2016 worden van het bedrijventerrein van [BV 1] en [BV 2] aan de [adresgegevens 4] te Ede een bedrijfsauto Iveco Daily met een aanhanger met daarop twee knikmopsen en een zitmaaier weggenomen. [21]
Op de bewakingsbeelden van het bedrijventerrein van 22 oktober 2016 is te zien dat er vier personen op het terrein lopen en wegrijden met een bedrijfsauto met aanhanger met drie werk/bouwvoertuigen. [22]
Ten tijde van de diefstal straalt de telefoon van [verdachte] aan op zendmasten te Ede in de nabijheid van het bedrijventerrein aan de [adresgegevens 4] aldaar. [23] Op 22 oktober 2016 heeft [verdachte] verschillende keren telefonisch contact met verschillende mensen. Hij biedt tijdens de gesprekken twee knikmopsen aan. [24]
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat feit 6 wettig en overtuigend bewezen is.
feit 7
Op 27 oktober 2016 worden vanaf bedrijfsterreinen te Middelrode en te Heeswijk-Dinther in totaal 8 rijplaten ontvreemd van [benadeelde 14] . [25] [26]
Op 27 oktober 2016 komt er een melding bij de politie binnen dat er vanaf een bouwterrein in Heeswijk-Dinther bouwplaten worden weggenomen met behulp van een grijze vrachtwagen met achterop een container en een kraan. De politie gaat nadat op het vermelde bouwterrein geen voertuig conform de melding wordt aangetroffen, naar het [adresgegevens 8] te Heeswijk-Dinther. Aldaar treft de politie - ambtshalve ermee bekend dat het bedrijfspand op het dit adres in gebruik is bij verdachte - aan de achterzijde van het bedrijfspand een vrachtauto die voldoet aan de uiterlijke kenmerken zoals door de getuige is doorgegeven. De vrachtwagen staat op naam van [verdachte] . De motor van de vrachtwagen is nog warm. In de container achter op de vrachtwagen ligt een rijplaat die nog vochtig is terwijl de container voor het overige droog is. In het bedrijfspand staat een vrachtwagen van het merk Iveco die op naam staat van [verdachte] . Ook de motor van deze vrachtwagen is nog warm. Achterop de laadbak van deze vrachtwagen liggen zeven rijplaten. [27]
Aan een werknemer van het bedrijf [benadeelde 14] worden foto’s getoond van de op het bedrijf van [verdachte] aangetroffen rijplaten. Hij herkent de rijplaten aan de vorm en locatie van de hijsogen als rijplaten van [benadeelde 14] . [28]
De rechtbank acht gelet op het voorgaande de diefstal van de acht rijplaten wettig en overtuigend bewezen. De weggenomen rijplaten zijn kort na de diefstal aangetroffen in het bedrijf van verdachte op twee vrachtwagens die op naam van verdachte staan.
feit 8
Op 13 november 2016 wordt in Boxtel van een bedrijfsterrein aan [adresgegevens 5] een Mercedes-Benz oprijwagen met [kentekennummer 10] weggenomen. Op het bedrijventerrein in de omgeving van de plaats van de oprijwagen is cameratoezicht. Op de camerabeelden is te zien dat een Seat Inca of een Volkswagen Caddy aan komt rijden en dat vervolgens de oprijwagen wordt weggenomen. [29] Later meldt de aangever bij de politie dat hij onderzoek heeft gedaan naar een Seat Inca en heeft gezien dat op Marktplaats bij autobedrijf [verdachte] een Seat Inca met [kentekennummer 15] te koop staat. Verder meldt hij dat de tank van de oprijwagen voor driekwart gevuld is maar dat de meter altijd een kwart minder aangeeft en dat de maximumsnelheid van de auto 120 kilometer is. [30]
De politie bekijkt de camerabeelden van het bedrijf aan de [adresgegevens 5] te Boxtel en ziet dat de witte bestelbus die het terrein van aangever oprijdt een Seat Inca betreft met [kentekennummer 15] . [31]
Rond het tijdstip van de diefstal van de oprijwagen maakt [verdachte] gebruik van zijn telefoon. Zijn telefoon straalt aan op een paal in de directe omgeving van de plaats waar de oprijwagen is weggenomen. [32]
Verdachte belt met [betrokkene 1] en vraagt hem of het lekker loopt, waarop [betrokkene 1] antwoordt dat hij niet harder kan dan honderd en dat het een halve tank is. [33]
De rechtbank concludeert uit dit telefoongesprek dat de mededader zich bevindt in de gestolen oprijwagen. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat feit 8 wettig en overtuigend bewezen is.
feit 9
Op 13 december 2016 wordt bij een doorzoeking van het pand van autobedrijf [verdachte] aan de [adresgegevens 9] te Heeswijk-Dinther in een caravan een pistool en munitie aangetroffen. [34]
Het wapen en de munitie worden onderzocht. Het in beslag genomen wapen is een pistool van het merk Sauer & Sohn 1914, kaliber 7.65 mm. Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. De in beslag genomen munitie, de vijf volmantel kogelpatronen, merk Geco, kaliber 7.65 mm, afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 1 genoemde vuurwapen, en de 20 volmantel kogelpatronen, aangetroffen in een plastic zakje naast het onder 1 genoemde vuurwapen, betreft munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie. [35] Op het wapen wordt DNA aangetroffen. Het is zeer veel waarschijnlijker dat het DNA op het wapen van [verdachte] en van [betrokkene 2] afkomstig is dan van onbekende andere personen. [36]
Gelet op voornoemd waarschijnlijkheidsoordeel in combinatie met het feit dat het wapen in een caravan in de loods van verdachte is aangetroffen en [betrokkene 2] heeft verklaard dat hij slechts een of twee keer in de caravan heeft geslapen, terwijl verdachte niets hierover heeft willen verklaren, acht de rechtbank feit 9 wettig en overtuigend bewezen.
feit 10
In de loods van verdachte is een Kärcher hogedrukreiniger aangetroffen die afkomstig is van een diefstal gepleegd op 27 juni 2015. Verdachte ontkent de diefstal en de heling van dit feit en er zijn naast de aangifte en het aantreffen van de hogedrukreiniger geen bewijsmiddelen die wijzen in de richting van de verdachte zodat hij van dit feit zal worden vrijgesproken.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1. Subsidiair:
op 31 augustus 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, een goed, te weten een zwarte quad, merk Can-am, type BRP Outlander 500XT voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. op 27 september 2016 te Boxtel tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een terrein aan de [adresgegevens 10] aldaar, heeft weggenomen een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 1] ) en een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 2] ) en een personenauto (merk Jaguar, [kentekennummer 3] ), toebehorende aan [benadeelde 2] ;
4. op 03 oktober 2016 te Nijkerk tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen - een personenauto (merk BMW, [kentekennummer 5] ), toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] , en
- een trailer met een boot en een verlichtingsbalk voor een trailer en een buitenboordmotor, toebehorende aan [benadeelde 6] of [benadeelde 7] of [benadeelde 8] , en
- een aanhanger met reclamezuil, toebehorende aan [benadeelde 9] ;
5. op 07 oktober 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, een goed, te weten een bedrijfsauto (merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 7] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6. op 22 oktober 2016 te Ede tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein aan [adresgegevens 4] , heeft weggenomen een bedrijfsauto (merk Iveco, [kentekennummer 9] ) en een aanhanger en twee knikmopsen en een zitmaaier, toebehorende aan [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] ;
7. op 27 oktober 2016 te Middelrode, gemeente Sint-Michielsgestel, en Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- vanaf een terrein aan de [adresgegevens 11] te Middelrode, gemeente Sint-Michielsgestel, zeven rijplaten, en
- vanaf een terrein aan de [adresgegevens 12] te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, een rijplaat telkens toebehorende aan [benadeelde 14] ;
8. op 13 november 2016 te Boxtel tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein aan [adresgegevens 5] , heeft weggenomen een bedrijfsauto oprijwagen, merk Mercedes-Benz, [kentekennummer 10] , toebehorende aan [benadeelde 15] ;
9. op 13 december 2016 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze, een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, merk Sauer & Sohn, kaliber 7.65 mm, en munitie van categorie III, te weten 25 patronen, kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert aan verdachte voor de bewezenverklaarde feiten een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van voorarrest, op te leggen.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte is van mening dat minder feiten kunnen worden bewezenverklaard dan de officier van justitie bewezen acht. Bovendien is hij van mening dat de eis van de officier van justitie onbegrijpelijk hoog is. Hij verzoekt de eis van de officier van justitie te matigen, waarbij een halvering van de eis volgens de raadsman echt de bovengrens is.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een quad, medeplegen van schuldheling van een bedrijfsauto, diefstal in vereniging van vier bedrijfsauto’s, twee personenauto’s, een trailer met boot, een verlichtingsbalk van een trailer, een buitenboordmotor, een aanhangwagen met reclamezuil, een aanhanger, twee knikmopsen en een zitmaaier en acht rijplaten. Deze feiten heeft verdachte gepleegd in een periode van slechts vier maanden. De door verdachte gepleegde strafbare feiten hebben grote materiële schade veroorzaakt. Hij was vooral uit op kostbare goederen. Uit het handelen van verdachte spreekt minachting voor andermans eigendom.
Verdachte heeft de door hem gepleegde strafbare feiten gepleegd in wisselende samenstellingen. Zij gingen ’s-nachts op strooptocht. Verdachte heeft bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de slachtoffers.
Naast de vermogensdelicten heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen met munitie. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen verhoogt het risico op een levensbedreigend geweldsdelict. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte 17 keer eerder is veroordeeld voor met name vermogensdelicten. In juni 2011 is verdachte voor een reeks vermogensdelicten veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf.
Verdachte is ondanks de eerdere veroordelingen kennelijk niet of onvoldoende bereid zijn criminele gedrag te veranderen.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van veertig maanden.

De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] .

Het standpunt van de officier van justitie.
De benadeelde partij vordert € 970,85 voor schade veroorzaakt door het onder feit 3 tenlastegelegde.
De officier van justitie is van oordeel dat nu de tenlastelegging slechts ziet op de poging tot diefstal alleen de voertuigschade voor vergoeding in aanmerking komt en niet de schade betreffende de weggenomen goederen. De voertuigschade betreft in totaal € 2115,98. De verzekering heeft een deel van de schade vergoed. Na aftrek van die vergoeding van
€ 1597,48, resteert een bedrag van € 518,50. De vordering van de benadeelde partij kan derhalve tot een bedrag van € 518,50 worden toegewezen met de schademaatregel. Daar het feit in vereniging is gepleegd dient de hoofdelijkheid te worden bepaald.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman is van mening dat formeel de vordering van de benadeelde partij alleen bij de medeverdachte [medeverdachte] ingebracht.
Subsidiair is de raadsman van mening dat de vordering van de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard omdat het een onevenredige belasting is voor het strafproces. Er zijn te veel onduidelijkheden betreffende de vordering.
Beoordeling.De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering betrekking heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.

Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

-Iveco vrachtauto,
-Daf vrachtauto,
vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting dit voorwerpen zijn met behulp van welke strafbare feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van deze feiten aan verdachte toebehoorden;
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten
- pistool en munitie,
- key cutter, key reader en jammer interceptor,
vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – het pistool en de munitie voorwerpen zijn met behulp waarvan feit 9 is begaan en voorts de voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
-Kärcher hogedrukreiniger,
aan de rechthebbende [benadeelde 16] .

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
27, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 310, 311, 417bis Wetboek van Strafrecht
2, 26, 55 Wet Wapens en Munitie.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, feit 3, feit 10 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven

Ten aanzien van feit 1 subsidiair:schuldheling.Ten aanzien van feit 2:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 4:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 5 primair:schuldheling.Ten aanzien van feit 6:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 7 primair:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 8:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van feit 9:Handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en hetfeit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

en
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen en maatregel.
T.a.v. feit 1 subsidiair, feit 2, feit 4, feit 5 primair, feit 6, feit 7 primair, feit 8, feit 9:
Gevangenisstraf voor de duur van 40 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht

Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen, te weten:

- pistool en munitie;
- key cutter, key reader en jammer interceptor.
Verbeurdverklaringvan de in beslag genomen goederen, te weten:
- Iveco vrachtauto; - Daf vrachtauto.
Teruggavevan het in beslag genomen goed aan de rechthebbende [benadeelde 16] , te weten:
- Kärcher hogedrukreiniger.
Ten aanzien van feit 3: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde 3] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. R.M.L. Heemskerk-Pleging en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.H.C. Persoons, griffier,
en is uitgesproken op 20 juli 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie eenheid Oost-Brabant, genummerd PL2100-2016237362 opgemaakt en ondertekend d.d. 8 februari 2017, aantal doorgenummerde bladzijden 1045.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 244 en 245.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 239.
4.Het proces-verbaal van bevindingen p. 235.
5.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2017.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 261.
7.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] , p. 259 en 260.
8.Het proces-verbaal van aangifte van bevindingen tapgesprekken.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 330 en 331.
10.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 360 en 361.
11.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 17] p. 472 en 473.
12.Het proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , p. 390.
13.Het proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 393 en 394.
14.Het proces-verbaal van verhoor [getuige 4] , p. 933 en 934.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 294 en 295.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 375 en 376.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 444 en 445.
18.Het proces-verbaal van aangifte, p. 559 en 560.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 536.
20.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2017.
21.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 604 en 605.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 620 tot en met 623.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 636 en 637.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 639, 640, 641 en 445.
25.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] p. 703.
26.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] p. 705.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 684 en 685.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 709 en 710.
29.Het proces-verbaal van aangifte, p. 745.
30.Het proces-verbaal van verhoor [aangever 4] , p. 749.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 751 en 752.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 753 en 758.
33.Het proces-verbaal van bevindingen met tapgesprek, p. 759.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 781.
35.Het proces-verbaal van onderzoek wapen, p. 794 en 795.
36.Het rapport van het TMFI van 21 april 2017, gevoegd bij voornoemd proces-verbaal.