Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
V.I. zaaknummer: 99/000184-51
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen.
Bewijsoverwegingen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De Lithse Ham’te Lith aangetroffen, terwijl zich in dat chalet forse hoeveelheden van diverse soorten verdovende middelen bevonden.
Beslag.
Herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling 99/000184-51.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C, van de Opiumwetgegeven verbod, meermalen gepleegd.De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf:
15maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
teruggavevan het in beslag genomen goed, aan
[verdachte], geboren [geboortedatum] 1991, te weten een geldbedrag van
€ 430,--met goednummer 903351.
wijst toede vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling met v.i. zaaknummer 99/000184-51 en gelast dat de vrijheidsstraf die als gevolg van de toepassing van de regeling voorwaardelijke invrijheidsstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog moet worden ondergaan, te weten
gevangenisstrafvoor de duur van
729 dagen.