ECLI:NL:RBOBR:2017:3711
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J. Bokhorst
- A.W.A. Kap-Knippels
- B. Poelert
- Rechtspraak.nl
Betrokkenheid bij de productie van synthetische drugs in een laboratorium
Op 12 juli 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij het inrichten van een laboratorium voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, in de periode van 16 maart 2016 tot en met 22 juni 2016, samen met anderen handelingen heeft verricht die in strijd zijn met de Opiumwet. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk bereiden en verwerken van amfetamine, een middel dat op de lijst I van de Opiumwet staat. Tijdens het onderzoek werd een groot laboratorium aangetroffen in varkensstallen, waar aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën en productiematerialen aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was, waaronder DNA-sporen van de verdachte, die in het laboratorium waren aangetroffen. De verdediging voerde aan dat het bewijs onvoldoende was, omdat de DNA-sporen op verplaatsbare objecten waren aangetroffen. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte niet geloofwaardig was in zijn verklaring over hoe zijn DNA in het laboratorium terecht was gekomen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, wat lager was dan de door de officier van justitie geëiste 4 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten.