ECLI:NL:RBOBR:2017:3665

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
01/860075-17
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in een strafzaak betreffende amfetamine- en hennepproductie

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, stond de verdachte terecht voor meerdere feiten gerelateerd aan de productie en handel in amfetamine en hennep. De verdachte, geboren in 1967 en huurder van een garagebox en een loods in Uden en Zeeland, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine en het telen van hennepplanten. De rechtbank heeft op 11 juli 2017 uitspraak gedaan na een zitting op 27 juni 2017, waarbij de officier van justitie alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen achtte en een gevangenisstraf van vier jaar eiste. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de activiteiten in de gehuurde ruimtes en enkel handelde uit financiële nood. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de criminele activiteiten en sprak hem vrij van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen beschikkingsmacht had over de gehuurde ruimtes en dat zijn opzet niet gericht was op de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/860075-17
Datum uitspraak: 11 juli 2017
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
wonende te [adresgegevens] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 juni 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 24 mei 2017.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 oktober 2016 te Uden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1160 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Uden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
- een opslagbox op het [perceel 1] , gehuurd en/of ter beschikking gesteld ten behoeve van de opslag van grondstoffen/chemicaliën en/of (een) voorwerp(en) die benodigd is/zijn, althans kan/kunnen worden gebruikt bij/voor de bereiding, verwerking en/of vervaardiging van amfetamine en/of MDMA, in elk geval (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
en/of
- meerdere, althans een, onderde(e)l(en) van een productieopstelling voorhanden gehad, waaronder: ketel(s) en/of koeler(s) en/of
- een (grote) hoeveelheid chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder: formamide en/of zwavelzuur en/of N-formylamfetamine en/of citroenzuur en/of zoutzuur en/of - (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden voorhanden

gehad, waaronder: rondbodemkolven en/of vaten en/of jerrycans en/of gasbranders en/of een loogdoseerder;

3.
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Zeeland, gemeente Landerd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
- een opslagbox op het [perceel 2] , gehuurd en/of ter beschikking gesteld ten behoeve van de opslag van grondstoffen/chemicaliën en/of (een) voorwerp(en) die benodigd is/zijn, althans kan/kunnen worden gebruikt bij/voor de bereiding, verwerking en/of vervaardiging van amfetamine en/of MDMA, in elk geval (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
en/of
- een (grote) hoeveelheid chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder: formamide en/of aceton en/of mierenzuur en/of natriumhydroxide en/of zoutzuur en/of BMK en/of N-formylamfetamine en/of amfetamine en/of - (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden voorhanden

gehad, waaronder: gasflessen en/of vaten en/of jerrycans en/of IBC's (Intermediate Bulk Containers);

4.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Zeeland, gemeente Landerd, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een [perceel 2] ),
een grote hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 214 hennepplanten, althans een grote hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
een of meer (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Zeeland, gemeente Landerd, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad in een [perceel 2] een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 214 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 01 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Zeeland, gemeente Landerd, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd(e) locatie/pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
5.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Zeeland, gemeente Landerd, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of door middel van een valse sleutel (door een elektriciteitsaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om te maken);

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie acht alle 5 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Zij baseert zich daarbij ten aanzien van de feiten 1 en 2 op het aantreffen van de amfetamine (vastgesteld door het NFI) in box 7 van de [perceel 1] te Uden, de productieopstelling en alle overige grondstoffen en benodigdheden voor de vervaardiging van synthetische drugs. Een en ander is bevestigd in het LFO-rapport. Verdachte is de huurder van deze ruimte en heeft dat ook bevestigd. Over alle overige omstandigheden verklaart verdachte inconsequent. Verdachte is met een andere man door de verhuurder gezien, toen hij in een Ford het terrein op kwam rijden. Die andere man werd dagelijks in een volkswagen Caddy door verhuurder op het terrein gezien. Verdachtes verklaring dat hij de loods heeft onderverhuurd is bij gebreke van concrete aanknopingspunten niet verifieerbaar.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 baseert de officier van justitie zich op de resultaten van de doorzoeking van een loods aan de [perceel 2] , alwaar grote hoeveelheden chemicaliën werden aangetroffen en een in werking zijnde professionele hennepkwekerij. De hoeveelheid afvalstoffen zou aldus de officier van justitie duiden op grootschalige productie van sysnthetische drugs waarmee tot € 900.000,- aan omzet gegenereerd zou zijn. Ook het voorhanden hebben van de aangetroffen hennepplanten kan wettig en overtuigend bewezen worden aldus de officier van justitie. Verdachte heeft voorts aan [verhuurder 1] , daartoe door laatstgenoemde aangesproken enkele dagen na de doorzoeking van zijn loods, toegegeven dat hij het allemaal zelf gedaan zou hebben uit financiële nood. Ten aanzien van feit 5 baseert de officier van justitie zich op de aangiftes van [benadeelde partij] en [verhuurder 1] en het proces-verbaal van bevindingen waarin staat beschreven dat de stroomkabel vanuit het gehuurde (unit 9) kwam. Voorts is door [verhuurder 1] verklaard dat vanaf 27 september 2016 tot en met 17 oktober 2016 het electriciteitsverbruik van de exorbitant is gestegen.
Verdachte zal, aldus de officier van justitie, vrijgesproken dienen te worden van medeplegen nu in geen van de gevallen vastgesteld kan worden dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen omdat omtrent een eventuele rolverdeling bij de uitvoering of voorbereiding van de feiten niets kan worden vastgesteld. De officier van justitie heeft voor alle feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar gevorderd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Het standpunt van de verdediging.

De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe kort gezegd aangevoerd dat verdachte enkel wat wilde bijverdienen door voor een ander twee loodsen te huren. De huurpenningen werden door verdachte aan de verhuurder betaald en verdachte ontving deze huur, verhoogd met een maandelijkse toeslag van € 50,-, van deze onbekend gebleven persoon terug. Verdachte heeft nooit geweten wat er in de loodsen gebeurde, hetgeen onvoldoende is voor de vereiste opzet op de gronddelicten.
Ook ontbreekt het aan wettig en overtuigend bewijs dat verdachte als medepleger dan wel medeplichtige van het tenlastegelegde kan worden aangeduid.

Vrijspraak.

De rechtbank is (zoals door de verdediging is bepleit) van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het ontbreekt de rechtbank aan de wettelijke bewijsmiddelen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Op grond van het dossier kan het navolgende worden vastgesteld.
Verdachte was huurder van de zogenoemde ‘garagebox 7’ aan de [perceel 1] te Uden en huurde daarnaast en gelijktijdig een opslaglocatie gelegen aan de [perceel 2] . Verdachte heeft verklaard dat hij beide huurovereenkomsten is aangegaan voor een en dezelfde persoon wiens naam hij niet wil noemen aan wie hij meteen de sleutels tot de gehuurde ruimten (en daarmee het gebruik en genot) ter beschikking stelde. Verdachte verklaarde niet te hebben gevraagd noch te hebben geweten of vermoed waarvoor de loodsen zouden worden gebruikt.
Verdachte heeft de ruimte in Uden gehuurd met ingang van 1 maart 2016 van [verhuurder 2] . De ruimte in Zeeland heeft verdachte gehuurd met ingang van 1 juli 2016 van [verhuurder 1] . In de periode van 1 februari 2016 tot 1 juli 2016 had verdachte laatstgenoemde ruimte reeds als onderhuurder in gebruik gekregen van [onderhuurder] .
Op basis van informatie uit afschermprocessen-verbaal hebben op 17 oktober 2016 doorzoekingen plaatsgevonden in de loodsen te Uden en Zeeland.
In de loods te Uden werd - onder meer - aangetroffen een hoeveelheid van circa 1160 gram amfetamine alsmede grondstoffen en apparatuur die gebruikt plegen te worden voor de productie van synthetische drugs zoals amfetamine en MDMA.
In de loods te Zeeland werd naast een hennepkwekerij met circa 214 planten eveneens een grote hoeveelheid grondstoffen en apparatuur aangetroffen die gebruikt plegen te worden voor de productie van amfetamine en MDMA. Tevens werden grote hoeveelheden afvalstoffen aangetroffen afkomstig van de productie van dergelijke synthetische drugs.
De verhuurder van de loods te Uden, [verhuurder 2] , verklaarde dat het hem en zijn vrouw al geruime tijd was opgevallen dat er dagelijks een man (niet zijnde verdachte) in een witte Volkswagen Caddy naar de door verdachte gehuurde loods reed. [verhuurder 2] heeft daarop in de loods gekeken en gezien dat daar een vijftal (grijze) gasflessen en een groot aantal bloempotten stonden. Omdat het niet is geoorloofd om gasflessen in het gehuurde op te slaan heeft [verhuurder 2] verdachte hierop aangesproken toen deze kwam aangereden in een Ford bestelbus met naast hem de man die [verhuurder 2] eerder en vaker bij het gehuurde had gezien in een witte Volkswagen Caddy. Dit was circa 3 weken voor 17 oktober 2016.
Verdachte zou aldus zijn verklaring ter zitting direct na aanvang van de huurovereen-komsten en de afgifte van de sleutels geen toegang meer hebben gehad tot de betreffende loodsen en daar ook niet meer binnen zijn geweest. Verdachte bevestigde dat hij éénmaal bij het gehuurde in Uden geweest omdat verhuurder [verhuurder 2] hem had opgedragen om de gasflessen die op de verhuurde locatie waren opgeslagen te verwijderen. Verdachte werd daarbij vergezeld door de persoon voor wie hij de loods had gehuurd en is toen in de loods geweest om de gasflessen af te voeren; hem is bij die gelegenheid niets bijzonders opgevallen.
Verdachte is nadrukkelijk en aanhoudend bevraagd omtrent de persoon ten behoeve waarvan hij de loodsen zegt te hebben gehuurd. Verdachte weigert echter om identificerende gegevens omtrent deze persoon te verstrekken uit angst voor represailles. Verdachte zegt dat deze angst pas bij hem is opgekomen nadat hij via de politie vernam van de aard van de goederen die in de door hem gehuurde ruimtes werden aangetroffen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De enkele omstandigheid dat vast is komen te staan dat verdachte circa drie weken voor de doorzoeking nog in de loods te Uden is geweest levert nog geen bewijs op dat daar toen – zichtbaar en kenbaar – ook de goederen (amfetamine, grondstoffen en apparatuur ten behoeve van de productie van synthetische drugs) waren opgeslagen die daar drie weken later werden aangetroffen. In dit verband acht de rechtbank van belang dat verhuurder [verhuurder 2] in de door verdachte gehuurde ruimte heeft gekeken en dat hem wel is opgevallen dat in de ruimte gasflessen (die volgens de huurovereenkomst niet in de ruimte mochten worden opgeslagen) lagen, maar dat hij verder kennelijk niets verdachts of opmerkelijks heeft gezien.
Uit het dossier kan evenmin worden afgeleid dat verdachte - afgezien van die ene keer waarover [verhuurder 2] en verdachte zelf verklaren - met enige regelmaat werd gezien in (de nabijheid van) de door hem gehuurde loodsen, terwijl voor verdachtes verklaring omtrent een onbekend gebleven persoon voor wie hij de loodsen zou hebben gehuurd enige steun kan worden geput uit de verklaring van [verhuurder 2] . Hij verklaart immers dat hij vrijwel dagelijks een man in een witte Volkswagen Caddy zag in de nabijheid van het gehuurde.
Ook uit het sporenonderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen die verdachte in verband brengen met de goederen die in de loodsen zijn aangetroffen.
Aan de officier van justitie kan weliswaar worden toegegeven dat de door verdachte geschetste gang van zaken (huren van loodsen ten behoeve van derden met onbekende bedoelingen tegen een slechts geringe vergoeding) alle aanleiding behoorde te geven om deze derde te bevragen over zijn bedoelingen en dat verdachte, door dit na te laten, heeft moeten vermoeden dat de loodsen mogelijk zouden worden gebruikt voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Daarmee is echter nog niet gezegd dat verdachte er ook rekening mee diende te houden dat de loodsen gebruikt zouden worden voor de opslag van grondstoffen en apparatuur die gebruikt plegen te worden voor de productie van synthetische drugs zoals amfetamine en MDMA respectievelijk de opslag van amfetamine dan wel de exploitatie van een hennepkwekerij. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat verdachte zich van die mogelijkheid bewust is geweest respectievelijk had moeten zijn.
De door [verhuurder 1] aan verdachte toegeschreven (maar door laatstgenoemde ontkende) uitlating enkele dagen na de doorzoeking dat hij ‘het allemaal zelf heeft gedaan en dat er niemand bij betrokken was’ levert, daargelaten of verdachte dit zo heeft gezegd, niet een dergelijke aanwijzing op.
Op grond van dit alles komt de rechtbank tot de slotsom dat het bewijs ontbreekt dat verdachte wist respectievelijk heeft moeten vermoeden voor welke doeleinden de door hem gehuurde loodsen werden gebruikt, zodat zijn opzet daar – ook in voorwaardelijke zin – niet op gericht is geweest en verdachte van het tenlastegelegde onder 1, 2 en 3 dient te worden vrijgesproken. Uitgaande van verdachtes verklaring dat hij de sleutels tot de gehuurde loodsen direct na het sluiten van de huurovereenkomst ter beschikking stelde aan de onbekend gebleven persoon en de verklaring van [verhuurder 2] ten aanzien van de gehuurde loods in Uden dat hij laatstbedoelde onbekend gebleven persoon vrijwel dagelijks in de nabijheid van het gehuurde signaleerde kan ook niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte enige feitelijke beschikkingsmacht over het gehuurde (en daarmee over de aldaar aangetroffen amfetamine) had, zodat het niet-opzettelijk aanwezig hebben van die amfetamine evenmin bewezen kan worden. Op grond van het voorgaande zal verdachte ook ten aanzien van de feiten 4 en 5, hennepkwekerij en diefstal stroom, worden vrijgesproken.

DE UITSPRAAK

BESLISSING:
Vrijspraak
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. E. Boersma en mr. J.J.A. Donkersloot, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.J. Huijskens, griffier,
en is uitgesproken op 11 juli 2017.