ECLI:NL:RBOBR:2017:3395

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
21 juni 2017
Zaaknummer
01/865165-16
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag, bedreiging en mishandeling

Op 22 juni 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1992, die werd beschuldigd van het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag, bedreiging en mishandeling. De zaak kwam aanhangig na een dagvaarding op 7 februari 2017, en de zittingen vonden plaats op 15 maart en 8 juni 2017. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen waarbij de verdachte en zijn mededaders de aangever onder dwang in een auto hebben geplaatst, hem hebben rondgereden, en hem hebben bedreigd met een vuurwapen.

Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de verklaringen van de aangever inconsistent waren, wat de rechtbank deed twijfelen aan de betrouwbaarheid van het bewijs. De officier van justitie vorderde dat de mishandeling bewezen werd verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot doodslag. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte en wees de vordering na voorwaardelijke veroordeling af, omdat de verdachte integraal werd vrijgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/865165-16
Parketnummer vordering: 01/845109-14
Datum uitspraak: 22 juni 2017
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] [land] ) op [geboortedatum] 1992,
wonende te [adresgegevens] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 maart 2017 en 8 juni 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 7 februari 2017.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 8 juni 2017 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 06 december 2016 te Veldhoven en/of Best en/of Waalre en/of
Oirschot, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd heeft gehouden, immers heeft/is/hebben/zijn hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk
- die [slachtoffer] in een auto (Volkswagen Lupo) (onder dwang) plaats laten nemen en/of
- (vervolgens) met die auto (Volkswagen Lupo) met daarin die [slachtoffer] (rond)gereden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] op een (bos)pad en/of (bos)perceel (onder dwang) uit laten stappen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto (Mercedes, Duits [kenteken] ) (onder dwang) plaats laten nemen en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] gezegd dat ze een pistool gingen halen en/of
- (vervolgens) met die auto (Mercedes Duits [kenteken] ) met daarin die [slachtoffer] naar een woning gereden en/of daar naar binnen gegaan en/of (bij terugkomst) een (vuur)wapen en/of munitie aan die [slachtoffer] getoond en/of munitie in dat wapen gedaan en/of
- (vervolgens) met die auto (Mercedes Duits [kenteken] ) met daarin die [slachtoffer] naar een woning (in [gemeente] ) gereden, waar die [slachtoffer] bescheiden/papieren had liggen die verdachte en/of zijn mededader(s) wilden zien en/of
- (vervolgens) (wederom) die [slachtoffer] in een auto (Volkswagen Lupo) (onder dwang) plaats laten nemen en/of
- (vervolgens) (wederom) die [slachtoffer] op een (bos)pad en/of (bos)perceel (onder dwang) uit laten stappen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] gezegd dat hij een overval moest plegen om het geld terug te verdienen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] vastgehouden en/of (ondertussen) meermalen geslagen;
2.
hij op of omstreeks 06 december 2016 te Veldhoven en/of Best en/of Waalre en/of
Oirschot, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met dat opzet,
- (meermalen) met een wapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer]

heeft/hebben geschoten, en/of

- (meermalen) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of
gestampt en/of geschopt en/of getrapt;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 06 december 2016 te Veldhoven en/of Best en/of Waalre en/of
Oirschot, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s), opzettelijk dreigend een wapen op die [slachtoffer] gericht en/of meerdere keren in de lucht en/of (vlak) langs het lichaam van die [slachtoffer] geschoten;
en/of
hij op of omstreeks 06 december 2016 te Veldhoven en/of Best en/of Waalre en/of
Oirschot, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door hem meermalen te slaan en/of te stampen en/of te trappen en/of te schoppen op/tegen zijn lichaam.

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 01/845109-14 is aangebracht bij vordering van 3 februari 2017, ingekomen ter griffie op 14 februari 2017. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 28 augustus 2014. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsvraag.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder feit 2 subsidiair cumulatief/alternatief ten laste gelegde mishandeling bewezen wordt verklaard. Verdachte en zijn medeverdachte hebben aangever [slachtoffer] naar een plek gebracht, hem vervolgens vastgehouden en mishandeld. Niet kan worden bewezen dat aangever [slachtoffer] ook is bedreigd door een wapen op hem te richten en in de lucht of vlak langs hem te schieten, nu alleen aangever verklaart over een pistool en de door de getuige gehoorde schoten mogelijk worden verklaard door het feit dat die dag daar in de nabijheid ook schietoefeningen plaatsvonden door diverse eenheden van het leger. Voor dit gedeelte van de tenlastelegging dient verdachte te worden vrijgesproken.
De officier van justitie heeft zich verder op het standpunt gesteld dat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevat voor het medeplegen van de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer] en het medeplegen van een poging tot doodslag dan wel een poging tot zware mishandeling. Verdachte dient derhalve voor feit 1 en feit 2 primair te worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem is ten laste gelegd. Verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd. Aangever heeft op wezenlijke punten inconsistente en daarmee onbetrouwbare verklaringen afgelegd. Zo heeft hij bij de rechter-commissaris zijn verklaring aangepast ten aanzien van zijn verklaringen bij de politie. Nu de verklaringen van aangever teveel vraagtekens oproepen en er geen bewijsmiddelen zijn die deze steunen, kunnen zijn verklaringen niet worden gebezigd voor het bewijs en dient verdachte te worden vrijgesproken van hetgeen hem is tenlastegelegd.
Het oordeel van de rechtbank.
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat op grond van de stukken in het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (mede)plegen van – kort gezegd – de wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangever [slachtoffer] , alsmede aan het (mede)plegen van poging tot doodslag dan wel poging tot zware mishandeling. Verdachte zal om deze reden worden vrijgesproken van het onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde.
Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank het onder feit 2 subsidiair cumulatief/alternatief ten laste gelegde (mede)plegen van bedreiging van aangever [slachtoffer] eveneens niet wettig en overtuigend bewezen.
Anders dan de officier van justitie, maar met de raadsman, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ook vrijgesproken dient te worden van het (mede)plegen van het onder feit 2 subsidiair cumulatief/alternatief ten laste gelegde (mede)plegen van mishandeling van aangever [slachtoffer] . Meer in het bijzonder overweegt de rechtbank daartoe dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte één of meerdere van de onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde uitvoeringshandelingen heeft verricht en evenmin dat hij – voor zover deze handelingen wel door één of meer van zijn medeverdachten/anderen zijn verricht – daaraan een bijdrage van zodanig gewicht heeft geleverd dat gesproken kan worden van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en één of meer van zijn medeverdachten/anderen. De verklaringen van aangever [slachtoffer] daartoe acht de rechtbank onvoldoende. Aangever heeft op wezenlijke punten inconsistente, wisselende en warrige verklaringen afgelegd. Bij de politie heeft aangever een belastende verklaring afgelegd. Vervolgens heeft hij een aanvullende verklaring afgelegd, waarin hij op essentiële punten inconsistent heeft verklaard. Bij de rechter-commissaris heeft hij onder ede wederom op essentiële punten inconsistent verklaard. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangever derhalve niet kunnen worden gebezigd voor het bewijs, nu deze verklaringen teveel twijfel en vraagtekens oproepen. Er zijn verder geen getuigen die hebben waargenomen dat verdachte aangever heeft mishandeld. Op basis van het dossier is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte door zijn gedragingen op enige wijze als (mede)pleger betrokken is geweest bij een mishandeling van aangever.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Nu verdachte integraal wordt vrijgesproken van hetgeen hem is ten laste gelegd, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
De benadeelde partij zal voorts worden veroordeeld in de kosten door verdachte tegen deze vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

Beslag.De rechtbank stelt vast dat thans nog beslag rust op:

Riem, met goednummer G1109422;
Riem, met goednummer G1109424;
GSM (zilver), Apple Iphone 6, met goednummer 1108759;
GSM, Oneplus E1001, met goednummer 1108776;
GSM (zwart), Samsung SM-J500 J500h/Ds, met goednummer 1108888;
GSM (wit), Apple Iphone 5, met goednummer 1108890;
Computer (zilver), Tablet Apple Ipad, met goednummer 1108898.
De rechtbank zal de teruggave aan de beslagene gelasten van de goederen genoemd onder de nummers 1 tot en met 7, omdat naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen en de twee riemen, anders dan de officier van justitie heeft gesteld, niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 01/845109-14.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De rechtbank zal de gevorderde tenuitvoerlegging afwijzen, omdat verdachte integraal van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
spreekt verdachte vrij van het onder feit 1 en onder feit 2 primair en subsidiair ten laste gelegde;
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in zijn vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
gelast teruggave aan de beslagene van de inbeslaggenomen goederen:
Riem, met goednummer G1109422;
Riem, met goednummer G1109424;
GSM (zilver), Apple Iphone 6, met goednummer 1108759;
GSM, Oneplus E1001, met goednummer 1108776;
GSM (zwart), Samsung SM-J500 J500h/Ds, met goednummer 1108888;
GSM (wit), Apple Iphone 5, met goednummer 1108890;
Computer (zilver), Tablet Apple Ipad, met goednummer 1108898.
wijst de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 01/845109-14 van de officier van justitie d.d. 3 februari 2017 af;
heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is reeds met ingang van 16 maart 2017 geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. A.E. van der Eijk en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.M.A. Akkers, griffier,
en is uitgesproken op 22 juni 2017.
mr. A.M.R. van Ginneken is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.