ECLI:NL:RBOBR:2017:3395
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A. Mandemakers
- A.E. van der Eijk
- A.M.R. van Ginneken
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag, bedreiging en mishandeling
Op 22 juni 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1992, die werd beschuldigd van het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag, bedreiging en mishandeling. De zaak kwam aanhangig na een dagvaarding op 7 februari 2017, en de zittingen vonden plaats op 15 maart en 8 juni 2017. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen waarbij de verdachte en zijn mededaders de aangever onder dwang in een auto hebben geplaatst, hem hebben rondgereden, en hem hebben bedreigd met een vuurwapen.
Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de verklaringen van de aangever inconsistent waren, wat de rechtbank deed twijfelen aan de betrouwbaarheid van het bewijs. De officier van justitie vorderde dat de mishandeling bewezen werd verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot doodslag. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte en wees de vordering na voorwaardelijke veroordeling af, omdat de verdachte integraal werd vrijgesproken.