Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
in of omstreeks de periode van 18 april 2015 tot en met 28 juni 2015 te Wijchen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de uitoefening van beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een loods/bedrijfspand aangeduid als [pand 1] ), een grote hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1123 hennepplanten, althans 618 hennepplanten, in ieder geval een grote hoeveelheid hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
in of omstreeks de periode van 18 april 2015 tot en met 28 juni 2015 te Wijchen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of door middel van een valse sleutel (door de zegel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of vervolgens een elektriciteitsaansluiting buiten deze meter om te maken).
De formele voorvragen.
Vrijspraak t.a.v. feit 2.
Bewijs t.a.v. feit 1.
De bewezenverklaring.
in de periode van 18 april 2015 tot en met 28 juni 2015 te Wijchen, in de uitoefening van beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld (in een loods/bedrijfspand aangeduid als [pand 1] ), een grote hoeveelheid van (in totaal) 618 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.