ECLI:NL:RBOBR:2017:3337
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens misbruik van procesrecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had beroep ingesteld tegen een besluit van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, dat zijn bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk had verklaard. Het primaire besluit, dat op 6 april 2016 was genomen, betrof een verzoek om vaststelling van een dwangsom in verband met het uitblijven van een besluit op een eerder bezwaar van eiser. De rechtbank oordeelde dat eiser geen belanghebbende was bij het primaire besluit, omdat het besluit niet voor hem was bestemd en hij niet om het besluit had verzocht. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsgevolgen voor eiser waren en dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door verweerder terecht was. De rechtbank stelde vast dat de procedure onnodig was en dat er sprake was van misbruik van procesrecht. Daarom werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang en de rol van de gemachtigde in bestuursrechtelijke procedures.