Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2017 in de zaak tussen
Geobox B.V., te Halsteren, eiseres
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Let op, u kunt de aanvraag uitsluitend indienen via de webportal”.
e-mailbericht ontvangen. Daarin staat dat op 10 mei 2016 om 06:57 uur de subsidieaanvraag van GEOKASTECH is ontvangen en dat de aanvraag is geregistreerd onder projectnummer PROJ-00452.
PROJ-00452, gerangschikt op plaats 242.
- tussen 0:10 uur en 2:18 uur problemen werden ondervonden met het indienen van aanvragen;
- tussen 2:18 uur en 7:35 uur geen problemen werden ondervonden met het indienen van aanvragen;
- om 7:35 uur de technische problemen zich hebben herhaald waardoor er problemen werden ondervonden met het indienen van aanvragen.
- i) Heeft verweerder in strijd met het beginsel van hoor- en wederhoor gehandeld?
- ii) Was het verweerder, gelet op de Subsidieregeling, het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel, toegestaan om terugwerkende kracht toe te kennen aan artikel 9, derde lid, sub b van de Derde Wijzigingsregeling en in afwijking van de aangekondigde rangschikking volgens het systeem ‘wie het eerst, die het eerst maalt’ tot loting over te gaan?
- iii) Als het verweerder was toegestaan om tot loting over te gaan, was het dan gerechtvaardigd om voor een lotingsprocedure te kiezen, waarbij ook aanvragen die per e-mail en WeTransfer zijn ingediend mochten meeloten, terwijl duidelijk op de website stond vermeld dat aanvragen alleen via het webportaal konden worden ingediend?
- iv) Heeft verweerder voldoende inzichtelijk gemaakt dat het proces van selectie via loting eerlijk is verlopen?
- v) Is het verzoek van eiseres om primair een voorschot van € 37.500,00 als vooruitbetaling op de alsnog te ontvangen subsidie van € 50.000,00 en subsidiair een compensatie € 50.000,00, toewijsbaar?
e-mail van 16 mei 2016 om 01.10 uur. Als gevolg van de technische problemen van het webportaal konden aanvragers – buiten hun toedoen – niet meer op het door hen gewenste moment hun subsidieaanvragen indienen. Het was voor hen immers in de nacht en ochtend van 10 mei 2016 niet duidelijk wanneer het systeem wel en wanneer het niet zou functioneren. Het gevolg was dat sommige aanvragers, die ervoor kozen op een bepaald moment hun aanvraag in te dienen, dit wel konden en anderen die ervoor kozen op een bepaald (en mogelijk eerder) moment hun aanvraag in te dienen, dit niet konden. Hierdoor hebben aanvragers geen gelijke kansen gehad bij de indiening van hun aanvragen en kon redelijkerwijze niet langer worden uitgegaan van de volgorde van binnenkomst. Het door het systeem geregistreerde tijdstip van indiening gaf immers geen representatief beeld meer van het tijdstip waarop aanvragers hun aanvraag, zonder falen van het systeem, zouden hebben ingediend. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sommige aanvragers, omdat zij hun aanvraag niet via het webportaal konden verzenden, noodgedwongen ervoor hebben gekozen om de aanvraag via e-mail of WeTransfer in te dienen, soms gevolgd door een latere indiening via het webportaal, wanneer dit portaal weer toegankelijk was. Anderen hebben ervoor gekozen op een later tijdstip nogmaals te proberen om hun aanvraag via het webportaal in te dienen, zonder dat duidelijk was wanneer zij weer toegang hadden tot het systeem. Vanwege deze situatie konden, anders dan door eiseres betoogd, ook de automatisch door het systeem gegenereerde registratienummers niet langer als uitgangspunt dienen voor het tijdstip waarop een aanvrager voor het eerst zijn aanvraag had proberen in te dienen. Deze registratienummers werden immers alleen toegekend aan aanvragen die via het – falende – webportaal werden ingediend.
De gekozen rangschikking door middel van loting voldoet naar het oordeel van de rechtbank aan deze norm. De rangschikking strekt immers tot realisering van gelijke kansen voor alle potentiële aanvragers, omdat geen van de aanvragers in een betere uitgangspositie ten opzichte van de andere wordt geplaatst. De nieuwe wijze van rangschikking bevatte ook geen elementen die, als zij voorafgaand aan de indiening van de aanvragen bekend waren geweest, de wijze van indiening hadden kunnen beïnvloeden. Bovendien bleef de gekozen oplossing dicht bij de aanvankelijk bestaande regeling. Het tot 10 mei 2016 geldende artikel 2.9., derde lid van de Subsidieregeling voorzag immers al in rangschikking door middel van loting.
Daarbij acht de rechtbank het gerechtvaardigd dat verweerder ook de aanvragen die per
e-mail en WeTransfer zijn ingediend tot de loting heeft toegelaten. Door het technisch falen van het webportaal kon, ondanks de mededeling op het webportaal dat aanvragen uitsluitend via dat portaal moesten worden ingediend, aanvragers in redelijkheid niet worden tegengeworpen dat zij hun aanvraag op andere wijze, via e-mail en WeTransfer, hebben ingediend.
ad (iv): Is het proces van selectie via loting eerlijk verlopen?7.1. Eiseres heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe de selectie op basis van loting is verlopen en dat dit proces eerlijk is verlopen. Uit de bijlage bij het proces-verbaal volgt volgens eiseres dat zij op plaats 120 is geëindigd en niet, zoals in het bestreden besluit staat op plaats 222.
10 mei 2017 was overschreden. In het proces-verbaal wordt verwezen naar een lijst waarop alle aanvragen staan. Deze lijst is als bijlage achter het proces-verbaal gehecht. Op die lijst staan 246 aanvragen. Bij 240 van de 246 aanvragen staat een uniek nummer, het projectnummer. Achter elk projectnummer staat door middel van de cijfers 1 tot en met 246 op welke plaats het betreffende projectnummer is geëindigd. Het projectnummer
PROJ-00452, dat hoort bij de aanvraag van eiseres, staat op plaats 242. Op de zitting heeft verweerder daaraan toegevoegd dat 240 aanvragen, al dan niet na aanvankelijk via e-mail of WeTranfer te zijn ingediend, uiteindelijk ook nog via het webportaal zijn ingediend. Dit gebeurde soms ook op verzoek van verweerder, zodat aan de aanvraag alsnog een uniek projectnummer kon worden toegekend. In zes gevallen zijn er geen aanvragen via het webportaal ingediend. Die hebben daarom geen uniek projectnummer gekregen. Verder heeft verweerder op de zitting toegelicht dat na de loting 21 van de 246 aanvragen niet volledig bleken te zijn. Die aanvragen kwamen alleen al daarom niet voor subsidie in aanmerking. Van de overgebleven 225 volledige aanvragen is de aanvraag van eiseres geëindigd op plaats 222. Van de 225 aanvragen is steeds op volgorde van rangschikking (dus eerst nummer 1, dan nummer 2, enzovoort) beoordeeld of de aanvraag aan de inhoudelijke subsidievereisten voldeed. Na de beoordeling van de 175e aanvraag bleek het subsidieplafond te zijn bereikt. Er waren toen 72 volledige subsidieaanvragen positief beoordeeld. De aanvraag van eiseres op plaats 222 is daarom nooit inhoudelijk beoordeeld.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.