ECLI:NL:RBOBR:2017:3244

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 juni 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
01/880296-15
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door middel van valse sleutels en poging tot oplichting met phishing

Op 15 juni 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal door middel van valse sleutels, pogingen tot oplichting, afpersing, witwassen en opzetheling. De verdachte werd beschuldigd van het verkrijgen van toegang tot bankrekeningen van slachtoffers door middel van phishing, waarbij persoonlijke gegevens werden verkregen via valse e-mails en telefoongesprekken. Hierdoor werden aanzienlijke bedragen van de rekeningen van de slachtoffers overgemaakt naar rekeningen van zogenaamde 'moneymules'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het openen en beheren van deze rekeningen en het contant opnemen van de gestolen bedragen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met inachtneming van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één maand. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, waaronder slachtoffers van de phishingpraktijken. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/880296-15
Parketnummer vordering: 16/123541-15
Datum uitspraak: 15 juni 2017
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 1994,
wonende te [postcode] Rosmalen, [straatnaam] ,
thans gedetineerd in p.i. Zuid-Oost, locatie huis van bewaring te Roermond.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 september 2016, 16 december 2016, 17 februari 2017, 25 april 2017, 23 mei 2017 en 8 juni 2017. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 31 augustus 2016. Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 17 februari 2017 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
[Zaakdossier 1]

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 januari 2014 tot en met 15 juli 2015 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of Groningen en/of Wijk bij Duurstede en/of Zandvoort en/of Amersfoort en/of 's Gravenmoer, gemeente Dongen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen, (telkens) met oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten - 2.300,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of - 2.500,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of - 3.820,80 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of - 1.674,62 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of - zesmaal, althans een of meermalen, een bedrag van (telkens) 490,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval (telkens) enig goed, toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zich de toegang tot dat geld heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geld onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door (via internetbankieren) gebruik te maken van bank- en/of persoons- en/of inloggegevens en/of een of meer inlog- en/of betaalcodes, tot welk gebruik verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;

Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 24 januari 2014 tot en met 15 juli 2015 te Groningen en/of Wijk bij Duurstede en/of Zandvoort en/of Amersfoort en/of 's Gravenmoer, gemeente Dongen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) met oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten:
- 2.300,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of
- 2.500,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
- 3.820,80 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of
- 1.674,62 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
- zesmaal, althans een of meermalen, een bedrag van (telkens) 490,00 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] ,

in elk geval (telkens) enig goed, toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of aan verdachte, waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) (telkens) zich de toegang tot dat geld heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geld onder hun/zijn/haar bereik hebben/heeft gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door (via internetbankieren) gebruik te maken van bank- en/of persoons- en/of inloggegevens en/of een of meer inlog- en/of betaalcodes, tot welk gebruik die onbekend gebleven perso(o)n(en) niet gerechtigd waren/was, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 15 juli 2015 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of ander, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk middelen en/of inlichtingen en/of gelegenheid heeft verschaft door met dat opzet met zijn mededader(s), althans alleen, meerdere, althans een, bankrekening(en) en/of meerdere, althans een, bankrekeningnummer(s) - op naam van zogenaamde money mules - ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) ten behoeve van het overmaken van (een deel/delen van) voornoemd(e) geldbedrag(en);

2. [
[zaakdossier 2]

hij op meerdere, althans een, tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 april 2015 tot en met 1 februari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of Diemen in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) ter uitvoering van de/het voorgenomen misdrijf/misdrijven om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) [B.V. 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van

  • een Visa creditcard en/of een Eurocard/Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 6] en/of
  • een Visa creditcard en/of een Eurocard/Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 7] en/of
  • een Visa creditcard en/of een Eurocard/Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 8] en/of
  • een Visa creditcard en/of een Eurocard/Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 9] en/of
  • een Visa creditcard en/of een Eurocard/Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 10] , en/of
  • een ABN AMRO Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 11] (aangevraagd op 1 februari 2016) en/of

het ter beschikking stellen van bij die creditcard(s) behorende gegevens - zoals (een) toegangsnummer(s) (UTN) en/of (een) pincode(s) - en/of het verstrekken van bij die creditcard(s) behorende krediet(en) en/of het ter beschikking stellen en/of verlenen van (een) bij die creditcard(s) behorende(bancaire) product(en) en/of dienst(en) met voormeld oogmerk - zakelijk weergegeven - met zijn mededader(s), althans alleen, meerdere, althans een, (digitale) aanvra(a)g(en) ter verkrijging van die creditcard(s) en/of bijbehorend(e) krediet(en) en/of gegevens en/of producten en/of diensten heeft ingediend en zich in die aanvr(a)g(en) (en/of bijbehorende stukken) in strijd met de waarheid voorgedaan als [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of daarbij zonder medeweten en/of toestemming, althans valselijk uit naam, van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 10] , gebruik heeft gemaakt van (een kopie van) (een) identiteitsbewij(s)(zen) en/of (een) rijbewij(s)(zen) op naam van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 10] en/of daarbij meerder(e), althans een, valse en/of vervalste document(en) - te weten loonstrook en/of een bankafschrift op naam van die [slachtoffer 7] en/of een loonstrook op naam van die [slachtoffer 10] - heeft verstrekt aan [B.V. 1] en/of zich in telefonische contact met (een) medewerker(s) van [B.V. 1] in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 11] , zulks terwijl de uitvoering van die/dat voorgenomen misdrijven/misdrijf niet is voltooid;

3. [
[zaakdossier 2]
hij in of omstreeks de periode van 9 mei 2015 tot en met 22 mei 2015 te Rosmalen, gemeente
's-Hertogenbosch en/of Utrecht in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [B.V. 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • de afgifte van een Santander Maestro creditcard op naam van [slachtoffer 7] en/of
  • het ter beschikking stellen van bij die creditcard(s) behorende gegevens - zoals (een) pincode(s) - en/of het verstrekken van een doorlopend geldkrediet met voormeld oogmerk - zakelijk weergegeven - met zijn mededader(s), althans alleen, zonder medeweten en/of
  • toestemming, althans valselijk uit naam, van [slachtoffer 7] een (digitale) aanvraag ter verkrijging van die creditcard en/of die gegevens en/of dat krediet op naam van die [slachtoffer 7] heeft ingediend en/of
  • vervolgens valselijk een kredietovereenkomst en/of een doorlopende machtiging op naam van die [slachtoffer 7] heeft voorzien van (een) handtekening(en) die moest(en) doorgaan als (een) handtekening(en) van die [slachtoffer 7] en/of die overeenkomst en/of doorlopende machtiging (met bijbehorende stukken) heeft verzonden aan [B.V. 2] en/of
  • daarbij zonder medeweten en/of toestemming, althans valselijk uit naam, van die [slachtoffer 7] gebruik heeft gemaakt van (een kopie van) een identiteitsbewijs op naam van die [slachtoffer 7] en/of
  • daarbij meerder(e), althans een, valse en/of vervalste document(en) - te weten salarisspecificatie en/of een bankafschrift op naam van die [slachtoffer 7] - heeft verstrekt aan [B.V. 2] en/of zich daarbij in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als de rechtmatige rekeninghouder van de bankrekening met [bankrekeningnummer 1] ,

zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

4. [Zaakdossier 3]

hij op of omstreeks 15 januari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 12] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, met zijn mededader(s), althans alleen, meerdere, althans een, (Whatsapp) bericht(en) heeft verzonden aan die [slachtoffer 12] in welk(e) bericht(en) - zakelijk weergegeven - stond dat:

  • die [slachtoffer 12] de volgende dag 500 euro moest betalen en/of
  • als die [slachtoffer 12] niet zou betalen er een of meer boete(s) zouden worden opgelegd en/of het door die [slachtoffer 12] te betalen geldbedrag zou oplopen en/of
  • het adres van die [slachtoffer 12] en/of de school waar die [slachtoffer 12] studeert (bij verdachte) bekend waren/was en/of dat verdachte mensen heeft die vaak op die school zijn en weten wie die [slachtoffer 12] is en/of
  • die [slachtoffer 12] moest zorgen dat hij de volgende dag 500 euro zou hebben en dat verdachte anders bij hem aan de deur zou komen en/of op school bij hem zou langs komen en/of
  • die [slachtoffer 12] vóór 22:00 uur een locatie moest doorgeven waar dat geld de volgende dag opgehaald kon worden of door die [slachtoffer 12] gebracht zou worden en dat als hij later dan 22:00 uur zou reageren dat bedrag zou oplopen tot 800 euro en/of dat de tijd tikt en/of
  • dat die [slachtoffer 12] de volgende dag om 13:00 uur op een bepaalde locatie (te weten bij de bankjes bij de kongininschommels) aanwezig moest zijn en/of dat als die [slachtoffer 12] niet aanwezig zou zijn verdachte hem thuis of op school op zou komen halen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 12] door geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en), gericht tegen die [slachtoffer 12] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten het afgeven van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, met zijn mededader(s), althans alleen, meerdere, althans een, (Whatsapp)bericht(en) heeft verzonden aan die [slachtoffer 12] in welk(e) bericht(en) - zakelijk weergegeven - stond dat
  • die [slachtoffer 12] de volgende dag 500 euro moest betalen en/of
  • als die [slachtoffer 12] niet zou betalen er een of meer boete(s) zouden worden opgelegd en/of het door die [slachtoffer 12] te betalen geldbedrag zou oplopen en/of
  • het adres van die [slachtoffer 12] en/of de school waar die [slachtoffer 12] studeert (bij verdachte) bekend waren/was en/of dat verdachte mensen heeft die vaak op die school zijn en weten wie die [slachtoffer 12] is en/of
  • die [slachtoffer 12] moest zorgen dat hij de volgende dag 500 euro zou hebben en dat verdachte anders bij hem aan de deur zou komen en/of op school bij hem zou langs komen en/of die [slachtoffer 12] vóór 22:00 uur een locatie moest doorgeven waar dat geld de volgende dag opgehaald kon worden of door die [slachtoffer 12] gebracht zou worden en dat als hij later dan 22:00 uur zou reageren dat bedrag zou oplopen tot 800 euro en/of dat de tijd tikt en/of
  • dat die [slachtoffer 12] de volgende dag om 13:00 uur op een bepaalde locatie (te weten bij de bankjes bij de kongininschommels) aanwezig moest zijn en/of dat als die [slachtoffer 12] niet aanwezig zou zijn verdachte hem thuis of op school op zou komen halen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

5. [Zaakdossier 3:]

hij op of omstreeks 2 februari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 13] te dwingen tot de afgifte van een (tijdelijke) bankpas, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 13] en/of [N.V.] , in elkgeval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en/of het aangaan van een schuld, te weten het openen van een betaalrekening bij [N.V.] en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankrekeningnummer en/of een pincode en/of gegevens met betrekking tot een Mijn ING account en/of Mobiele App, met voormeld oogmerk met zijn mededader(s), althans alleen,

  • met die [slachtoffer 13] naar een filiaal van de [N.V.] is gelopen en/of
  • tegen die [slachtoffer 13] heeft gezegd dat hij (aldaar) een tijdelijke bankrekening moest openen en/of
  • die [slachtoffer 13] een mobiele telefoon heeft gegeven met daarin (een bericht met) een postcode en huisnummer dat die [slachtoffer 13] moest opgegeven als adres bij het openen van die bankrekening en/of
  • tegen die [slachtoffer 13] heeft gezegd "Je moet naar binnen lopen en snel een beetje! Dan kunnen we hier snel weg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • (vervolgens) heel dicht tegen die [slachtoffer 13] aan is gaan staan en/of
  • (daarbij) tegen die [slachtoffer 13] heeft dat als hij niet zou opschieten hij, verdachte, hem een pak rammel zou geven en/of voor zijn bek zou slaan, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
  • (vervolgens, terwijl die [slachtoffer 13] in dat filiaal aanwezig was) dat filiaal is binnengelopen en/of aldaar zichtbaar voor die [slachtoffer 13] aanwezig is geweest,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 02 februari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 13] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 13] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten het binnengaan van een filiaal van [N.V.] en/of het aanvragen en/of openen van een (tijdelijke) betaalrekening bij [N.V.] , door met zijn mededader(s), althans alleen,
  • met die [slachtoffer 13] naar dat filiaal van de [N.V.] te lopen en/of
  • tegen die [slachtoffer 13] te zeggen dat hij (aldaar) een tijdelijke bankrekening moest gaan openen en/of
  • die [slachtoffer 13] een mobiele telefoon te geven met daarin (een bericht met) een postcode en huisnummer dat die [slachtoffer 13] moest opgegeven als adres bij het aanvragen en/of openen van die bankrekening en/of
  • tegen die [slachtoffer 13] te zeggen: "Je moet naar binnen lopen en snel een beetje! Dan kunnen we hier snel weg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • (vervolgens) heel dicht tegen die [slachtoffer 13] aan te gaan staan en/of
  • (daarbij) tegen die [slachtoffer 13] te zeggen dat als hij niet zou opschieten hij, verdachte, hem een pak rammel zou geven en/of voor zijn bek zou slaan, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

6. [zaakdossier 4]:

a. hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 976,46 euro, door met zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk:
  • een echte en/of onvervalste factuur van [naam bedrijf] , bestemd voor die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] weg te nemen en/of te onderscheppen, in elk geval de ontvangst daarvan door die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te voorkomen en/of
  • (vervolgens) een vervalste/valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [naam bedrijf] en die was voorzien van het niet aan [naam bedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] (als ware dat het rekeningnummer van [naam bedrijf] ) aan die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te verzenden en/of te doen toekomen (en zich aldus heeft voorgedaan als [naam bedrijf] ),

ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (door overboeking van voornoemd geldbedrag op voornoemd rekeningnummer);

Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/ofdoor listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 976,46 euro, door met elkaar, althans alleen, met voornoemd oogmerk:
  • een echte en/of onvervalste factuur van [naam bedrijf] , bestemd voor die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] weg te nemen en/of te onderscheppen, in elk geval de ontvangst daarvan door die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te voorkomen en/of
  • (vervolgens) een vervalste/valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [naam bedrijf] en die was voorzien van het niet aan [naam bedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] (als ware dat het rekeningnummer van [naam bedrijf] ) aan die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te verzenden en/of te doen toekomen (en zich aldus heeft voorgedaan als [naam bedrijf] ),
ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (door overboeking van voornoemd geldbedrag op voornoemd rekeningnummer), bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne en/of Rosmalen, gemeente
's-Hertogenbosch, en/of 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een bankrekening met voornoemd rekeningnummer te (doen) openen en/of aan te houden en/of die bankrekening en/of voornoemd rekeningnummer aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
EN/OF
b. hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een factuur van [naam bedrijf] bestemd voor [slachtoffer 14] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte met zijn mededader(s), althans alleen, (ten opzichte van de echte factuur) valselijk het [bankrekeningnummer 3] (van [naam bedrijf] ) vervangen door het [bankrekeningnummer 2] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne en/of Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, een factuur van [naam bedrijf] bestemd voor [slachtoffer 14] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijkheeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben die onbekend gebleven perso(o)n(en), (ten opzichte van de echte factuur) valselijk het [bankrekeningnummer 3] (van [naam bedrijf] ) vervangen door het [bankrekeningnummer 2] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Deurne en/of Rosmalen, gemeente
’s-Hertogenbosch, en/of 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een bankrekening met voornoemd rekeningnummer te (doen) openen en/of aan te houden en/of die bankrekening en/of voornoemd rekeningnummer aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;

7. [Zaakdossier 4:]

a. hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 4.419,26 euro, door met zijn mededader(s), althans alleen, met voornoemd oogmerk:
  • een echte en/of onvervalste factuur van [klusbedrijf] , bestemd voor die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] weg te nemen en/of te onderscheppen, in elk geval de ontvangst daarvan door die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] te voorkomen en/of
  • (vervolgens) een vervalste/valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [klusbedrijf] en die was voorzien van het niet aan [klusbedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] (als ware dat het rekeningnummer van [klusbedrijf] ) aan die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] te verzenden en/of te doen toekomen (en zich aldus heeft voorgedaan als [klusbedrijf] ),

ten gevolge waarvan voornoemde [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (door overboeking van voornoemd geldbedrag op voornoemd rekeningnummer);

Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 4.419,26 euro, door met elkaar, althans alleen, met voornoemd oogmerk:
  • een echte en/of onvervalste factuur van [klusbedrijf] , bestemd voor die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] weg te nemen en/of te onderscheppen, in elk geval de ontvangst daarvan door die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] te voorkomen en/of
  • (vervolgens) een vervalste/valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [klusbedrijf] en die was voorzien van het niet aan [klusbedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] (als ware dat het rekeningnummer van [klusbedrijf] ) aan die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] te verzenden en/of te doen toekomen (en zich aldus heeft voorgedaan als [klusbedrijf] ),
ten gevolge waarvan voornoemde [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (door overboeking van voornoemd geldbedrag op voornoemd rekeningnummer), bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne en/of Rosmalen, gemeente
's-Hertogenbosch, en/of 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een bankrekening met voornoemd rekeningnummer te (doen) openen en/of aan te houden en/of die bankrekening en/of voornoemd rekeningnummer aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;
EN/OF
b. hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een factuur van [klusbedrijf] bestemd voor [B.V. 3] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte met zijn mededader(s), althans alleen, (ten opzichte van de echte factuur) valselijk het rekeningnummer [bankrekeningnummer 4] (van [klusbedrijf] ) vervangen door het [bankrekeningnummer 2] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, een factuur van [klusbedrijf] bestemd voor [B.V. 3] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben die onbekend gebleven perso(o)n(en), (ten opzichte van de echte factuur) valselijk het [bankrekeningnummer 4] (van [klusbedrijf] ) vervangen door het [bankrekeningnummer 2] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te Deurne en/of Rosmalen, gemeente ’s-Hertogen-bosch, en/of ’s-Hertogen-bosch, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een bankrekening met voornoemd rekeningnummer te (doen) openen en/of aan te houden en/of die bankrekening en/of voornoemd rekeningnummer aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) ter beschikking te stellen;

8. [Zaakdossier 4:]

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 januari 2016 tot en met 15 februari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of Utrecht en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten

  • een geldbedrag van 976,47 euro (toebehorende aan [slachtoffer 14] ) en/of
  • een geldbedrag van 2.962,50 euro (toebehorende aan [stichting] ) en/of
  • een geldbedrag van 4.419,26 euro (toebehorende aan [B.V. 3] in elk geval een of meer geldbedrag(en),

heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de verplaatsing van die/dat voorwerp(en) heeft verborgen en/of verhuld, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren/was uit enig misdrijf;

9. [Zaakdossier 4:]

hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2015 tot en met 14 juni 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, een goed te weten een rijbewijs op naam van [slachtoffer 17] heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 16/123541-15 is aangebracht bij vordering van 2 november 2016. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht van 25 september 2015.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.


Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in het schriftelijk requisitoir genoemde gronden, welke als hier herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd, heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 primair [diefstal in vereniging door middel van valse sleutels], onder 2 en 3 [telkens poging tot oplichting], onder 4 subsidiair [medeplegen van dwang], onder 5 primair [afpersing], onder 6 primair sub a en 7 primair sub a [medeplegen van oplichting], onder 6 primair sub b en 7 primair sub b [medeplegen van valsheid in geschrift], onder 8 [witwassen] en onder 9 [opzetheling].

Het standpunt van de verdediging.
Op de in de pleitnota genoemde gronden, welke als hier herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd, heeft de raadsvrouwe van verdachte bepleit dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.

De bewijsmiddelen.
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan in de bijlage die van dit vonnis deel uitmaakt. De inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen zoals die in de bewijsbijlage zijn opgenomen, stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , klanten van SNS bank en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , klanten van Rabobank en [slachtoffer 18] , klant van ASN bank de dupe zijn geworden van phishing. Deze klanten werden benaderd door het verzenden van een e-mail aan hen met verzoek op een in die email geplaatste link te klikken en/of zij werden gebeld door een persoon die de indruk wekte namens de bank van de klant te spreken. De klanten werd gevraagd naar hun user-ID, wachtwoord en andere persoonlijke gegevens. Nadat de klant deze informatie had verstrekt, bood die informatie de fraudeurs de gelegenheid om toegang te krijgen tot onder andere het internetbankierprogramma van de klant. Aansluitend boekten de fraudeurs bedragen van rekeningen van de klant over naar rekeningen van katvangers, de zogenaamde moneymules. Het geld afkomstig van phishingacties werd via bankrekeningen die op hun naam van de moneymules stonden overgeboekt naar rekeningen van onbekende derden of dat geld werd contant van hun rekeningen opgenomen. Verdachte was met name betrokken bij het openen en beheren van de bankrekeningen van de moneymules en het contant opnemen van het geld.
Op 8 februari 2015 heeft verdachte voor zichzelf een creditcard bij ICS aangevraagd. Bij deze aanvrage werd het adres [straatnaam] te Rosmalen en het [telefoonnummer] opgegeven. De bij die aanvraag meegestuurde bankafschriften stonden op naam van verdachte en werden vanaf [e-mailadres 1] aan ICS verzonden. Ter terechtzitting van 23 mei 2017 heeft verdachte verklaard dat hij in de periode dat de ten laste gelegde feiten zijn gepleegd op het adres [straatnaam] te 5421 KJ Rosmalen woonachtig was. Aan dit adres was het [IP adres] gekoppeld. Verdachte logde via dit IP adres in om zijn eigen bankzaken te regelen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat geld afkomstig van de rekeningen van de hiervoor genoemde klanten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] is overgeboekt naar een rekening op naam gesteld van een van de moneymules [slachtoffer 19] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 20] of [slachtoffer 21] . Bij het openen van de rekeningen op naam van deze moneymules is het woonadres en/of het telefoonnummer van verdachte en/of het door verdachte gebruikte [e-mailadres 2] opgegeven. Ook bij aanvragen van creditcards bij ICS op naam van [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] , zijn een of meer van deze gegevens gebruikt. Bij de aanvrage van een creditkaart bij Santander op naam van [slachtoffer 7] , zijn dezelfde gegevens gebruikt die ook zijn gebruikt bij het aanvragen van de creditcard bij ICS op naam van [slachtoffer 7] . Verder werd bij de opening van de rekening, dan wel de aanvraag van de creditcard, gebruik gemaakt van een ID-bewijs van de betreffende moneymule ( [slachtoffer 19] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] ) waarvan op rond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat die in bezit waren van verdachte.
Telefoongesprekken die met ICS en Santander worden gevoerd, worden standaard opgenomen. Alle hiervoor genoemde aanvragers van creditcards hebben telefonisch contact met ICS gehad. Bij het beluisteren van die gesprekken hebben [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en [slachtoffer 6] geconstateerd dat de stem van die aanvragers telkens de stem van verdachte betrof. [verbalisant 2] en [verbalisant 1] zijn betrokken geweest bij verhoren van verdachte. [slachtoffer 6] was een klasgenoot van verdachte.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien en gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de persoon is geweest die de rekeningen van de moneymules [slachtoffer 19] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 20] of [slachtoffer 21] heeft beheerd en dat hij degene is geweest die creditcards voor [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] heeft aangevraagd. De bijdrage die verdachte leverde aan de diefstal door via phishing verkregen gelden met behulp van moneymules op te nemen of weg te sluizen is een essentieel onderdeel van de diefstal. Op die wijze werd immers de buit veilig gesteld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en zijn mededader een aantal uitlatingen tegenover aangever [slachtoffer 12] hebben gedaan teneinde hem te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag. De rechtbank acht deze uitlatingen niet van zodanige aard of strekking dat die uitlatingen moeten worden aangemerkt als een bedreiging als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte van het primair ten laste gelegde, poging tot afpersing door twee of meer verenigde personen vrijspreken.
De subsidiair ten laste gelegde poging tot dwang acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen. Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat er tussen verdachte en [slachtoffer 22] sprake is geweest van een zodanig bewuste en nauwe samenwerking en dat de rol van [slachtoffer 22] zodanig significant is geweest dat [slachtoffer 22] als medepleger van verdachte wordt aangemerkt.
Ten aanzien van de onder 6 en 7 onder b tenlastegelegde feiten.
Onduidelijk is gebleven wie de betreffende facturen heeft vervalst of valselijk heeft opgemaakt. De rol van verdachte daarbij is niet naar voren gekomen. Dat de bankrekening die op de valse facturen was vermeld en waarop het geld door de benadeelde is gestort, werd beheerd door verdachte is onvoldoende om tot bewijs van medeplegen van of medeplichtigheid aan valsheid in geschrift te komen.
Ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 14] , [B.V. 3] en [stichting] hebben elk op basis van een vervalste factuur, geldbedragen gestort op bankrekening [bankrekeningnummer 5] ten name van [slachtoffer 17] . Uit de bewijsmiddelen blijkt dat deze rekening door verdachte werd beheerd. Deze geldbedragen zijn – al dan niet na te zijn doorgestort op rekeningen die door verdachte werden gecontroleerd en/of beheerd – contant opgenomen. Door deze gelden op te nemen heeft verdachte die gelden veiliggesteld. Het geld is niet onder de verdachte aangetroffen. Hij heeft dit geld derhalve voorhanden gehad, overgedragen en omgezet.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat het handelen van verdachte als witwassen moet worden gekwalificeerd.
Ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten.
De rechtbank merkt alle door de raadsvrouwe gedane verweren aan als bewijsverweren. Voor zover deze niet reeds zijn weersproken door de inhoud van de bewijsoverwegingen per feit, worden deze verworpen door de inhoud van de bewijsmiddelen die de rechtbank voor de afzonderlijke feiten heeft gebezigd. De door de raadsvrouwe aangevoerde feiten en omstandigheden zijn niet van die aard en ernst, dat de voor het bewijs gebruikte bewijsmiddelen als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt. De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen zijn uitgewerkt in de bij dit vonnis gevoegde bewijsbijlage.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen en wat hiervoor is overwogen, acht de rechtbank de feiten die hierna onder “de bewezenverklaring” nader zullen worden omschreven, wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de van dit vonnis deel uitmakende bewijsbijlage en op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot het oordeel dat het volgende wettig en overtuigend is bewezen.

Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft op tijdstippen in de periode van 24 januari 2014 tot en met 15 juli 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen een hoeveelheid geld, te weten € 2.300,-- toebehorende aan [slachtoffer 1] en € 2.500,-- toebehorende aan [slachtoffer 2] en € 3.820,80 toebehorende aan [slachtoffer 3] en € 1.674,62 toebehorende aan [slachtoffer 4] en zesmaal een bedrag van telkens € 490,-- toebehorende aan [slachtoffer 5] , waarbij verdachte en zijn mededaders telkens dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten door via internetbankieren gebruik te maken van bank- en/of persoons- en/of inloggegevens en/of inlog- of betaalcodes, tot welk gebruik verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren;


Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft op tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 april 2015 tot en met 1 februari 2016 in Nederland, telkens ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen telkens [B.V. 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van

  • creditcards op naam van [slachtoffer 6] en
  • creditcards op naam van [slachtoffer 7] en
  • creditcards op naam van [slachtoffer 8] en
  • creditcards op naam van [slachtoffer 9] en
  • creditcards op naam van [slachtoffer 10] , en
  • een ABN AMRO Mastercard creditcard op naam van [slachtoffer 11] (aangevraagd op 1 februari 2016) en

het ter beschikking stellen van bij die creditcards behorende gegevens - zoals een toegangs-nummer en/of (een) pincode(s) - en/of het verstrekken van bij die creditcards behorende kredieten met voormeld oogmerk - zakelijk weergegeven - meerdere digitale aanvragen ter verkrijging van die creditcards en bijbehorende kredieten ingediend en zich in die aanvragen en bijbehorende stukken in strijd met de waarheid voorgedaan als [slachtoffer 6] of [slachtoffer 7] of [slachtoffer 8] of [slachtoffer 9] of [slachtoffer 10] of [slachtoffer 11] en daarbij zonder medeweten en toestemming van die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 10] , gebruik gemaakt van (een kopie van) identiteitsbewijzen en/of rijbewijzen op naam van die [slachtoffer 6] of [slachtoffer 7] of [slachtoffer 8] of [slachtoffer 10] en daarbij meerdere valse en/of vervalste documenten - te weten een loonstrook en een bankafschrift op naam van die [slachtoffer 7] en een loonstrook op naam van die [slachtoffer 10] – heeft verstrekt aan [B.V. 1] en zich in telefonische contact met medewerkers van [B.V. 1] in strijd met de waarheid voorgedaan als die [slachtoffer 6] of [slachtoffer 7] of [slachtoffer 8] of [slachtoffer 9] of [slachtoffer 11] , zulks terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven niet is voltooid;


Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft in de periode van 9 mei 2015 tot en met 22 mei 2015 in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen, [B.V. 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een Santander Maestro creditcard op naam van [slachtoffer 7] en het ter beschikking stellen van bij die creditcard behorende gegevens - zoals een pincode - en het verstrekken van een doorlopend geldkrediet met voormeld oogmerk - zakelijk weergegeven - zonder medeweten en toestemming van [slachtoffer 7] een digitale aanvraag ter verkrijging van die creditcard en die gegevens en dat krediet op naam van die [slachtoffer 7] ingediend en vervolgens valselijk een kredietovereenkomst op naam van die [slachtoffer 7] voorzien van een handtekening die moest doorgaan als een handtekening van die [slachtoffer 7] en die overeenkomst met bijbehorende stukken verzonden aan [B.V. 2] en daarbij zonder medeweten en toestemming van die [slachtoffer 7] gebruik heeft gemaakt van een kopie van een identiteitsbewijs op naam van die [slachtoffer 7] en daarbij valse of vervalste documenten - te weten een salarisspecificatie en een bankafschrift op naam van die [slachtoffer 7] - heeft verstrekt aan [B.V. 2] en zich daarbij in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als de rechtmatige rekeninghouder van de bankrekening met [bankrekeningnummer 6] zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;


Ten aanzien van het onder 4 subsidiair ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft op of omstreeks 15 januari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 12] door een feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 12] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten het afgeven van een hoeveelheid geld toebehorende aan die [slachtoffer 12] , met zijn mededader whatsappberichten verzonden aan die [slachtoffer 12] in welke berichten - zakelijk weergegeven - stond dat

  • die [slachtoffer 12] de volgende dag 500 euro moest betalen en
  • als die [slachtoffer 12] niet zou betalen er een boete zou worden opgelegd en het door die [slachtoffer 12] te betalen geldbedrag zou oplopen en
  • het adres van die [slachtoffer 12] en de school waar die [slachtoffer 12] studeert bij verdachte bekend was en dat verdachte mensen heeft die vaak op die school zijn en weten wie die [slachtoffer 12] is en
  • die [slachtoffer 12] moest zorgen dat hij de volgende dag € 500,-- zou hebben en dat verdachte anders bij hem aan de deur zou komen en op school bij hem zou langs komen en
  • die [slachtoffer 12] vóór 22:00 uur een locatie moest doorgeven waar dat geld de volgende dag opgehaald kon worden of door die [slachtoffer 12] gebracht zou worden en dat als hij later dan 22:00 uur zou reageren dat bedrag zou oplopen tot € 800,-- en dat de tijd tikt en
  • dat die [slachtoffer 12] de volgende dag om 13:00 uur op een bepaalde locatie, te weten bij de bankjes bij de koninginschommels, aanwezig moest zijn en dat als die [slachtoffer 12] niet aanwezig zou zijn verdachte hem thuis of op school op zou komen halen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;


Ten aanzien van het onder 5 primair ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft op 2 februari 2016 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 13] te dwingen tot de afgifte van een tijdelijke bankpas toebehorende aan die [slachtoffer 13] en het aangaan van een schuld, te weten het openen van een betaalrekening bij [N.V.] en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankrekeningnummer en een pincode en gegevens met betrekking tot een Mijn ING account en mobiele app, met voormeld oogmerk

  • met die [slachtoffer 13] naar een filiaal van de [N.V.] is gelopen en
  • tegen die [slachtoffer 13] heeft gezegd dat hij aldaar een tijdelijke bankrekening moest openen en
  • die [slachtoffer 13] een mobiele telefoon heeft gegeven met daarin een bericht met een postcode en huisnummer dat die [slachtoffer 13] moest opgegeven als adres bij het openen van die bankrekening en
  • tegen die [slachtoffer 13] heeft gezegd "Je moet naar binnen lopen en snel een beetje! Dan kunnen we hier snel weg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
  • vervolgens heel dicht tegen die [slachtoffer 13] aan is gaan staan en
  • daarbij tegen die [slachtoffer 13] heeft gezegd dat als hij niet zou opschieten hij, verdachte, hem een pak rammel zou geven en voor zijn bek zou slaan, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
  • vervolgens, terwijl die [slachtoffer 13] in dat filiaal aanwezig was, dat filiaal is binnengelopen en aldaar zichtbaar voor die [slachtoffer 13] aanwezig is geweest,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;


Ten aanzien van het onder 6 primair sub a ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft in de periode van 15 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van € 976,46, door met zijn mededader(s) met voornoemd oogmerk:

  • een echte en onvervalste factuur van [naam bedrijf] , bestemd voor die [slachtoffer 14] de ontvangst daarvan door die [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te voorkomen en
  • vervolgens een valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [naam bedrijf] en die was voorzien van het niet aan [naam bedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] , als ware dat het rekeningnummer van [naam bedrijf] , aan die [slachtoffer 14] te doen toekomen

ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 14] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte door overboeking van voornoemd geldbedrag op voornoemd rekeningnummer;


Ten aanzien van het onder 7 primair sub a ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft in de periode van 15 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep [B.V. 3] en [slachtoffer 16] bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van € 4.419,26 door met zijn mededader(s) met voornoemd oogmerk:

-
een echte en onvervalste factuur van [klusbedrijf] , bestemd voor die [B.V. 3] de ontvangst daarvan door die [B.V. 3] te voorkomen en

vervolgens een valse factuur die moest doorgaan als de echte factuur van [klusbedrijf] en die was voorzien van het niet aan [klusbedrijf] toebehorende [bankrekeningnummer 2] , als ware dat het rekeningnummer van [klusbedrijf] , aan die [B.V. 3] en/of [slachtoffer 16] te doen toekomen, ten gevolge waarvan voornoemde [B.V. 3] en [slachtoffer 16] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;


Ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft op tijdstippen in de periode van 29 januari 2016 tot en met 15 februari 2016 in Nederland telkens een voorwerp, te weten een geldbedrag toebehorende aan [slachtoffer 14] en een geldbedrag toebehorende aan [stichting] en een geldbedrag toebehorende aan [B.V. 3] voorhanden gehad en overgedragen en/of omgezet terwijl hij, verdachte, wist dat bovenomschreven voorwerpen- onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;


Ten aanzien van het onder 9 ten laste gelegde feit.

Verdachte heeft in de periode van 31 oktober 2015 tot en met 14 juni 2016 in Nederland, een goed te weten een rijbewijs op naam van [slachtoffer 17] voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.


De eis van de officier van justitie.
Voor de feiten zoals de officier van justitie die bewezen acht, vordert hij veroordeling van verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De officier van justitie maakt kenbaar voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht tegen verdachte aanhangig te maken.

Het standpunt van de verdediging.
Gelet op het pleidooi strekkende tot algehele vrijspraak van verdachte, heeft de verdediging zich niet uitgelaten over de aard en de omvang van een eventueel aan verdachte op de leggen straf. De verdediging verzoekt opheffing van de voorlopige hechtenis.

Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging met valse sleutels, pogingen tot oplichting, medeplegen van dwang, poging tot afpersing, medeplegen van oplichtingen, opzetheling en witwassen.
Strafverzwarende omstandigheden.
Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer twee jaar schuldig gemaakt aan een groot aantal misdrijven, te weten het met anderen plegen van diefstallen met valse sleutels ten nadele van rekeninghouders. Bij die diefstallen werd onder meer gebruik gemaakt van inloggegevens en andere gegevens die daarvoor met behulp van phishingmails en telefonisch waren verkregen van de slachtoffers. Hierdoor heeft verdachte schade veroorzaakt bij banken en rekeninghouders. Verdachte heeft met zijn mededaders misbruik gemaakt van de goedgelovigheid van rekeninghouders en het vertrouwen dat die rekeninghouders in hun banken en het Nederlandse bancaire systeem hadden. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan pogingen tot oplichting van [B.V. 1] en [B.V. 2] door met valse gegevens creditcards aan te vragen. Door de alertheid van deze instellingen is verdachte niet in zijn opzet geslaagd. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij bij (onder meer) jonge kwetsbare en goedgelovige personen persoonlijke gegevens heeft ontfutseld om toegang tot hun bankrekeningen te krijgen of dat verdachte deze personen heeft gedwongen hun identiteit en/of hun bankgegevens voor zijn praktijken beschikbaar te stellen. Verdachte is zich van de kwetsbaarheid van die personen bewust geweest, maar dat heeft hem niet weerhouden van zijn handelen.
Het handelen van verdachte heeft het economisch systeem en het vertrouwen van de getroffen rekeninghouders in het betalingsverkeer en in het bankwezen ernstig ondermijnd. Wanneer het vertrouwen in het betalingsverkeer en in het bankwezen bij consumenten niet meer aanwezig is, bestaat bovendien het risico van een ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer.
Verdachte heeft zich kennelijk slechts door zijn behoefte aan geldelijk gewin laten leiden. Uit niets blijkt dat de verdachte ook maar enige spijt van zijn handelen heeft. Dat, tezamen met zijn strafblad, maakt naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat de recidivekans als hoog moet worden ingeschat.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen en opzetheling. Witwassen en heling bevorderen criminaliteit en veroorzaken daardoor schade en overlast voor de benadeelden. Uit dit handelen van verdachte spreekt minachting voor andermans eigendom.
De strafmodaliteit.
Hoewel de rechtbank op onderdelen tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is niet gebleken van feiten of omstandigheden die tot matiging van de door de officier van justitie gevorderde straf zouden moeten leiden. De aard van de misdrijven, het grote aantal misdrijven, de houding van verdachte, zijn gebrek aan inzicht in de kwalijkheid van zijn handelen en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers, misbruikte personen, bedrijven en banken en de vrees voor herhaling brengt mee dat de rechtbank een langdurige gevangenisstraf noodzakelijk acht.
Conclusie.
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat passend en geboden is verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren onder aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht.
De motiveringen van de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen.

De vordering van de benadeelde partij [N.V. 2] .
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert en de benadeelde partij deze vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De benadeelde partij kan deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt.

De vordering van de benadeelde partij [N.V.] NV.
Het namens [N.V.] NV ingediende voegingsformulier is ondertekend door [slachtoffer 23] . Uit dit voegingsformulier noch uit het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat [slachtoffer 23] bevoegd is [N.V.] NV in deze procedure te vertegenwoordigen. Gelet hierop zal de rechtbank [N.V.] NV niet ontvankelijk in deze vordering verklaren. De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt.

De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 14] en [B.V. 3] .
De rechtbank acht de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 14] geheel toewijsbaar, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De vordering van de benadeelde partij [B.V. 3] zal worden toegewezen voor wat betreft de niet vergoede schade en de kosten van het doen van aangifte. In de vordering van de telefoonkosten en administratiekosten zal de benadeelde niet-ontvankelijk worden verklaard bij gebreke van een heldere onderbouwing.
Omdat er sprake is van meerdere daders zal de betalingsverplichting hoofdelijk worden opgelegd.
De rechtbank zal verdachte telkens veroordelen in de kosten van de benadeelde partijen tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte telkens veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregelen.
De rechtbank zal voor de toegewezen bedragen tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De motivering van de beslissingen op het beslag.De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de onder 1 tot en met 13 genoemde voorwerpen op de lijst van in beslag genomen voorwerpen nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van deze voorwerpen.

De rechtbank is van oordeel dat de voorwerpen genoemd onder 14 en 15 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.

De motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 16/123541-15.

Bij vonnis va 25 september 2015 van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. Deze proeftijd loopt van 9 oktober 2015 tot 7 oktober 2017. Nu een deel van de ten laste gelegde feiten binnen deze proeftijd zijn gepleegd, heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 45, 47, 57, 60a, 63, 284, 310, 311,
317, 326, 416 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
spreekt verdachte vrij van het onder 4 primair ten laste gelegde feit;
verklaart de onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair onderdeel a, 7 primair onderdeel a, 8 en 9 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

ten aanzien van het onder 1 primair bewezen verklaarde feit:

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;


ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde feit:

poging tot oplichting, meermalen gepleegd;


ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde feit:

poging tot oplichting;


ten aanzien van het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde feit:

medeplegen van poging tot: een ander door een feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;


ten aanzien van het onder 5 primair bewezen verklaarde feit:

poging tot afpersing;


ten aanzien van het onder 6 primair onderdeel a bewezen verklaarde feit:

medeplegen van oplichting;


ten aanzien van het onder 7 primair onderdeel a bewezen verklaarde feit:

medeplegen van oplichting;


ten aanzien van het onder 8 bewezen verklaarde feit:

witwassen, meermalen gepleegd;


ten aanzien van het onder 9 bewezen verklaarde feit:

opzetheling.

verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
legt op de volgende straf en maatregelen:
ten aanzien van de onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6 primair onderdeel a,

7 primair onderdeel a, 8 en 9 bewezen verklaarde feiten:

 een
gevangenisstrafvoor de duur
van drie jaar;
beveelt dat de tijd die veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen goederen, te weten: de goederen vermeld onder nummer 14 en 15 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen;
gelast de
teruggaveaan de rechthebbende van de
in beslag genomen goederenvermeld onder nummers 1 tot en met 13 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen;
wijsthet verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af;
De beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 25 september 2015, gewezen onder parketnummer 16/123541-15, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van één maand;
De beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen:

de benadeelde partij [N.V. 2] :
verklaart de benadeelde partij [N.V. 2] niet ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil;

de benadeelde partij [N.V.] NV:
verklaart de benadeelde partij [N.V.] NV niet ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil;

de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
wijstde vordering van de benadeelde partij
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , van een bedrag van
€ 160,--[honderdzestig euro], bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald;
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil;
veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten;

de benadeelde partij [B.V. 3] :
wijstde vordering van de benadeelde partij
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [B.V. 3] van een bedrag van
€ 1.030,--[duizenddertig euro], bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald;
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil; veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

de benadeelde partij [slachtoffer 14] Deurne:
wijstde vordering van de benadeelde partij
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 14] Deurne, van een bedrag van
€ 976,47[negenhonderd zesenzeventig euro en zevenenveertig eurocent], bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald;
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil; veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De schadevergoedingsmaatregelen:

maatregel van schadevergoeding van € 160,--[honderd zestig euro] subsidiair 3 dagen hechtenis;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer D. [slachtoffer 2] van een bedrag van 160,-- [honderd zestig euro] bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag, bestaande uit materiële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

maatregel van schadevergoeding van € 1.030,--[duizend dertig euro] subsidiair 20 dagen hechtenis;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [B.V. 3] van een bedrag van € 1.030,-- [duizenddertig euro], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ mede-plichtige(n) is betaald.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.

maatregel van schadevergoeding van € 976,47[negenhonderd zesenzeventig euro en zevenenveertig eurocent] subsidiair 19 dagen hechtenis;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14] Deurne van een bedrag van € 976,47 [negenhonderd zesenzeventig euro en zevenenveertig eurocent], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 19 dagen hechtenis, bestaande uit materiële schadevergoeding. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. J.G. Vos en mr. E.W. van den Heuvel, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 15 juni 2017.