ECLI:NL:RBOBR:2017:3243

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
4710789 CV EXPL 15/15561
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grond voor afschaffing jubileumregeling?

In deze zaak, uitgesproken op 2 februari 2017 door de Rechtbank Oost-Brabant, gaat het om een geschil tussen de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en NXP Semiconductors Netherlands B.V. over de rechtmatigheid van een eenzijdige wijziging van de RAV 450, een regeling die betrekking heeft op jubileumuitkeringen. De eiseressen, bestaande uit verschillende vakbonden, stellen dat de wijziging van de regeling door NXP niet rechtmatig is en dat de jubileumuitkeringen die voor 1 januari 2016 verschuldigd zijn, alsnog moeten worden betaald. De kantonrechter heeft in zijn uitspraak verwezen naar eerdere tussenvonnissen en de stukken die aan het dossier zijn toegevoegd, waaronder pleitaantekeningen en comparitieaantekeningen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de RAV 450 niet tot de cao behoort en dat de wijziging die NXP heeft aangebracht niet kan worden getoetst aan het Burgerlijk Wetboek (BW) artikel 7:613, omdat er geen wijzigingsbeding in de contracten is opgenomen. De rechter heeft drie omstandigheden besproken die NXP aanvoert als rechtvaardiging voor de wijziging: de beschikbaarstelling van een employability budget, de vermeende discriminatie van oudere werknemers door de jubileumregeling, en de stelling dat de regeling niet meer van deze tijd is. De kantonrechter oordeelt echter dat NXP niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze omstandigheden voldoende zijn om de jubileumregeling af te schaffen.

Uiteindelijk komt de kantonrechter tot de conclusie dat NXP niet heeft aangetoond dat de wijziging van de RAV 450 redelijk is en dat de acceptatie van de wijziging niet van de werknemers kan worden gevergd. De vordering van de eiseressen wordt toegewezen, en NXP wordt veroordeeld tot naleving van de RAV 450 in de versie vóór 1 januari 2014, met de verplichting om de verschuldigde jubileumuitkeringen alsnog te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt NXP veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen.

Uitspraak

Rechtbank Oost-Brabant
Zaaknummer : 4710789
Rolnummer : 15/15561
Uitspraak : 2 februari 2017
t e g e n :

NXP Semiconductors Netherlands B.V., gevestigd in Eindhoven,gedaagde,

gemachtigden: mrs E.J. Henrichs en D. Azarfane.

Het verdere verloop van het geding

Dit blijkt uit de stukken die inmiddels aan het dossier zijn toegevoegd, te weten
- het tussenvonnis
- de pleitaantekeningen van eiseressen
- de comparitieaantekeningen van gedaagden
-de handgeschreven aantekeningen van de comparitie
De verdere beoordeling
1. De kantonrechter verwijst naar zijn tussenvonnis van 4 augustus 2016 en blijft bij wat daarin is overwogen en beslist.
2. De comparitie heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd.
3.1.
Voor zover dat uit de gedingstukken valt op te maken behoort de RAV 450 niet tot de cao.
3.2. Dat de cao er uitdrukkelijk naar verwijst en haar bij zich insluit is niet gesteld en blijkt ook uit niets.
3.3.
Dat de RAV 450 tot de cao behoort volgt voorts nog niet uit het enkele feit dat zij er als bijlage aan is toegevoegd. Het pakket arbeidsvoorwaarden, bestaande uit de cao en overige bepalingen, moet als geheel gepresenteerd worden en in die zin is de RAV een bijlage.
3.4.
FNV e.a. kunnen dus niet optreden uit hoofde van de cao, maar wel op grond van BW 3:305 a: de aanspraak op een jubileumuitkering komt toe aan een
groepwerknemers die de aanspraak gemeenschappelijk hebben en wier belang zich dus leent voor bundeling; het feit dat die aanspraak soms afhangt van een individuele omstandigheid ontneemt er niet het algemene karakter aan.
4.1. RAV 450 bevat arbeidsvoorwaarden. Of de wijziging die NPX daarin heeft aangebracht toelaatbaar is, kan niet worden getoetst aan BW 7:613, want niet gesteld of gebleken is dat de bewuste contracten een wijzigingsbeding bevatten.
4.2.
De vraag wordt dan of NPX als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden de wijziging in kwestie voor te stellen en of het voorstel redelijk is en vervolgens of van de werknemers in kwestie in het licht van de omstandigheden in redelijkheid gevergd kan worden haar te aanvaarden.
5. In het betoog van NPX ontwaart de kantonrechter drie omstandigheden waarin volgens haar aanleiding is gelegen voor de doorgevoerde wijziging en die deze volgens haar redelijk maken:
- het feit dat zij een employability budget ter beschikking stelt en er steeds duidelijk over is geweest dat dit ten koste van de jubileumregeling zou gaan
- het feit dat de jubileumregeling discriminatoir is doordat alleen oudere werknemers er profijt van hebben, terwijl het employability budget voor alle werknemers beschikbaar is
- het feit dat een jubileumregeling als deze niet meer van deze tijd is omdat dienstverbanden van de bewuste duur steeds minder voorkomen.
6. Van geen van deze drie omstandigheden kan gezegd worden dat NPX als goed werkgever er aanleiding in kan zien de jubileumregeling op te offeren.
7.1.
Dat de beschikbaarstelling van een employability budget aanleiding was de jubileumregeling af te schaffen is wel duidelijk, maar dat NPX daarmee als goed werkgever handelde en een redelijk voorstel deed heeft zij niet aannemelijk gemaakt.
7.2.
Om te beginnen heeft NPX niets gesteld, noch is iets gebleken, over de verhouding tussen beide voorzieningen; wat de kosten zijn van het employability budget stelt NPX onomwonden (€ 600.000,=), maar over de kosten van de jubileumregeling stelt zij niets. Vervolgens stelt zij niets over bijkomende versoberingen of alternatieven, noch over de algemene financiële toestand van het bedrijf. Over andere omstandigheden die wellicht van belang zijn wordt evenmin iets gesteld. Noch blijkt er iets over.
7.3.
Dat NXP steeds gezegd heeft dat zij bij beschikbaarstelling van het employability budget de jubileumregeling zou laten vallen, verandert hier niets aan.
8. De kantonrechter acht niet zonder meer aannemelijk dat de jubileumregeling discriminatoir is; niet zonder meer: NXP werkt dit argument nauwelijks uit. Die regeling maakt weliswaar onderscheid - dat alleen oudere werknemers daarvan profiteren, is waarschijnlijk – maar dat is een onderscheid dat door velen nog altijd niet als ongerechtvaardigd wordt beschouwd; van belang is in dit verband dat niet is gesteld of gebleken dat er ooit van enigerlei zijde bezwaar tegen is gemaakt.
9. Dat een jubileumregeling ‘niet meer van deze tijd is’, vindt de kantonrechter een overweging zonder gewicht en zeggingskracht en van het kaliber dooddoener waarvan een werkgever niet in ernst kan menen dat hij er een werknemer zijn recht op een jubileumuitkering mee kan afnemen. Waar nog bijkomt, dat NXP zo’n regeling vanzelf kan laten wegsterven, dus aan deze gedachte ook wel op een minder bezwaarlijke manier gestalte kan geven.
10.1.
Een en ander leidt ertoe dat NXP niet aannemelijk heeft gemaakt dat de wijziging redelijk is en dus ook niet dat acceptatie redelijkerwijs van de gerechtigden tot de jubileumuitkering gevergd kan worden.
10.2.
De vordering kan worden toegewezen als na te melden, met inachtneming van de redelijkheid. Renteschade wordt slechts geleden over geld dat men in handen dient te krijgen.
11. NXP moet als in het ongelijk gestelde partij de proceskosten van FNV e.a. dragen.

BESLISSINGDe kantonrechter:

Verklaart voor recht dat de door NXPO per 1 januari 2015 eenzijdig ingevoerde wijziging van de RAV 450 niet rechtmatig is;
Veroordeelt NXP voornoemd tot naleving van de RAV 450 in de versie vóór 1 januari 2014 met dien verstande dat zij binnen een maand na heden de vanaf 1 januari 2016 volgens die regeling verschuldigd geworden jubileumuitkeringen alsnog betaalt met vermeerdering van elke uitkering met 50%, de netto uitkomst vermeerderd met de wettelijke rente erover voor zolang en voor zover die vanaf een maand na heden onbetaald blijft op straffe van een dwangsom van € 1.000,= per dag voor alle overtredingen samen;
Veroordeelt NXP in de proceskosten van FNV e.a., gesteld op
€ 94,19 wegens dagvaardingskosten, € 117,= wegens griffierecht en € 750,= wegens gemachtigdensalaris;
Verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr P.M. Knaapen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 februari 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.