ECLI:NL:RBOBR:2017:314
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor omzetting agrarische woning naar plattelandswoning vanwege hoge voorgrondbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, eigenaar van een woning aan de [adres 1], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad. Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor de omzetting van zijn agrarische woning naar een plattelandswoning, maar deze aanvraag werd door verweerder geweigerd. De rechtbank oordeelde dat verweerder de hoge voorgrondbelasting van de nabijgelegen veehouderij in zijn overwegingen mocht betrekken. Eiser woonde al sinds 1991 in de woning zonder klachten, maar de rechtbank stelde vast dat persoonlijke ervaringen van eiser niet relevant waren voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, gezien de hoge voorgrondbelasting van 31,6 Ou/m3, die de toetswaarde van 10 Ou/m3 ruimschoots overschreed. Eiser voerde aan dat verweerder had moeten handelen volgens artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht, maar de rechtbank oordeelde dat partijen voldoende gelegenheid hadden gehad om argumenten uit te wisselen. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat er geen eenduidig toetsingskader was ten tijde van het besluit en dat verweerder het gelijkheidsbeginsel had geschonden. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.