2.4.A result will not be considered to have been achieved unless all its subresults
have been achieved. NL EVD International will assess this on the
basis of the Means of Verification for each sub-result. Such assessments
are provisional until the definitive amount of the grant has been
determined. If a result has been achieved only in part or not at all,
the grant for that result may be set at nil.
3. Aan het besluit tot subsidieverlening van 21 december 2010 zijn voorwaarden en termijnen verbonden, die als ‘project results’ zijn vermeld in een schema, dat als bijlage bij dat besluit is gevoegd. Het besluit van 21 december 2010 is rechtens onaantastbaar geworden omdat eiseres daartegen geen rechtsmiddel heeft aangewend.
4. Verweerder heeft de voor de implementatie van het project gegeven termijn meerdere malen verlengd en bij brief van 21 mei 2014 heeft verweerder de subsidie opgeschort. Op
5 januari 2015 heeft verweerder een door eiseres opgesteld eindrapport ontvangen.
5. Mede gelet op de toelichting die verweerder ter zitting heeft gegeven, heeft verweerder bij het bestreden besluit het bij het primaire besluit ingenomen standpunt gehandhaafd dat de aan eiseres verleende subsidie voor het project wordt verlaagd naar € 15.100,-, dat de subsidie ambtshalve op dit bedrag wordt vastgesteld en dat het teveel betaalde voorschot van € 53.313,- van eiseres wordt teruggevorderd. Verweerder heeft daarbij het standpunt ingenomen dat eiseres van de bij het besluit tot subsidieverlening afgesproken resultaten slechts resultaat 1 heeft behaald en dat eiseres verantwoordelijk kan worden geacht voor het niet behalen van de overige resultaten. Verweerder wijst er daarbij op dat resultaten pas als behaald kunnen worden beschouwd indien alle subresultaten zijn behaald.
6. Ingevolge artikel 4:48, eerste lid van de Awb kan het bestuursorgaan de subsidieverlening, zolang deze niet is vastgesteld, intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen indien:
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Ingevolge het tweede lid werkt de intrekking of wijziging terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
7. Op grond van artikel 4:47, aanhef en onder c, van de Awb kan het bestuursorgaan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien de beschikking tot subsidieverlening ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd.
8. Ingevolge artikel 4:57, eerste lid, van de Awb kan het bestuursorgaan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.
9. Tussen partijen is niet in geschil dat de in het schema bij het subsidieverleningsbesluit genoemde resultaten 2 tot en met 5, waaronder de bouw van een centrale processing fabriek, niet (volledig) zijn behaald binnen de daarvoor gegeven termijnen. Aan de opvatting van eiseres dat het niet behalen van de beschreven resultaten mede te wijten is aan miscommunicatie met de door verweerder ingeschakelde accountmanagers en dat zij niet wist dat de in de PSI-regeling beschreven mobiele units een essentieel (want vernieuwend) onderdeel waren van het projectplan, kan niet de betekenis worden toegekend die eiseres daaraan gehecht wil zien. Uit de voorwaarden bij het besluit tot subsidieverlening blijkt immers dat de volledige verantwoordelijkheid voor het project bij eiseres berustte en dat het niet behalen van de beschreven resultaten en de gevolgen van gedragingen van de door eiseres bij het project betrokken andere partijen voor haar rekening en risico zouden komen.
10. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder, gelet op het bepaalde in artikel 4:48, eerste lid, onder a en b, van de Awb, bevoegd was om de verleende subsidie ten nadele van eiseres te wijzigen en de subsidie ambtshalve vast te stellen op
€ 15.100,-.
11. Vervolgens ziet de rechtbank zich gesteld voor de vraag of verweerder in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken.
12. Verweerder heeft aan eiseres diverse malen uitstel verleend om de afgesproken (sub)resultaten te halen, hetgeen een aanzienlijke vertraging van het project heeft opgeleverd. Verweerder heeft in de door eiseres gestelde omstandigheden, die de vertraging (mede) zouden hebben veroorzaakt, geen aanleiding hoeven zien om meer uitstel te verlenen, reeds omdat deze tot het normale ondernemersrisico behoren en voor rekening en risico van eiseres dienen te blijven. Verweerder heeft zich ook overigens met het oog op de voortgang van het project voldoende coulant opgesteld en is in voldoende mate tegemoet gekomen aan de belangen van eiseres. De stelling van eiseres dat verweerder steeds tijdig is geïnformeerd over de voortgang van het project en dat wijzigingen in overleg zijn afgesproken - welke stelling verweerder overigens gemotiveerd heeft bestreden - kan niet tot een ander oordeel leiden. Verweerder kon zich bij het bestreden besluit op het standpunt stellen dat een reëel zicht ontbrak op het realiseren van het doel van de subsidie, te weten het tot stand brengen van een vernieuwende investering in de private sector in het ontwikkelingsland Indonesië, die commercieel haalbaar is en leidt tot een groei van omzet en werkgelegenheid in de lokale economie.
13. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid om de verleende subsidie ten nadele van eiseres te wijzigen en de subsidie ambtshalve op € 15.100,- vast te stellen.
14. Uit het voorgaande volgt dat verweerder bevoegd was om de teveel betaalde voorschotten tot een bedrag van € 53.313,- van eiseres terug te vorderen. Redenen op grond waarvan moet worden aangenomen dat verweerder niet in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken zijn niet gesteld of gebleken.
15. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.