Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak.
De bewezenverklaring.
Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1 subsidiair). De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, het volgende onderdeel van de vordering te weten immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 300,=, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer] . De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de posten “geldbedrag niet exact” en “kluis” tot het gevorderde bedrag van € 2.280,= en de overige posten “kast”, “schade muur” en “deur vernieuwen + slot” tot een bedrag van tezamen € 500,=, zijnde een totaalbedrag van (€ 2.280 + € 500 =) € 2.780,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het indienen van de vordering (16 december 2016) tot aan de dag der algehele voldoening.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK