Op 23 mei 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1967 en thans gedetineerd in Zwolle PPC. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging voor de feiten van brandstichting en mishandeling, omdat zij volledig ontoerekeningsvatbaar is. De verdachte had op 22 november 2016 in Valkenswaard opzettelijk brand gesticht in een kamer door open vuur in aanraking te brengen met brandbare stoffen, wat gemeen gevaar voor nabijgelegen panden en levensgevaar voor personen met zich meebracht. Daarnaast heeft zij in de periode van 17 tot 20 juli 2015 in Eindhoven een slachtoffer mishandeld door met een stok op diens hoofd te slaan. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging gevolgd om de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis te plaatsen voor een jaar, gezien de ernstige geestelijke problemen van de verdachte, waaronder een organisch frontaalsyndroom en een borderline persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €350,- toegewezen aan de benadeelde partij, bestaande uit materiële en immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 24c, 36f, 37, 57, 157 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.