V. aantreffen busjes pepperspray (01/993325-15)
Zoals hiervoor reeds aan de orde is gesteld houdt de rechtbank verdachte mede verant-woordelijk voor de hierna in de bewezenverklaarde feiten 2 en 3 vermelde illegale stoffen en voorwerpen aangetroffen in de door verdachte gehuurde opslagbox [nummer] aan [adresgegevens 3] in [gemeente 2] .
De rechtbank houdt verdachte tevens verantwoordelijk voor de in diezelfde box aangetrof- fen vier busjes pepperspray, nu deze busjes pepperspray volkomen identiek zijn aan het in de Mercedes Vito van verdachte aangetroffen busje pepperspray, waarvan verdachte het bezit ter terechtzitting van 8 maart 2017 heeft erkend, zijnde telkens busjes van het merk Walther, type Prosecur. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte de vier busjes
pepperspray in genoemde opslagbox en het busje pepperspray in zijn bestelbus opzettelijk
aanwezig heeft gehad.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de uitgewerkte bewijsmiddelen zoals weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bewijsbijlage wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
parketnummer 01/993288-14
1.
op of omstreeks 17 maart 2014 in Nederland en het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine zijnde MDMA en amfetamine telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I.
2.
op 23 september 2014 te Best tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en) opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer
-620 gram (bruto) van een materiaal bevattende amfetamine(pasta), zijnde amfetamine een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I ( [adresgegevens 2]
)
en
-5 witte tabletten bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de
bij de Opiumwet behorende lijst I ( [adresgegevens 2] )
en
-0,24 gram blauw poeder en tabletdelen bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I ( [adresgegevens 2] )
en
-meerdere tabletten bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I ( [adresgegevens 3] )
en
-440 gram diverse kleuren poeder en 40 gram blauw poeder bevattende MDMA, zijnde
MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I ( [adresgegevens 3] )
en
op 23 september 2014 te Eindhoven opzettelijk aanwezig heeft gehad
-ongeveer 364,2 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I (Mercedes Benz Vito, [kentekennummer 1] )
en
-22 tabletten bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I (Mercedes Benz Vito, [kentekennummer 1] );
3.
op 23 september 2014 te Best tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden van
materialen bevattende MDMA en amfetamine, zijnde middelen als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en zijn mededader(s) wisten
dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers hebbende hij en één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe
-een (deels gedemonteerde) tabletteermachine, rondloper, (vervuild met blauw
poeder/MDMA) en rode chemiehandschoenen en een oranje cementmolen (vervuild met
restanten blauw poeder/MDMA) en een groot aantal vervuilde digitale weegschalen en
metalen mallen (ten behoeve van het persen van blokken/plakken verdovende middelen)
en dozen met sealzakken voorhanden gehad ( [adresgegevens 2] )
en
-amfetamine reactievat voorzien van gasbranders aan de onderzijde en met bijbehorende
reflux (koelbuis) en
-destillatieketel voorzien van een gasbrander aan de onderzijde en met bijbehorende
destillatiespiraal (koelbuis) en
-stoomgenerator (metalen ketel met gasbrander) en
-2x metalen opvangtank en
-loogdoseerunit en
-2x metalen brander bak met gasbrander en
-diverse gebruikte 3 hals 20 liter rondbodemkolven (sommige gebroken) en
-gasfles en
-slangen en
-toebehoren zoals lepels, spatels, klemmen e.d. en
-2 elektrische verwarmingsdekens en
-diverse 220 liter klemdekselvaten
voorhanden gehad ( [adresgegevens 3] )
en
-hoeveelheden van (een) chemische stof(fen) en chemicaliën (waaronder caustic soda en
aceton en zwavelzuur en zoutzuur en mierenzuur en APAAN voorhanden gehad
( [adresgegevens 3] );
4.
in de periode van 15 augustus 2012 tot en met 23 september 2014 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie die werd gevormd door verdachte en anderen, te weten onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als
bedoeld in:
-artikel 10 derde lid (van de Opiumwet), te weten het aanwezig hebben en
-artikel 10, vierde lid (van de Opiumwet), te weten het bereiden en/of bewerken en/of
verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of het
vervaardigen en
-artikel 10, vijfde lid (van de Opiumwet), te weten het buiten het grondgebied van
Nederland brengen
van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en
-artikel 10a, eerste lid (van de Opiumwet), te weten het verrichten van handelingen zoals
omschreven in artikel 10a eerste lid van de Opiumwet, zulks om (een) feit(en) als bedoeld
in het vierde en/of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden en/of te
bevorderen
en
-artikel 11, derde lid (van de Opiumwet), te weten het in de uitoefening van een beroep of
bedrijf telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren
van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
en
in de periode van 15 augustus 2012 tot en met 23 september 2014 in Nederland heeft
deelgenomen aan een organisatie, gevormd door verdachte en anderen, te weten onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in
artikel 420 bis en/of 420ter van het Wetboek van Strafrecht, te weten (gewoonte)witwassen.
parketnummer 01/993325-15
op 23 september 2014 te Best vier pepperspraybusjes, merk Walther, type ProSecur, zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met een giftige en verstikkende en weerloosmakende en traanverwekkende stof van de categorie II, onder 6°, voorhanden
heeft gehad
en
op 23 september 2014 te Eindhoven, een pepperspraybusje, merk Walther, type ProSecur, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met een giftige en verstikkende en weerloosmakende en traanverwekkende stof van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad.
Alle bewijsmiddelen dienen in onderlinge samenhang en (tijds-) verband te worden beschouwd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van feiten.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
De eis van de officier van justitie.(bijlage 2)
*een gevangenisstraf van 6 jaar met aftrek van voorarrest;
*de verbeurdverklaring van de Mercedes Vito [kentekennummer 1] .
De officier van justitie heeft kenbaar gemaakt voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft een beperking van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tot de duur van het reeds ondergane voorarrest eventueel aangevuld met een voorwaardelijk strafdeel bepleit. Daarnaast zou een taakstraf opgelegd kunnen worden.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende ten nadele van verdachte in aanmerking genomen.
Verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op het plegen van een breed scala aan Opiumwetdelicten met betrekking tot hard- en softdrugs, waaronder de uitvoer van harddrugs naar het Verenigd Koninkrijk en voorbereidingshandelingen voor de fabricage van synthetische drugs, en het witwassen van de daaruit voortkomende verdiensten voor geleverde verdovende middelen. De rechtbank acht in dat verband 19 geldtransporten in een tijdsbestek van ruim zes maanden vaststaan waarbij voor zover bekend geworden een totaalbedrag van ruim € 800.000,-, doch in werkelijkheid veeleer een miljoen euro ruim uitstijgend, voor de drugsbende is opgehaald en afgeleverd. Daarnaast acht de rechtbank vaststaan dat de organisatie vijf drugstransporten van grote hoeveelheden van diverse soorten harddrugs naar Groot-Brittannië heeft uitgevoerd en een overslaglocatie van drugs en meerdere opslaglocaties van drugs en daaraan gelieerde stoffen/voorwerpen tot haar beschikking had en hier ten lande bij meerdere leveringen van softdrugs betrokken is geweest. De totale hoeveelheid harddrugs die met de drugstransporten gemoeid is geweest moet de 132 kilogram van twee onderschepte tansporten vele malen te boven zijn gegaan.
De organisatie waarvan verdachte lid was, heeft zich aldus in de breedste zin des woords ingelaten met allerhande drugsdelicten. De kwalificatie drugsorganisatie is dan ook primair van toepassing. Hierbij komt het beeld naar voren dat het beramen en plegen van criminele activiteiten dagelijkse kost, ‘business as usual’, was. Het deelnemerschap van verdachte aan de organisatie bestond uit een uitvoerende rol bij de drugsdelicten. Hij was op afroep beschikbaar om in dat verband risicovolle ‘klusjes’ te klaren. Dat vertaalt zich in zijn feitelijke betrokkenheid bij een (hard)drugstransport naar het Verenigd Koninkrijk, leveringen softdrugs en twee opslaglocaties met drugs en stoffen en voorwerpen ten behoeve van de fabricage van synthetische drugs. Daarnaast werden in zijn bestelbus drugs (amfetamine en cocaïne) aangetroffen en had hij vijf busjes met pepperspray voorhanden.
Het spreekt voor zich dat een organisatie met als doelstelling het plegen van misdrijven als hiervoor genoemd een ernstige en ontoelaatbare ondermijning van de rechtsorde betekent.
Hiertegen dient dan ook hard te worden opgetreden.
Het is algemeen bekend dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers van deze middelen en gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag bekostigen, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen.
Van de handel in verdovende middelen is bovendien algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere, ook zwaardere vormen van criminaliteit. Daarnaast mag niet onvermeld blijven dat de uitvoer van drugs de negatieve beeldvorming van Nederland in
het buitenland op het gebied van haar drugsbeleid versterkt. Witwassen leidt tot ont-wrichting van het economische en financiële verkeer, omdat daarbij de (criminele) herkomst van gelden wordt verhuld. Door de vermenging van illegaal geld met legale geldstromen wordt de integriteit van het financieel en economisch bestel ernstig schade toegebracht.
Het gevaarzettende karakter van busjes met pepperspray, met name in relatie tot Opium-wetdelicten, behoeft geen verdere bespreking. Verdachte heeft zich om dit alles niet bekommerd. Het moet er voor worden gehouden dat hij enkel heeft gehandeld uit
financiële motieven.
De rechtbank heeft gezien dat verdachte een beperkt strafblad heeft met onder meer een transactie voor een Opiumwetdelict (2011) en een voor deze zaak niet relevante veroor-deling tot een taakstraf (2014). De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de inhoud van een rapport van de reclassering omtrent de persoon van verdachte d.d. 29 december 2014,
een door hemzelf tijdens de zitting van 8 maart 2017 overgelegd schriftelijk opgesteld persoonlijk verhaal over de toenmalige en huidige situatie en zijn mondelinge toelichting daarop. Hieruit blijkt onder meer dat verdachtes (eenmans) hoveniersbedrijf een stijgende lijn kent en terug kan vallen op een vast klantenbestand en dat een nieuwe detentie het bestaansrecht van het bedrijf in gevaar zal brengen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de bewezenverklaarde feiten echter te ernstig om een andere straf op te leggen dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis aanzienlijk overschrijdt.
De rechtbank heeft in matigende zin oog voor de lage (uitvoerende) positie van verdachte binnen de criminele organisatie en dat hij als medepleger van de diverse delicten een
evident ondergeschikte rol bij de uitvoering ervan heeft gehad. Daarbij heeft de rechtbank de indruk bekomen dat verdachte een beïnvloedbaar persoon is waarvan niet ondenkbaar is dat hij, destijds 21-22 jaar, geen weerstand heeft kunnen bieden aan enige namens de organisatie uitgeoefende druk om een bijdrage aan de criminele activiteiten te leveren.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank minder (mede door verdachte verrichte drugstransporten) bewezen acht dan de officier van justitie en de rechtbank voorts van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde en verdachtes ondergeschikte
rol daarbij voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn van de berechting met circa zes maanden is overschreden. De rechtbank acht deze overschrijding in het licht van de aard, omvang en complexiteit van de onderliggende zaak - met meerdere verdachten en onderzoekshandelingen in het buitenland in het kader van rechtshulpverzoeken – verklaarbaar, aanvaardbaar en dusdanig beperkt dat kan worden volstaan met de enkele constatering ervan.
Voorlopige hechtenis.
Met inachtneming van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang dient te worden opgeheven. Gezien de aard, omvang en ernst van de bewezenverklaarde feiten en de strafoplegging, zijn de persoonlijke omstandigheden die verdachte bij het voortduren van dan de schorsing heeft, waaronder het voortbestaan van zijn hoveniersbedrijf, ondergeschikt aan de strafvorderlijke belangen en het belang dat de samenleving heeft bij het hervatten van de voorlopige hechtenis.
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen voertuig Mercedes Vito [kentekennummer 1]
vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – met behulp van dit voertuig feit 4 (01/993288-14) is begaan of voorbereid en dit voetuig ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorde.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 47, 57 en 140 van het Wetboek van Strafrecht, artikelen art. 2, 10, 10a en 11a (oud) van de Opiumwet en artikelen 2, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
DE UITSPRAAK
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: