Op 23 januari 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 19 januari 2016 in Helmond betrokken was bij een poging tot diefstal met geweld. De verdachte, geboren in België, werd beschuldigd van het in vereniging plegen van een poging tot diefstal in een woning waar hennepplanten en geld aanwezig zouden zijn. Tijdens de uitvoering van het misdrijf werd een pistool gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich in de nachtelijke uren bij de woning bevonden, waar zij verschillende keren tegen de voordeur hebben geschopt en een vuurwapen in de richting van de woning hielden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een begin van uitvoering van de poging tot diefstal met geweld, ondanks de verdediging die stelde dat er geen sprake was van een deugdelijke poging. De rechtbank verwierp ook het verweer van vrijwillige terugtred, omdat de verdachte en zijn medeverdachten de woning verlieten toen zij iemand zagen bij een andere woning. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 16 maanden op, met aftrek van voorarrest, conform de vordering van de officier van justitie. De rechtbank hield rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van het gepleegde feit.