Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
zijn vinger(s) tussen de schaamlip(pen) en/of vaginaspleet geduwd/gebracht en/of
vinger(s) betast en/of gestreeld en/of
- de bil(len) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) en/of
vinger(s) betast en/of gestreeld en/of
en/of gelikt en/of
gestreeld en/of gewreven en/of
- de bil(len) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld met zijn, verdachtes,
hand(en) en/of vinger(s) en/of
hand(en) en/of vinger(s) en/of
betasten
zijn vinger(s) tussen de schaamlip(pen) geduwd/gebracht en/of
vinger(s) betast en/of gestreeld en/of
- de bil(len) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
vinger(s) betast en/of gestreeld en/of
- de bil(len) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
De formele voorvragen.
Bewijs
- het plegen van ontucht door verdachte met zijn minderjarige dochter, waaronder het seksueel binnendringen (het filmpje aangetroffen in Amsterdam, parketnummer 01/865098-16);
- het vervaardigen en het bezit van kinderpornografisch materiaal met daarop dochter [slachtoffer] (feit 1 parketnummer 01/865148-16);
- het verspreiden van kinderpornografisch materiaal met daarop dochter [slachtoffer] (feit 2 parketnummer 01/865148-16);
- het plegen van ontucht door verdachte met zijn minderjarige dochter, waaronder het seksueel binnendringen (feit 3, parketnummer 01/865148-16);
- het bezit van kinderpornografisch materiaal met daarop andere personen dan de dochter van verdachte (feit 4 parketnummer 01/865148-16).
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 20 april 2017;
- bijlagen bij het proces-verbaal van relaas van de politie Oost Brabant, genummerd 2016173302, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 267;
- een aanvullend proces-verbaal onderzoek gegevensdrager overige bevindingen, genummerd 20161109.1400.80327, d.d. 23 november 2016, doorgenummerd 1 tot en met 27 met bijlagen;
- eigen waarneming van de rechtbank.
p. 14, voor zover inhoudende:
p. 11 en 12, voor zover inhoudende:
t-shirt draagt met wit aan de onderkant. Ik zie dat het meisje een lila kleurig kort broekje draagt. Ik zie dat de hand van een volwassen man de billen en het geslachtsdeel over de kleding betast. Ik zie dat de vingers van de man het lichaam van het meisje ook betasten onder het broekje. Ik zie dat de vingers van de man het meisje betasten ter hoogte van de vagina. Ik zie dat het meisje eerst op haar buik op de bank ligt en ogenschijnlijk televisie kijkt. Ik zie dat het meisje ook enkele keren op haar rug op de bank ligt. Als het meisje op haar rug op de bank ligt zie ik dat zij haar benen heeft opgetrokken en gespreid. Ik zie dat de man met zijn linkerhand haar vagina betast over de kleding. Ik zie dat de man met zijn linker wijsvinger wijst naar het middelpunt van de vagina van het meisje. Ik zie dat de man haar broekje met zijn linkerhand opzij trekt. Ik zie dat het meisje een donkerkleurige onderbroek aan heeft. Ik zie op enkele afbeeldingen naast het meisje een deel van het linkerbeen en een stukje van de buik van de man. Ik zie dat de nadruk van alle afbeeldingen in deze serie ligt op het betasten van de billen en het betasten van de vagina van het meisje.
De bewezenverklaring.
- de vagina van die [slachtoffer] met zijn vinger(s) betast en/of gestreeld en
- de vagina van die [slachtoffer] met zijn tong gelikt en
- met zijn tong over de schaamlippen van die [slachtoffer] gelikt en
- met zijn handen en/of vingers over de schaamlippen van die [slachtoffer] gestreeld en/of gewreven en
- de billen van die [slachtoffer] betast en gestreeld met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) en
- de borsten van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vingers en
- die [slachtoffer] met haar hand(en) zijn, verdachtes, penis laten betasten.
- de billen van die [slachtoffer] betast en gestreeld en
(Betrekking hebbende op de feiten van [nummer 2] pagina 10 van het proces-verbaal).
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
geheel toerekeningsvatbaarte beschouwen.”
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
24 maanden.met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan
8 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van