In deze zaak heeft de werknemer, een Hongaarse man, een geschil met zijn werkgever over de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De werknemer had op 22 april 2016 een formulier ondertekend dat hij dacht een vakantie-aanvraag betrof, maar dat in werkelijkheid een ontslagname was. De werkgever had het formulier ingevuld en de werknemer niet voldoende geïnformeerd over de gevolgen van zijn handtekening. De werknemer vorderde doorbetaling van zijn loon, omdat hij meende dat zijn arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht was. De kantonrechter oordeelde dat er geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer was die op beëindiging van de arbeidsovereenkomst was gericht. De werkgever had onvoldoende geverifieerd of de werknemer zich bewust was van de inhoud van het document dat hij ondertekende. De vordering van de werknemer tot doorbetaling van loon en vakantiegeld werd toegewezen, terwijl de vordering voor overwerk werd afgewezen. De werkgever werd veroordeeld in de proceskosten.