In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een 8-jarige minderjarige, die ernstig klem zit in een langdurige en heftige ex-partnerstrijd tussen haar ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige opvoedingssituatie van de minderjarige haar ontwikkeling ernstig bedreigt. De ouders zijn sinds 2011 gescheiden en hebben sindsdien een conflictueuze relatie, wat leidt tot een onveilige en schadelijke omgeving voor de minderjarige. De kinderrechter heeft eerder verzoeken tot uithuisplaatsing afgewezen, maar nu zijn alle mogelijkheden in het kader van de ondertoezichtstelling uitgeput. De minderjarige heeft behoefte aan een neutrale en rustige omgeving om onbelaste contacten met beide ouders te kunnen onderhouden. De kinderrechter heeft daarom besloten om de minderjarige uit huis te plaatsen in een pleeggezin, met als doel de negatieve patronen tussen de ouders te doorbreken en de ontwikkeling van de minderjarige te beschermen. De verzoeken van de ouders om de minderjarige bij hen te plaatsen of om een deskundigenonderzoek te gelasten zijn afgewezen, omdat dit niet in het belang van de minderjarige zou zijn. De uithuisplaatsing is verleend tot uiterlijk 31 augustus 2017, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te evalueren.